V2 déc 2024 oefenen METTRE, voca A2 van U3 en mening geven

V2 déc 2024 

oefenen METTRE, voca A2 van U3 en mening geven
1 / 34
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

V2 déc 2024 

oefenen METTRE, voca A2 van U3 en mening geven

Slide 1 - Slide

Kies de juiste betekenis:
survivre
A
uitleggen
B
overnemen
C
overleven
D
vertellen

Slide 2 - Quiz

Kies de juiste betekenis:
avoir du mal avec
A
pijn hebben aan
B
moeite hebben met
C
slecht praten over
D
kwaad worden op

Slide 3 - Quiz

Kies de juiste betekenis:
aucun
A
geen enkel
B
niemand
C
iemand
D
iets

Slide 4 - Quiz

Geef de juiste vertaling van:
le danger

Slide 5 - Open question

Geef de juiste vertaling van:
un endroit

Slide 6 - Open question

Geef de juiste vertaling van:
timide

Slide 7 - Open question

Geef de juiste vertaling van:
recommander

Slide 8 - Open question

Geef de juiste vertaling van:
il entend

Slide 9 - Open question

Geef de juiste vertaling van:
la fin

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Kies de juiste vertaling:
on met
A
men zet
B
men eet
C
hij legt
D
wij nemen

Slide 12 - Quiz

Kies de juiste vertaling:
vous mettez
A
wij leggen
B
jullie eten
C
u trekt aan
D
zij leggen

Slide 13 - Quiz

Noteer de juiste werkwoordsvorm:
ik leg

Slide 14 - Open question

Noteer de juiste werkwoordsvorm:
ik heb gezet

Slide 15 - Open question

Noteer de juiste werkwoordsvorm:
hij trekt aan

Slide 16 - Open question

Noteer de juiste werkwoordsvorm:
zij (mnl mv) leggen

Slide 17 - Open question

Noteer de juiste werkwoordsvorm:
zij (mnl mv) hebben gelegd

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Kies de juiste vertaling:
wij nemen
A
il prend
B
on met
C
nous prenons
D
ils mettent

Slide 20 - Quiz

Kies de juiste vertaling:
zij heeft genomen
A
il a pris
B
elle a pris
C
elle a prise
D
elles ont pris

Slide 21 - Quiz

Geef de juiste werkwoordsvorm:
ik neem

Slide 22 - Open question

Geef de juiste werkwoordsvorm:
u neemt

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Kies de juiste vertaling:
jij gaat
A
tu vais
B
tu vas
C
tu va
D
tu alles

Slide 25 - Quiz

Kies de juiste vertaling:
zij gaan
A
elles vont
B
elles font
C
elles ont
D
elles allont

Slide 26 - Quiz

Geef de juiste werkwoordsvorm:
ik ga

Slide 27 - Open question

Geef de juiste werkwoordsvorm:
wij gaan

Slide 28 - Open question

Geef de juiste werkwoordsvorm:
zij (mnl mv) zijn gegaan

Slide 29 - Open question

JE MENING GEVEN
J'ai vu le film HARRY POTTER et...

Slide 30 - Slide

Hoe zeg je dat
je het een
goed film vindt?

Slide 31 - Mind map

Zeg in het Frans:
De acteurs spelen goed (= bien)

Slide 32 - Open question

Zeg in het Frans:
Maar ik heb een hekel aan de muziek.

Slide 33 - Open question

Zeg in het Frans:
Ik geef (gebruik METTRE!) 3 sterren (étoiles)

Slide 34 - Open question