KWT Frans werkwoorden 25082020

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3-6

Wat zijn de uitgangen van de présent van het werkwoord parler?

Wat zijn de twee hulpwerkwoorden van de passé composé?

Vertaal:
ik praat

Vertaal: wij hebben gepraat

jullie hebben gepraat

1. vous parlés
2. vous parlé
3. vous avez parlé
4. vous êtes parlés

hij praat

1. il parle
2. il parles
3. il parlent

vertaal: j'ai été

Vertaal: tu as eu

Wat zijn de uitgangen van de imparfait?

vetaal: ik praatte (imparfait)

1. je parlait
2. je parlais
3. je parle
4. j'ai parlé

Geef de vervoeging van het werkwoord être in de présent

Hoe maak je een futur proche

Vertaal: elle va parler

Wat zijn de uitgangen van de futur simple?

elle parlera: staat in

1. de présent
2. de passé composé
3. de futur simple

il parlerait, staat in

1. de passé composé
2. de conditionnel
3. de futur simple
4. de imparfait

Vertaal: je parlerai

1. ik zal praten (futur simple)
2. ik zou praten (conditionnel)
3. ik praat (présent)
4. ik praatte (imparfait)

Vertaal: jullie zouden praten

Vertaal: jullie praatten

www.verbuga.eu