2.3 De inuit in het poolgebied

1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je/weet je:
  • wat de bevolkingsdichtheid is van de poolstreken
  • de kenmerken van een toendra
  • de kenmerken van landijs en zee-ijs
  • topografie en landschappen van het noordpoolgebied

Slide 2 - Slide

Enorme oppervlakte
Noordpoolgebied ligt in de noordpoolcirkel: de breedtegraad van 66½° N.B. 
Hoge breedte & hele jaar koud
Inuit
- Bewoners kustgebied Noordelijke IJszee (150.000 mensen)
Groenland:
- Grootste eiland op aarde
- 60.000 inwoners in kustgebieden
- Binnenland bedekt met sneeuw en ijs

Slide 3 - Slide

Waardoor is het op hoge breedte koud? Schrijf 2 oorzaken op

Slide 4 - Open question

Korte weg door dampkring
bij A loodrecht
Kleiner oppervlak
bij A loodrecht

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Toendra
Toendra:
- bewoonde delen Groenland
- hele jaar kouder dan 10 °C
- grassen, mossen en lage struikjes
- geen bomen -> boomgrens -> 10 °C

Taiga:
- Canada en Rusland
- zomers warmer dan 10 °C
- winter kouder dan -3°C
- naaldbossen

Slide 7 - Slide

Kenmerken toendra
Winter:
- lange winters
- sneeuw en ijs
- 9 maanden per jaar bevroren bodem -> permafrost

Zomer:
- Korte zomers
- sneeuw en ijs smelten
- smeltwater kan niet in de grond zakken + weinig verdamping -> drassig

Slide 8 - Slide

Aan de slag:
Wat?
§2.3 Opdrachten 1 t/m 4
        
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Herhaling 
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 9 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je/weet je:
  • wat de bevolkingsdichtheid is van de poolstreken
  • de kenmerken van een toendra
  • de kenmerken van landijs en zee-ijs
  • topografie en landschappen van het noordpoolgebied

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Sneeuw en ijs
Regel: Hoe noordelijker je komt, hoe kouder het wordt.
- geen plantengroei
- alleen sneeuw

• De laag met eeuwige sneeuw wordt steeds dikker en samengeperst tot ijs = landijs

• Bevroren zeewater = zee-ijs:
1. pakijs: ijsschotsen aan elkaar vastgevroren
2. drijfijs: drijvende stukken ijs


Slide 12 - Slide

Smeltend ijs 
Noordelijke IJszee:
- winter: bevroren
- zomer: ijs smelt sneller dan normaal door opwarming aarde ->
•zee-ijs: dunner en kleiner in omvang
•landijs: minder langs randen, meer in midden

 Gevolg: nieuwe noordelijke zeeroutes mogelijk naar Azië.

Slide 13 - Slide

B85 Loofbos
In de gematigde zone, in NL:
 in de zomer gemiddeld > 10 ⁰C en in de winter > -3 ⁰C
Er groeien loofbomen, zoals eiken en beuken
-> loofboomgordel 

• In de subtropen is het gemiddeld warmer en in de zomer droger 
-> mediterrane plantengroei: palmen, olijfbomen, vijgen, kurkeiken

Slide 14 - Slide

B86 Naaldbos (taiga)
In de naaldboomgordel of taiga groeien bijna alleen naaldbomen.
  •  in de gematigde zone tegen de poolstreken aan
  • in de zomer is het gemiddeld > 10 ⁰C 
  • als het kouder is: boomgrens en toendra

 Geen scherpe grens tussen loofboomgordel en naaldboomgordel: gemengd bos

Slide 15 - Slide

Overgang temperatuur

Slide 16 - Slide

Het is koud op de polen omdat de zon daar:
A
schuin op de aarde valt en een klein gebied verwarmt
B
loodrecht op de aarde valt en een klein gebied verwarmt
C
schuin op de aarde valt en een groot gebied verwarmt
D
loodrecht op de aarde valt en een groot gebied verwarmt

Slide 17 - Quiz

Het is koud op de polen omdat de zon daar:
A
een korte weg door de dampkring moet en tegen veel deeltjes botst
B
een lange weg door de dampkring moet en tegen veel deeltjes botst
C
een korte weg door de dampkring moet en tegen weinig deeltjes botst
D
een lange weg door de dampkring moet en tegen weinig deeltjes botst

Slide 18 - Quiz

Het koudste natuurlandschap is de:
A
toendra
B
taiga

Slide 19 - Quiz

De boomgrens is bij:
A
0 graden in de zomer
B
10 graden in de zomer

Slide 20 - Quiz

Zet de natuurlandschappen van nat naar droog (boven = nat)
Savanne
Woestijn
Tropisch regenwoud
Steppe

Slide 21 - Drag question

In de taiga vind je:
A
Loofbomen
B
Naaldbomen

Slide 22 - Quiz

Aan de slag:
Wat?
§2.3 Opdrachten 5 t/m 8
        
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Herhaling 
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 23 - Slide