De grootte van krachten

De grootte van krachten
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

De grootte van krachten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

JE GAAT LEREN OVER
  • benoemen wat de eenheid van kracht is;
  • krachten meten
  • krachten tekenen
  • krachten bij elkaar optellen en van elkaar aftrekken;
  • de zwaartekracht op een voorwerp berekenen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Op een polsstokhoogspringer werken verschillende krachten. Welke kracht is het grootst?
A
De zwaartekracht
B
De veerkracht van de polsstok
C
De spierkracht
D
De wrijvingskracht

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Leg uit waarom een auto op ijs moeilijker kan rijden dan een auto op asfalt.

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Leerdoel:
Wat is de eenheid van kracht


sleutelbegrippen:
Newton

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

De eenheid van krachten
Kracht is een grootheid. Grootheden kun je meten.
De grootte van een kracht, druk je uit in de eenheid Newton (N)

symbool
Grootheid
eenheid
afkorting
F
Kracht
Newton
N

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Andere eenheden
Niet alleen krachten kun je meten. Een andere grootheid is massa (g).
Massa en krachten hebben veel met elkaar te maken.






symbool
Grootheid
eenheid
afkorting
F
Kracht
Newton
N
m
massa
gram
g

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel:
De zwaartekracht op een voorwerp berekenen


sleutelbegrippen:
kracht, newton, massa, (kilo)gram

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Gewicht = zwaartekracht van de Aarde die aan jouw massa trekt
Massa = hoe moeilijk iets te bewegen is door krachten (uitgedrukt in grammen)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Massa
Gewicht

Slide 10 - Slide

Verschil tussen de begrippen massa en gewicht.

Fg: het gewicht in Newton.

Het gewicht van een voorwerp is de kracht die dat voorwerp op zijn ondergrond uitoefent. Als het
voorwerp in rus is of zich met een constante snelheid voortbeweegt, is het gewicht gelijk aan
de zwaartekracht. Als een voorwerp in rust is, dan wordt het op zijn plek gehouden door de
tegenwerkende normaalkracht.
Zwaartekracht berekenen
Berekenen van zwaartekracht.




Fz = de zwaartekracht 
m = de massa (in kg)
g = (9,8 m/s2)



Fz=mg

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Oefensommen
1. Een steen heeft een massa van 21 kilogram.
Bereken de zwaartekracht op de steen.

2. Een bal heeft een massa 0,450 kilogram.
Bereken de zwaartekracht op de bal.


                              Gebruik de formule:
Fz=m9,8

Slide 12 - Slide

sommen op het bord uitschrijven om te oefenen met de klas.
Zwaartekracht is niet overal gelijk

Slide 13 - Slide

Start bij 23 seconden, laat 2 of 3 verschillende planeten zien
Leerdoel:
Krachten meten


sleutelbegrippen:
krachtmeter, veerunster

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Krachten meten
De grootte van een kracht is te meten. Hiervoor gebruik je bijvoorbeeld een veerunster.

Een veerunster geeft aan hoe groot een kracht is, in Newton

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Krachten meten
Een weegschaal is ook een krachtenmeter. Een weegschaal meet de zwaartekracht op de persoon. Daarna rekent de weegschaal de zwaartekracht om naar de massa in (kilo)grammen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel:
Krachten tekenen


sleutelbegrippen:
aangrijpingspunt, krachtenschaal

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

In welke eenheid?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Voorkennis
  • Je weet dat de eenheid van kracht Newton is,

  • Je weet dat krachten als een pijl getekend kunnen worden,

  • Je weet dat krachtenpijlen een richting en een aangrijpingspunt hebben en de lengte van de pijl in verhouding is met de grootte van de kracht.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld krachten tekenen
De zwaartekracht op deze steen is 30N
Teken de kracht

1. bepaal het aangrijpingspunt.
2. bepaal de richting van de pijl
3. Bepaal de lengte van de pijl

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld krachten tekenen
De zwaartekracht op deze steen is 30N
Teken de kracht

1. bepaal het aangrijpingspunt.
2. bepaal de richting van de pijl
3. Bepaal de lengte van de pijl

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld krachten tekenen
De zwaartekracht op deze steen is 30N
Teken de kracht

1. bepaal het aangrijpingspunt.
2. bepaal de richting van de pijl
3. Bepaal de lengte van de pijl

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld krachten tekenen
De zwaartekracht op deze steen is 30N
Teken de kracht

1. bepaal het aangrijpingspunt.
2. bepaal de richting van de pijl
3. Bepaal de lengte van de pijl
10 N

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld krachten tekenen
De zwaartekracht op deze steen is 30N
Teken de kracht

1. bepaal het aangrijpingspunt.
2. bepaal de richting van de pijl
3. Bepaal de lengte van de pijl
10 N

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Kracht of massa
Het aantal kilogram op de weegschaal = Massa

De pijl met het aantal newton = de (zwaarte)kracht
93 kg
911,4 N

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel:
Krachten bij elkaar optellen en van elkaar aftrekken


sleutelbegrippen:
tegenwerkende kracht, nettokracht

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Nettokracht
De nettokracht is de totale kracht die werkt op een voorwerp wanneer er meerdere krachten op een voorwerp werken.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Meewerkende krachten
Wanneer meerdere krachten dezelfde kant op werken, noem je meewerkende krachten.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Nettokracht berekenen
Bij meewerkende krachten tel je de verschillende krachten bij elkaar op.

Nettokracht =      100N         +          125N       =                               225N

Slide 29 - Slide

Resultante (netto) kracht
Tegenwerkende krachten
Wanneer krachten een andere kant op werken, noem je dat tegenwerkende krachten.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Nettokracht berekenen
Bij tegenwerkende krachten, haal je de tegenwerkende krachten van de meewerkende krachten af.

Nettokracht =          100N          -          40N     =                              60N

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Verhoudingstabel
In het boek niet goed uitgelegd:

Stel we zeggen dat 100N overeenkomt
met 1 cm in de figuur hiernaast
F = 2cm
F2 = 4cm
Krachtenschaal
F
F2
Lengte
1 cm
2 cm
4 cm
Kracht
100 N
?
?

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Verhoudingstabel
In het boek niet goed uitgelegd:

Reken kracht van F uit door:

Krachtenschaal
F
F2
Lengte
1 cm
2 cm
4 cm
Kracht
100 N
?
?
F=1(1002)=200N

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Verhoudingstabel
In het boek niet goed uitgelegd:

Reken kracht van F2 uit door:


                            OF
Krachtenschaal
F
F2
Lengte
1 cm
2 cm
4 cm
Kracht
100 N
?
?
F2=1(1004)=400N
F2=2(2004)=400N

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

VRAGEN?
timer
10:00

Slide 35 - Slide

Wisselmoment: vragen?
Weektaak
- Maak in learnbeat: 1.5 A Lanceren (thuis)
-                                       : 1.5 B krachten (begin in de les)
timer
10:00

Slide 36 - Slide

This item has no instructions