DISK regels en straf - werkwoorden

DISK regels en straf
Werkwoorden
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

DISK regels en straf
Werkwoorden

Slide 1 - Slide


Jij _________ het goed.
(bedoelen)

A
bedoel
B
bedoelt
C
bedoelen

Slide 2 - Quiz


Ik _________ het niet.
(begrijpen)

A
begrijp
B
begrijpt
C
begrijpen

Slide 3 - Quiz


Hij _________ de bal.
(gooien)

A
gooi
B
gooit
C
gooien

Slide 4 - Quiz


Jullie _________ dat het vandaag maandag is. (denken)

A
denk
B
denkt
C
denken

Slide 5 - Quiz


Zij (mv) __________ de auto's.
(controleren)

A
controleer
B
controleert
C
controleren

Slide 6 - Quiz


Wij __________ de toets.
(bespreken)

A
bespreek
B
bespreekt
C
bespreken

Slide 7 - Quiz


Jij __________ in de supermarkt.

A
betaal
B
betaalt
C
betalen

Slide 8 - Quiz


Ik __________ de telefoon in mijn tas.

A
houd
B
houdt
C
houden

Slide 9 - Quiz


Fatima __________ op de deur.

A
klop
B
klopt
C
kloppen

Slide 10 - Quiz

Ik - de ruzie - goed - maak

Slide 11 - Open question

Jullie - maken - goed - de ruzie

Slide 12 - Open question

Hij - de ruzie - maakt - goed.

Slide 13 - Open question

Regels en straf
Welke woorden heb je geleerd?

Slide 14 - Mind map