4.4 - Vermogen en energie

Startklaar
Startopdracht
3. Begin met ‘startopdracht’
1. Zitten volgens plattegrond.
2. Boek, schrift, agenda, rekenmachine en pen op tafel.
Pak je al je aantekeningen erbij

Zorg dat je goed weet wat spanning en stroomsterkte zijn, deze twee grootheden heb je vandaag nodig. 

Open deze LessonUp
1 / 53
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Startklaar
Startopdracht
3. Begin met ‘startopdracht’
1. Zitten volgens plattegrond.
2. Boek, schrift, agenda, rekenmachine en pen op tafel.
Pak je al je aantekeningen erbij

Zorg dat je goed weet wat spanning en stroomsterkte zijn, deze twee grootheden heb je vandaag nodig. 

Open deze LessonUp

Slide 1 - Slide

Planning 2B
maandag 24 februari: uitleg 4.3 en eerste keer Locktronics - lokaal C2.20
woensdag 26 februari: hele les oefenen met Locktronics
woensdag 5 maart: oefenen met Locktronics en uitleg 4.4
vrijdag 7 maart: practicum toets 
woensdag 12 maart: paragraaf 4.4 herhalen uitleg en oefenen
vrijdag 14 maart: paragraaf 4.4 herhalen uitleg en oefenen
woensdag 19 maart: herhalen en oefenen + oefentoets
vrijdag 28 maart: in toetsweek repetitie hoofdstuk 4

Slide 2 - Slide

Planning 2C
maandag 24 februari: uitleg 4.3 en eerste keer Locktronics 
woensdag 26 februari: hele les oefenen met Locktronics
maandag 3 maart: invalles - aan de slag met maken van 4.3 
woensdag 5 maart: oefenen met Locktronics en uitleg 4.4
maandag 10 maart: practicum toets 
woensdag 12 maart: paragraaf 4.4 herhalen uitleg en oefenen
maandag 17 maart: les wordt verplaatst naar .. 
woensdag 19 maart: herhalen en oefenen + oefentoets
vrijdag 28 maart: in toetsweek repetitie hoofdstuk 4

Slide 3 - Slide

Welke twee lampjes staan parallel aan elkaar?
A
Lampje 1 en 2
B
Lampje 1 en 3
C
Lampje 2 en 3
D
Lampje 1, 2 en 3

Slide 4 - Quiz

Wat voor soort schakeling is dit?
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling
C
Gemengde schakeling

Slide 5 - Quiz

De batterij levert 9 V, hoeveel volt krijgt lampje 1
A
3 V
B
4,5 V
C
6V
D
9 V

Slide 6 - Quiz

Spanning is een grootheid. Wat is de eenheid van spanning?
A
U
B
V
C
u
D
A

Slide 7 - Quiz

Wat voor soort schakeling is dit?
A
Serie
B
Parallel
C
Gemengde schakeling

Slide 8 - Quiz

Waar hoort de stroommeter om de stroom door lampje 1 te meten?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 9 - Quiz

Waar moet je een schakelaar plaatsen als je alleen lampje A aan en uit zou willen zetten met een schakelaar?
A
1 of 6
B
2 of 5
C
3
D
4

Slide 10 - Quiz

Waar moet je een schakelaar plaatsen als je lampje A en B aan en uit zou willen zetten met een schakelaar?
A
1 of 6
B
2 of 5
C
3
D
4

Slide 11 - Quiz

4.4 - Vermogen en energie
LessonUp
JA!
Benodigdheden
- NOVA-boek
- Schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine

Slide 12 - Slide

Planning 2B
maandag 24 februari: uitleg 4.3 en eerste keer Locktronics - lokaal C2.20
woensdag 26 februari: hele les oefenen met Locktronics
woensdag 5 maart: oefenen met Locktronics en uitleg 4.4
vrijdag 7 maart: practicum toets 
woensdag 12 maart: paragraaf 4.4 herhalen uitleg en oefenen
vrijdag 14 maart: paragraaf 4.4 herhalen uitleg en oefenen
woensdag 19 maart: herhalen en oefenen + oefentoets
vrijdag 28 maart: in toetsweek repetitie hoofdstuk 4

Slide 13 - Slide

Planning 2C
maandag 24 februari: uitleg 4.3 en eerste keer Locktronics 
woensdag 26 februari: hele les oefenen met Locktronics
maandag 3 maart: invalles - aan de slag met maken van 4.3 
woensdag 5 maart: oefenen met Locktronics en uitleg 4.4
maandag 10 maart: practicum toets 
woensdag 12 maart: paragraaf 4.4 herhalen uitleg en oefenen
maandag 17 maart: les wordt verplaatst naar .. 
woensdag 19 maart: herhalen en oefenen + oefentoets
vrijdag 28 maart: in toetsweek repetitie hoofdstuk 4

Slide 14 - Slide

Leerdoelen
"Ga jij ze vandaag allemaal beheersen?"
4.4.1 Je kunt uitleggen wat het vermogen van een apparaat is.
4.4.2 Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen.
4.4.3 Je kunt uitleggen waarom een apparaat met een groter vermogen meer elektrische energie verbruikt.

Slide 15 - Slide

Wat is vermogen?
Een apparaat met een KLEIN vermogen, gebruikt per 
seconde weinig energie. 


Maar een apparaat met een GROOT vermogen gebruikt 
per seconde veel energie.

Slide 16 - Slide

Wat is vermogen?
Het vermogen geeft aan hoeveel elektrische energie een apparaat per seconde verbruikt.

Het vermogen hangt af van: de spanning
Hoe meer Volt (V), hoe groter het vermogen.

Het vermogen hangt óók af van: de stroomsterkte
Hoe meer Ampère (A), hoe groter het vermogen.
                          

Slide 17 - Slide

Grootheid
Symbool
Eenheid
Afkorting
Stroomsterkte
I
Ampère
A
Spanning
U
Volt
V
Vermogen
P
Watt
W
Grootheden die je moet leren

Slide 18 - Slide

Vermogen
  • De eenheid van vermogen is Watt (W).
  • Vaak staat het vermogen op de verpakking van een apparaat. 
  • Wat is vermogen van deze lamp?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Lees mee op blz. 144
Spanning en stroomsterkte

Slide 22 - Slide

vermogen = spanning · stroomsterkte
Vermogen berekenen

Slide 23 - Slide

Stap 1: Gegevens
Stap 2: Gevraagd
Stap 3: Formule
Stap 4: Berekening
Stap 5: Antwoord
Berekening: gebruik deze stappen!

Slide 24 - Slide

Een led lampje werkt op een spanning van 6 volt en een stroomsterkte van 0,5 A. Bereken het vermogen van dit led lampje. 
Voorbeeldopgave 1

Slide 25 - Slide

Stap 1: Gegevens
Stap 2: Gevraagd
Stap 3: Formule
Stap 4: Berekening
Stap 5: Antwoord
Berekening: gebruik deze stappen!
spanning = 6 V
stroomsterkte = 0,5 A

Slide 26 - Slide

Stap 1: Gegevens
Stap 2: Gevraagd
Stap 3: Formule
Stap 4: Berekening
Stap 5: Antwoord
Berekening: gebruik deze stappen!
spanning = 6 V
stroomsterkte = 0,5 A
Bereken het vermogen

Slide 27 - Slide

Stap 1: Gegevens
Stap 2: Gevraagd
Stap 3: Formule
Stap 4: Berekening
Stap 5: Antwoord
Berekening: gebruik deze stappen!
spanning = 6 V
stroomsterkte = 0,5 A
Bereken het vermogen
vermogen = spanning · stroomsterkte

Slide 28 - Slide

Stap 1: Gegevens
Stap 2: Gevraagd
Stap 3: Formule
Stap 4: Berekening
Stap 5: Antwoord
Berekening: gebruik deze stappen!
spanning = 6 V
stroomsterkte = 0,5 A
Bereken het vermogen
vermogen = spanning · stroomsterkte
vermogen = 6 · 0,5 = 3

Slide 29 - Slide

Stap 1: Gegevens
Stap 2: Gevraagd
Stap 3: Formule
Stap 4: Berekening
Stap 5: Antwoord
Berekening: gebruik deze stappen!
spanning = 6 V
stroomsterkte = 0,5 A
Bereken het vermogen
vermogen = spanning · stroomsterkte
vermogen = 6 · 0,5 = 3
vermogen = 3 watt

Slide 30 - Slide

Leerling: "Meneer moet ik dit stappenplan nu elke keer gebruiken?"
Docent: "JA! Bij elke berekening bij natuurkunde gebruik je dit hele stappenplan vanaf vandaag tot je examen."

Slide 31 - Slide

Deze maak je op je aantekeningen papier.

Een lampje is aangesloten op 
12 V. Door het lampje gaat een stroomsterkte van 5 A. Bereken het vermogen van het lampje.

Voorbeeldopgave 2

Slide 32 - Slide

Keuze
Locktronic opdrachten boekje afmaken 
Paragraaf 4.3 opdrachten maken
Paragraaf 4.4 opdrachten maken
Test - Jezelf 4.2 | 4.3 | 4.4 maken 

Slide 33 - Slide


Deze oven is aangesloten op de netspanning  van 230 V en gebruikt een stroomsterkte van 8,7 A. Bereken het vermogen (ja, met het stappenplan).

Slide 34 - Open question


Deze terrasheater is aangesloten op de  netspanning van 230 V en heeft een stroomsterkte van van 10,8 A. Bereken het vermogen.

Slide 35 - Open question

Op de verpakking van een lampje staat: 12 V / 0,5 A.
Wat is het vermogen?
A
24W
B
12W
C
6W
D
60W

Slide 36 - Quiz

Juist/onjuist:
Apparaten met een klein vermogen zijn energiezuiniger dan apparaten met een groot vermogen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quiz

Paragraaf 4.4 - verschil tl en havo
Stap 1: Maak oefenopdracht 1 t/m 4 op het oefenblad (achterkant).
Stap 2: Ga naar deze gedeelde LessonUp en kijk je opdrachten na met een rode pen.
Stap 3: Open je boek en maak opdracht 1 t/m 11 
TL - zelfstandig in stilte
HAVO - klassikaal 
Jullie zijn nog niet klaar ... 

Dus kom gezellig mee doen met de uitleg.

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

P = U · I
P, U en I berekenen
U = P : I
I = P : U

Slide 40 - Slide


Deze terrasheater heeft een vermogen van 2250 W en is aangesloten op netspanning. Bereken de stroomsterkte.

Slide 41 - Open question


Deze lamp werkt op 9V. De netspanning wordt met een transformator omgezet in 9V. De stroomsterkte is 200 mA. Bereken het vermogen.

Slide 42 - Open question

Paragraaf 4.4 - verschil tl en havo
Stap 1: Maak oefenopdracht 1 t/m 4 op het oefenblad (achterkant).
Stap 2: Ga naar deze gedeelde LessonUp en kijk je opdrachten na met een rode pen.
Stap 3: Open je boek en maak opdracht 1 t/m 11 
TL - zelfstandig in stilte
HAVO - zelfstandig kaal 
Nu kunnen jullie ook aan de slag gaan met opdrachten op 

Slide 43 - Slide

Wat kan je nu doen?
TL Zelfstandig verder werken met oefenblad en werkboek opdrachten
HAVO Zelfstandig aan de slag met oefenblad en werkboek opdrachten
TL en HAVO 
Nog wat opdrachten samen doen.
Volgende les
- Maken en nakijken via LessonUp oefenblad opdracht 1 t/m 4
- Opdracht 1 t/m 11 uit boek paragraaf 4.4

Slide 44 - Slide

Huiswerk
...
  • Maken oefenopdrachten 1 t/m 4 
  • Nakijken van deze opdrachten via gedeelde LessonUp.

Slide 45 - Slide

Opdracht 1 - TL

Slide 46 - Slide

Opdracht 2 - TL

Slide 47 - Slide

Opdracht 3 - TL

Slide 48 - Slide

Opdracht 4 - TL

Slide 49 - Slide

Opdracht 1 - HAVO/VWO

Slide 50 - Slide

Opdracht 2 - HAVO/VWO

Slide 51 - Slide

Opdracht 3 - HAVO/VWO

Slide 52 - Slide

Opdracht 4 - HAVO/VWO

Slide 53 - Slide