Poëzie

Poëzie
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Poëzie

Slide 1 - Slide

Poëzie

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

Jonge sla
Alles kan ik verdragen
het verdorren van de bonen,
stervende bloemen, het hoekje
aardappelen kan ik met droge ogen
zien rooien, daar ben ik
werkelijk hard in.
Maar jonge sla in september
net geplant, slap nog
In vochtige bedjes, nee

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Poëzie

Slide 14 - Slide

Wat is poëzie? 
Poëzie is taalspel.
Poëzie is (vaak) emotie.

Een gedicht kan verschillende betekenissen hebben.
Die betekenissen zie je vaak pas na een paar keer lezen. Of na elke keer lezen zie je weer een andere betekenis.


Dat komt door de manier van schrijven: veel wit, korte zinnetjes (zgn. verzen), woorden met verschillende betekenissen, beeldspraak. 



Slide 15 - Slide

Een trage, lauwe regen
Een troebel ochtenduur
Een vreugdeloze zegen
Een trage, lauwe regen
De mannen stonden tegen
De veelbesproken muur
Een trage, lauwe regen
Een troebel ochtenduur

Drs. P.

Slide 16 - Slide

Rijm
Volrijm / eindrijm– klankovereenkomst van de klinkers en de medeklinkers
Huis – muis; gaat – staat ; licht - gezicht

Beginrijm (alliteratie) – alleen de beginmedeklinkers van twee of meer beklemtoonde lettergrepen zijn aan elkaar gelijk
Kant en klaar; met man en macht ; heerlijk helder Heineken

Klinkerrijm (assonantie) – de beklemtoonde klinker(s) zijn aan elkaar gelijk
Gaan – staat ; lief - diep

Slide 17 - Slide

Gekruist rijm
Laatst vroeg ik aan een hommel:
‘Waar gaat gij heen met spoed?'
Ze zei: ‘Ik ga naar Zaltbommel,'
ik dacht: wat rijmt dat goed.

toen riep een tweede hommel:
En ik moet naar het Gooi!'
Ik dacht: wel-voor-de-drommel
ook dát rijmt wederom mooi.

Slide 18 - Slide

Gepaard rijm
Sinterklaas kapoentje
Gooi wat in mijn schoentje
Gooi wat in mijn laarsje
Dank u Sinterklaasje

Slide 19 - Slide

Omarmend rijm
Natuur is voor tevredenen of legen. 
En dan: wat is natuur nog in dit land? 
Een stukje bos, ter grootte van een krant, 
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.
Geef mij de grauwe, stedelijke wegen, 
De’ in kaden vastgeklonken waterkant, 
De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand 
Door zolderramen, langs de lucht bewegen.

Slide 20 - Slide

Enjambement
Ze had een vaart genomen en was af-
gesprongen van de rotsen...
--
Bijna nooit zie je een vogel in de lucht
zich bedenken, zwenken, terug. 
--
De kat viel van de trappe,
mijn vader verkoopt aardappe-
len en uien. (Multatuli)

Slide 21 - Slide

Poëzie analyseren
  1. Welke woorden vallen je op?  
  2. Wat weet je van het rijmschema?  
  3. Hoe zit het met beeldspraak?  
  4. Zoek informatie op over de dichter en over de literaire stroming.  
  5. Je antwoord op punt 1 t/m vier leidt vaak tot de diepere laag / betekendis van het gedicht. Formuleer in je eigen woorden waar het gedicht over gaat.  
  6. Geef je mening over het gedicht. Wat vind je ervan en waarom vind je dat?  

Slide 22 - Slide

Nationaal gedicht
(21-6-'88)

Oooooooo!
Hoe vergeefs
des doelmans hand

zich strekte
naar de bal
die één minuut

voor tijd
de Duitse doel-
lijn kruiste

Zij die vielen
rezen juichend
uit hun graf


Jules Deelder (1944)

Nationaal gedicht
(21-6-'88)


Oooooooo!
Hoe vergeefs
des doelmans hand

zich strekte
naar de bal
die één minuut

voor tijd
de Duitse doel-
lijn kruiste

Zij die vielen
rezen juichend
uit hun graf


Jules Deelder (1944)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide