Spelling, H4: Afk. en dergelijke

Welkom!


Spelling, H4: Afk. en dergelijke

1 Presentie/ plaatje van de week
2 Fictie-opdracht
3 Dicteewoorden



mmarinus@
lauwerscollege.nl


4 Gezamenlijk lezen
5 Uitleg + quizje
6 Zelfstandig werken
7 Wat hebben we geleerd of gemist?
Leerdoelen:
  • je kunt afkortingen, letterwoorden, initiaalwoorden, verkortingen en symbolen correct schrijven.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!


Spelling, H4: Afk. en dergelijke

1 Presentie/ plaatje van de week
2 Fictie-opdracht
3 Dicteewoorden



mmarinus@
lauwerscollege.nl


4 Gezamenlijk lezen
5 Uitleg + quizje
6 Zelfstandig werken
7 Wat hebben we geleerd of gemist?
Leerdoelen:
  • je kunt afkortingen, letterwoorden, initiaalwoorden, verkortingen en symbolen correct schrijven.

Slide 1 - Slide

Overspoeld - fictie-opdracht

  • Je krijgt een exemplaar in bruikleen.
  • Elke les heb jij je boek bij je.
  • In de mail heb je de opdracht.
  • Uitgelezen? Dan weer inleveren.
  • Ik hou bij wie welk nummer heeft.
  • Dus... slopen is kopen!

Slide 2 - Slide

Dicteewoorden (neem over)
1. jacquet
2. accommodatie
3. comfortabel
4. objectief
5. tutoyeren
6. taboe

Slide 3 - Slide

Gezamenlijk lezen - groene tekst blz 136

Ik begin..,

...noem ik je naam..,

...dan lees jij verder.
Wat is:

een afkorting?
een letterwoord?
een initiaalwoord?
een verkorting?
een symbool?

Slide 4 - Slide

Een voorbeeld van een initiaalwoord is:
A
uv
B
z.s.m.
C
ml

Slide 5 - Quiz

'W' is een symbool voor?
A
WhatsApp
B
Watt
C
wereld
D
wattage

Slide 6 - Quiz

Wat is vip?
Een afkorting, letterwoord, initiaalwoord, verkorting:
A
afkorting: afkorting in letters, maar je leest het hele woord
B
letterwoord: afkorting van een woord/woorden die je uitspreekt zoals hij er staat
C
initiaalwoord: afkorting die je uitspreekt als de afkorting
D
verkorting: verkorting van een woord

Slide 7 - Quiz

Wat is een afkorting?
A
Je geeft een woord met max. 3 letters weer.
B
Een afkorting schrijf je met één of meer punten.
C
Je gebruikt geen hoofdletter.
D
Geen enkel antwoord is goed.

Slide 8 - Quiz

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
In verband met
A
ivm
B
in.v.b
C
i.v.m.
D
i.v.m

Slide 9 - Quiz

Een letterwoord is woord wat bestaat uit de eerste letters van een naam of woordgroep. Ik spreek het als nieuw woord uit.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat voor verkorting is dit:
info (voor informatie)
A
letterwoord
B
afkorting
C
initiaalwoord
D
verkorting

Slide 11 - Quiz

Wat?
Leren: aantekeningen spelling H1 t/m H4 blz. 34, 66, 102 & 136 + opdracht 1 blz. 136
Hoe?
Boek, schrift, laptop en op fluistertoon.
Hulp
Je mag me altijd vragen stellen.
Tijd
Tot aan een paar minuten voor het einde van de les.
Klaar?
Kijk dan ook alvast even naar H4.
Zelfstandig werken

Slide 12 - Slide

Wat vind je van deze les? Wat heb je nog gemist?

Slide 13 - Open question

Leerdoelen:
  • je kunt afkortingen, letterwoorden, initiaalwoorden, verkortingen en symbolen correct schrijven.

Slide 14 - Slide