Signaalwoorden

Bonjour !
Cours en ligne :
Signaalwoorden - interactief
------------------------------------------------
VWO -> Texte 8 / 6 questions
Havo -> Textes 12 et 13  / 6 questions
------------------------------------------------

1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Bonjour !
Cours en ligne :
Signaalwoorden - interactief
------------------------------------------------
VWO -> Texte 8 / 6 questions
Havo -> Textes 12 et 13  / 6 questions
------------------------------------------------

Slide 1 - Slide

     Signaalwoorden 

Slide 2 - Slide

Schrijf hier een aantal Franse signaalwoorden op die je al kent.

Slide 3 - Mind map

Welk signaalwoord kun je NIET gebruiken als opsomming?
A
puis
B
ensuite
C
car

Slide 4 - Quiz

Opsommingen
puis & ensuite zijn opsommingen
puis       -->  overigens

ensuite -->  vervolgens, daarna


 

Slide 5 - Slide

Welke 2 Franse signaalwoorden kun je gebruiken als ''want''?
A
car
B
pourquoi
C
parce que
D
aussi

Slide 6 - Quiz

surtout
parce que
pourquoi
car
waarom
want
vooral
omdat

Slide 7 - Drag question

Welke 2 Franse signaalwoorden kun je gebruiken als ''dus''?
A
surtout
B
alors
C
donc
D
parce que

Slide 8 - Quiz

Conclusie / Gevolg
alors & donc betekenen allebei ''dus'' en worden gebruikt bij een conclusie, of een gevolg.

Een aantal meer voorbeelden van signaalwoorden bij conclusies / gevolgen;
enfin            --> kortom
bref              --> kortom
finalement --> ten slotte



Slide 9 - Slide

1
2
3
d'abord
ensuite
finalement

Slide 10 - Drag question

Welk woord wordt gebruikt bij een tegenstelling?
A
d'abord
B
finalement
C
surtout
D
au contraire

Slide 11 - Quiz

Tegenstellingen
au contraire --> integendeel

een aantal meer voorbeelden van tegenstellingen;
par contre --> daarentegen/integendeel 
pourtant    --> echter/toch 
malgré       -->  ondanks

Slide 12 - Slide

Welk signaalwoord past?
Je suis fatigué, ______ je dois travailler.
A
comme
B
donc
C
puis
D
mais

Slide 13 - Quiz

Welk signaalwoord past?
J'aime l'école, ______ j'espère qu'elle ouvrira bientôt ses portes.
A
donc
B
mais
C
ensuite
D
par contre

Slide 14 - Quiz

Welk signaalwoord past?
D'abord on a mangé, ______ on a fait du sport.
A
donc
B
par contre
C
puis
D
alors

Slide 15 - Quiz

Sleep de signaalwoorden naar het verband dat zij aangeven. 
Opsomming
Reden
Tegenstelling
Conclusie
car
mais
par contre
donc
en plus
au contraire
comme
ensuite
alors
d'abord
puis
parce que
bref
cependant

Slide 16 - Drag question

Hoe tevreden ben je over je kennis van de signaalwoorden tot nu toe?
Geef jezelf een cijfer van 0 tot 10

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide