Examen 'Methodisch werken'

Examen
'Methodisch werken'
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Examen
'Methodisch werken'

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is methodisch werken?
A
Verpleegkundige zorg afstemmen op behoefte en wens van de cliënt
B
Werken op basis van een cyclisch stappenplan
C
Werken volgens gezondheidspatronen van Gordon
D
Persoonsgericht werken, je bent gastvrij

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Een cyclisch proces 
is een zich steeds herhalend proces

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is het voordeel aan methodisch werken?
A
het tussentijds of achteraf beoordelen van een agenda
B
je doorloopt alles stappen van het proces
C
een bepaalde kijk op iets, richtinggevende zienswijze
D
de product en procesevaluatie

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Methodisch werken draagt bij aan het voorkomen van onnodige handelingen
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Bij methodisch werken is er geen logische volgorde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Tijdens de anamnese kunnen de eventuele doelen besproken worden. Welke doelen zijn er binnen de zorg?
A
Korte termijn doelen
B
Lange termijn doelen
C
Zowel korte als lange termijn doelen
D
geen van beide

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Kenmerken van methodisch werken
  • Doelgericht gericht op ondersteuningsdoelen
  • Planmatig werken volgens afgesproken stappen en werkwijze, meestal via een protocol
  • Procesmatig een vaste openvolging van stappen
  • Bewust dus voortdurend nadenken en keuzes maken in je ondersteuning
                                                     Het is een voortdurend proces.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

  • Totaalbeeld zorgvrager krijgen: niet alleen info over lichamelijke klachten en beperkingen. Ook sociaal en psychisch zijn belangrijk.
  • Verschillende bronnen gebruiken: zorgvrager zelf, familie, andere zorgprofessionals zoals bijv. huisarts of andere verwijzer
  • Anamnese: gesprek met zorgvrager waarin voorgeschiedenis en relevante omstandigheden tot de aandoening ter sprake komen
  • Observatie: kan aanvullende inzichten geven.

Slide 12 - Slide

  • Behoeften: datgene wat de zorgvrager nodig heeft om zich fijn te voelen of om beter te functioneren.
Problemen: problemen in verschillende domeinen van het leven van de zorgvrager. Bijv. hulp bij huishoudelijke taken, vervoer, ondersteuning bij sociale aspecten van het leven.
  • Wensen  heeft de zorgvrager speciale wensen omtrent zijn zorg? (culturele wensen, persoonlijke wensen, wensen omtrent voeding/zorg/benadering etc.

Slide 13 - Slide

Wanneer een duidelijk beeld van de behoeften en problemen duidelijk is, kunnen doelen worden vastgesteld. Let daarbij op de volgende punten:
  • Wat wil de zorgvrager en welke mogelijkheden heeft hij
  • Welke financiële mogelijkheden en indicaties zijn er
  • Wat is de expertise van de zorgprofessional
  • Korten en lange termijndoelen in overleg met zorgvrager.

    Definitie van doel is: een specifieke omschrijving van de gewenste uitkomst van de situatie of verandering in het gedrag van de zorgvrager.

    Bijvoorbeeld: elke dag één keer  onder de mensen komen. 3 keer per week naar de beweeg'club'.  

Slide 14 - Slide

Aan de hand van de doelen bepaal je samen met de zorgvrager welke handelingen kunnen bijdragen aan deze doelen. Hier baseer je een planning op waarin je de verschillende activiteiten en handelingen beschrijft en aangeeft wanneer ze zullen plaatsvinden.

Slide 15 - Slide

Zorgprofessional geeft ondersteuning die is afgesproken in zorgplan. 

  • Observatie is belangrijk : eigen handelen en reactie van zorgvrager op geleverde zorg. .
  • Activiteiten die zijn uitgevoerd beschrijf je in zorgplan (rapportage).

Voorbeelden van rapportage:
  • afwijkingen van het plan,
  • observaties en signalen: verandering in gedrag of beweging
  • Pijn, bijwerkingen van medicatie
  • Verandering in de situatie van de zorgvrager
  • Voortgang (verloop zorgproces/resultaat van behandeling.

Slide 16 - Slide

Hoe vaak geëvalueerd wordt hangt af van afspraken en situatie van zorgvrager. 
Bij formele evaluatie ga je na of doelen zijn bereikt. 
Mocht situatie zijn veranderd ga je 6 stappen weer doorlopen. 

Tussendoor kunnen ook veranderingen optreden. Mocht je dit merken, overleg of veranderingen in het plan nodig zijn, voer dit door in het zorgplan. 

Bijvoorbeeld: nieuwe diabetespatiënt (type 2 bijv.) moet leren insuline spuiten. Doel behaald? Aanpassen in zorgplan.

Stappenplan methodisch werken
  1. Verzamelen van informatie
  2. Vastellen van de behoefte 
  3. Vaststellen zorgdoelen
  4. Vaststellen van en plannen zorgactiviteit
  5. Uitvoeren van zorgactiviteiten volgens planning
  6. Het evalueren en zo nodig bijstellen van zorg

Slide 17 - Slide

This item has no instructions