H5. Absorptie en transport

Transport van voedingsstoffen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieSecundair onderwijs

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Transport van voedingsstoffen

Slide 1 - Slide

Wat is de belangrijkste functie van de dikke darm?

A
Hier worden alle bruikbare stoffen uit de voeding gehaald
B
Vervoer/transport
C
Hier wordt de voeding zo klein mogelijk gemaakt
D
Hier krijgt de ontlasting de 'juiste dikte' door absorptie van water

Slide 2 - Quiz

Wat betekent absorptie/resorptie?
A
Kleine voedingsstoffen worden in de darm afgeven.
B
Kleine voedingsstoffen worden via de darmwand in het bloed opgenomen.
C
Grote voedingsstoffen worden via de darmwand aan het bloed afgeven.
D
Is het omzetten van zetmeel in maltose.

Slide 3 - Quiz

Wie maakt insuline?
En wat is het effect van insuline?
A
Alvleesklier - Glucose wordt omgezet in Glycogeen
B
Alvleesklier - Glycogeen wordt omgezet in Glucose
C
Schildklier - Glucose wordt omgezet in Glycogeen
D
Schilklier - Glycogeen wordt omgezet in Glucose

Slide 4 - Quiz

waarom is het belangrijk voor de menselijke lichaam om genoeg vocht binnen te krijgen?
A
Zorgt voor de regeling van onze lichaamstemperatuur
B
helpt bij transport en opname van voeding
C
beide antwoorden zijn juist

Slide 5 - Quiz

Chylomicronen:
A
transportblaasjes voor vet
B
transportblaasjes voor aminozuren
C
geëmulgeerde vetten
D
micellen

Slide 6 - Quiz

6.2.3. Transport van vetten pg 236

Slide 7 - Slide

b. Waar worden insuline en glucagon aangemaakt?
A
De lever
B
De pancreas
C
De dunne darm
D
de maag

Slide 8 - Quiz

Wat is de functie van insuline
A
glycogeen opbouwen uit glucose
B
glycogeen afbreken tot glucose

Slide 9 - Quiz

c. In welke organen gebeurt de omzetting van glucose naar glycogeen?
A
lever
B
darm
C
spier
D
pancreas

Slide 10 - Quiz

d. Uit welke moleculen kan een darmwandcel een chylomicron samenstellen?
A
korte vetzuren, glycerol en eiwitten
B
triglyceride, glycerol en eiwitten
C
triglyceride cholesterol en fosfolipiden

Slide 11 - Quiz

Kruiswoordraadsel
en samenvatting pg 237

Slide 12 - Slide

Ik leef gezond
(voeding, bewegen en rust)
waar
een beetje waar
niet waar

Slide 13 - Poll

Ben je bezig met gezonde voeding?
Ja, heel vaak
ja
soms
nee, helemaal niet

Slide 14 - Poll

Ik vind dat gezonde voeding ook lekker kan zijn.

Slide 15 - Poll

Verse groenten zijn gezonde dan diepvriesgroenten
Waar
Niet waar

Slide 16 - Poll

Het is belangrijk dat je na 20:00 niets meer eet
Waar
Niet waar

Slide 17 - Poll

Spieren zijn zwaarder dan vet.
Waar
Niet waar

Slide 18 - Poll

Melkproducten zijn slecht voor je.
Waar
niet waar

Slide 19 - Poll

Zoetstoffen zijn slechter dan suiker
Waar
Niet waar

Slide 20 - Poll

Korte workouts doen niets voor de vetverbranding.
Waar
Niet waar

Slide 21 - Poll

Brood is slecht voor je.
Waar
niet waar

Slide 22 - Poll

Vitamine
CDK

Slide 23 - Slide

Vitamine C

Slide 24 - Mind map

Vitamine D

Slide 25 - Mind map

Vitamine K

Slide 26 - Mind map

Slide 27 - Slide