1. Warmte en temperatuur

Warm
Koud
Gemiddeld
Wat gebeurt er als je één hand in warm en één hand in koud doet, en ze dan tegelijk naar gemiddeld verplaatst?
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Warm
Koud
Gemiddeld
Wat gebeurt er als je één hand in warm en één hand in koud doet, en ze dan tegelijk naar gemiddeld verplaatst?

Slide 1 - Slide

Warmte en temperatuur
Doelen:
- Je kan het verschil uitleggen tussen 'warmte' en 'temperatuur'
- Je kan een stroomdiagram aflezen en tekenen
- Je kan berekeningen uitvoeren met de formule Q = P x t
- Je kan een temperatuur-tijddiagram en een temperatuur-warmtediagram maken

Slide 2 - Slide

Warmte = overdracht van energie.
Komt voor tussen voorwerpen met verschillende temperaturen - warmte stroomt van hoog naar laag.

Een warmtebron zet elektrische energie om in warmte.

Slide 3 - Slide

Bij die energieomzetting wordt alle elektrische energie (E) omgezet in warmte (Q).

In een energie-stroomdiagram:
Pijl links: energie IN
Pijl recht: energie UIT
Dikte pijl = hoeveelheid energie

Slide 4 - Slide

Als E gelijk staat aan Q, dan weten we gelijk een passende formule:

E = P x t = Q

Let op: we gaan andere eenheden gebruiken als we het hebben over warmte.

Slide 5 - Slide

Q = warmte in Joule
P = vermogen in Watt
t = tijd in seconden

1 Watt per seconde is 1 Joule.
Vaak grotere getallen, dus je zal veel kJ (kilojoule) of MJ (megajoule) zien.
1 kJ = 1.000 J
1 MJ = 1.000.000 J

Slide 6 - Slide

Oefenopgave
Een waterkoker heeft een vermogen van 2500 W. Voor een volle kop thee moet de waterkoker 25 sec. aan.
a. Hoeveel warmte levert de waterkoker in 1 seconde?
b. Hoeveel warmte (in Joule) is er nodig voor één kop thee?
c. Reken je antwoord bij b. om naar kilojoule.
timer
3:00

Slide 7 - Slide

Uitwerking
Een waterkoker heeft een vermogen van 2500 W. Voor een volle kop thee moet de waterkoker 25 sec. aan.
a. Hoeveel warmte levert de waterkoker in 1 seconde?
Vermogen P = 2500 W. Tijd t = 1 s. Formule: Q = P x t = 2500 x 1 = 2500 Joule
b. Hoeveel warmte (in Joule) is er nodig voor één kop thee?
Vermogen P = 2500 W. Tijd t = 25 s. Formule: Q = P x t = 2500 x 25 = 62.500 J
c. Reken je antwoord bij b. om naar kilojoule.
1000 J = 1 kJ >> 62.500 J = 62,5 kJ

Slide 8 - Slide

Van het proces van water verwarmen, kan je een diagram maken.

In dit diagram laat je de temperatuur zien op verschillende tijdstippen: het is een temperatuur-tijddiagram.

De eenheden hier zijn graden Celsius en minuten.

Slide 9 - Slide

Zelf aan de slag
Je maakt: een temperatuur-tijddiagram van je eigen metingen.
Je krijgt: een dompelaar, een bekerglas met water, een thermometer.
Noteer eerst:
- Wat heb je (nog meer) nodig?
- In welke eenheden ga je meten?
- Met welk interval (om de hoeveel tijd) noteer je de temperatuur?
Voer je metingen uit tot je water ~40 graden Celsius is. Verwerk de resultaten in een temperatuur-tijddiagram.
timer
15:00
Begin met een nulpunt: wat is de temperatuur van het water vóór je begint met verwarmen?

Slide 10 - Slide

Als je het vermogen van de dompelaar weet (300 W), kan je ook berekenen hoeveel warmte er op elk meetpunt was toegevoegd.

Bereken voor een paar meetpunten hoeveel warmte (in J) er op dat moment was afgegeven door de dompelaar.

Slide 11 - Slide

Verder verwerken
Je weet: de hoeveelheid toegevoegde warmte bij elk meetpunt, én de temperatuur op elk meetpunt.
Je maakt: een temperatuur-warmtediagram.

Bekijk nu beide diagrammen. Welk verband hebben de diagrammen?
a. Lineair verband
b. Evenredig verband
c. Kwadratisch verband

Slide 12 - Slide

Welke diagram past het best bij de diagrammen die jullie hebben gemaakt?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 13 - Quiz

Wat voor verband geven de diagrammen aan?
A
Lineair
B
Evenredig
C
Omgekeerd evenredig
D
Kwadratisch

Slide 14 - Quiz

Lineair = voor elk stapje naar rechts gaat de grafiek ook een stapje omhoog, en de hoeveelheden blijven hetzelfde.

Bij a: één vakje naar rechts op de x-as betekent een half vakje omhoog op de y-as. Geldt voor de hele grafiek.

Slide 15 - Slide

Een dompelaar zet elektrische energie om in...
A
Warmte
B
Temperatuur

Slide 16 - Quiz

Zet de woorden op de juiste plek in het stroomdiagram
Warmte
Elektrische energie

Slide 17 - Drag question

Een waterkoker geeft in 30 seconden 15.000 Joule warmte af aan het water. Wat is het vermogen van de waterkoker?

Slide 18 - Open question

Zelf aan de slag
Maak: hoofdstuk 6, paragraaf 1, opdrachten: 1, 2, 4, 5, 9.

Snel klaar? Begin aan de opgaven van Test jezelf (werk voor morgen in de les).

Slide 19 - Slide