2.1 This/That/These/Those

Aanwijzende voornaamwoorden
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Aanwijzende voornaamwoorden

Slide 1 - Slide

Wat zijn aanwijzende voornaamwoorden?
Zoals het woord het al zegt:
aanwijzende voornaamwoorden gebruik je om mensen, dieren en dingen aan te wijzen. 

Slide 2 - Slide

Welke aanwijzende voornaamwoorden heb je in het Engels? 
Je hebt in het Engels 4 aanwijzende voornaamwoorden:
This 
That 
These
Those

Slide 3 - Slide

Nederlandse vertaling 
de gebruikte woorden
Near = dichtbij
Far = ver af
Singular = enkelvoud
Plurar = meervoud

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

....... pen here is black
A
That
B
This
C
These
D
Those

Slide 7 - Quiz

......pencil over there is green.
A
This
B
Those
C
That
D
These

Slide 8 - Quiz

..... cats over here are very cute.
A
This
B
These
C
That
D
Those

Slide 9 - Quiz

...... dogs over there are really dangerous.
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 10 - Quiz

Look at ....... men over there!
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 11 - Quiz

........ people over here are very nice!
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 12 - Quiz

Dichtbij
Ver af
This
That
These
Those

Slide 13 - Drag question

E
n
k
e
l
v
o
u
d
M
e
e
r
v
o
u
d
These
Those
This
That

Slide 14 - Drag question

En nu...oefenen op het web. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Slide 17 - Link

Slide 18 - Link

Wil je nog meer oefenen?

Blijf dan oefenen op de volgende website!

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link