P1W4 Vocabulaire Stiltecoupé
1 / 10
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat betekent etaleren?
A
Laten zien
B
bekijken
C
winkelen
D
een pop maken
Slide 2 - Quiz
Welke van deze uitspraken staat voor verdraagzaamheid?
A
het gaat hem voor de wind
B
yolo
C
het gras is altijd groener bij de buren
D
leven en laten leven
Slide 3 - Quiz
Welke persoon is gezeglijk?
A
iemand die goed luistert
B
iemand die doet wat een ander zegt
C
iemand die zijn eigen weg gaat
D
iemand die zijn eigen wil oplegt aan anderen
Slide 4 - Quiz
Wat doet een forens?
A
thuis blijven
B
reizen voor zijn plezier
C
reizen voor zijn werk
D
werken
Slide 5 - Quiz
Zich verheugen op is
A
positief
B
negatief
Slide 6 - Quiz
zich generen is
A
positief
B
negatief
Slide 7 - Quiz
Wat betekent verbruien?
A
iets goed doen
B
iets verpesten
C
iets koken
D
ergens naartoe gaan
Slide 8 - Quiz
Wat is een deugd?
A
een goede daad
B
een goed antwoord
C
een goede eigenschap
D
een goed karakter
Slide 9 - Quiz
Wat is een ander woord voor ambiance?
A
sfeer
B
ziekenwagen
C
ambivalent
D
omgeving
