Bevallen en herhaling toetsstof

Plattegrond
1 / 45
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Plattegrond

Slide 1 - Slide

Dinsdag 5 juli, 2 + 3de lesuur, h2e 
1. Aanwezigheidscontrole  + hw-controle
2. Filmpje + vragen over extra basisstof 8, de bevalling
3. Filmpje evolutie
4. Enkele begrippen uitgelicht...
5. Thirty seconds óf Quizizz 
6. Traktatie voor Milan D, Dinand en Dany







Leren §5.1 + 5.2 + 5.4 + 5.5
 M. opd. 1 + 2 van §5.4 + opd. 2 + 3 + 5 + 6 + 7 van §5.5
Veel succes tijdens de toetsweek!

Slide 2 - Slide

Dinsdag 5 juli, 2 + 3de lesuur, h2e 
1. Aanwezigheidscontrole  + hw-controle
2. Filmpje + vragen over extra basisstof 8, de bevalling
3. Filmpje evolutie
4. Enkele begrippen uitgelicht...
5. Thirty seconds of Quizizz 
6. Traktatie voor Milan D, Dinand en Dany







Leren §5.1 + 5.2 + 5.4 + 5.5
 M. opd. 1 + 2 van §5.4 + opd. 2 + 3 + 5 + 6 + 7 van §5.5
Veel succes tijdens de toetsweek!

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wat is de volgorde van een zwangerschap en bevalling?
Innesteling
Embryo
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 5 - Drag question

De placenta en resten van de navelstreng die worden uitgedreven heten:
A
Embryo
B
Bevallen
C
Nageboorte
D
Voorgeboorte

Slide 6 - Quiz

Wat zijn weeën?
A
Ontsluiting
B
Eerste verschijnselen van de bevalling
C
Samentrekkingen van de baarmoederwand
D
Baby's die verkeerd om in de buik liggen

Slide 7 - Quiz

Welk deel zorgt voor de uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen?
A
Baarmoeder
B
Embryo
C
Eierstokken
D
Placenta

Slide 8 - Quiz

Hoe heet het als een baby met het hoofdje naar boven ligt?
A
Zuidligging
B
Noordligging
C
Stuitligging
D
Staatligging

Slide 9 - Quiz

Dinsdag 5 juli, 2 + 3de lesuur, h2e 
1. Aanwezigheidscontrole  + hw-controle
2. Filmpje + vragen over extra basisstof 8, de bevalling
3. Filmpje evolutie
4. Enkele begrippen uitgelicht...
5. Thirty seconds of Quizizz 
6. Traktatie voor Milan D, Dinand en Dany





Leren §5.1 + 5.2 + 5.4 + 5.5
 M. opd. 1 + 2 van §5.4 + opd. 2 + 3 + 5 + 6 + 7 van §5.5
Veel succes tijdens de toetsweek!

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Dinsdag 5 juli, 2 + 3de lesuur, h2e 
1. Aanwezigheidscontrole  + hw-controle
2. Filmpje + vragen over extra basisstof 8, de bevalling
3. Filmpje evolutie
4. Enkele begrippen uitgelicht...
5. Thirty seconds of Quizizz 
6. Traktatie voor Milan D, Dinand en Dany







Veel succes tijdens de toetsweek!
Leren §5.1 + 5.2 + 5.4 + 5.5
 M. opd. 1 + 2 van §5.4 + opd. 2 + 3 + 5 + 6 + 7 van §5.5

Slide 12 - Slide

Hormonen

Slide 13 - Slide

In welk hoofdstuk komt dit begrip vooral voor?
A
Thema 4, voortplanting
B
Thema 5, erfelijkheid en evolutie

Slide 14 - Quiz

Wat zijn hormonen?
A
Bouwstoffen die processen in je lichaam aansturen
B
Regelstoffen die processen in je lichaam aansturen
C
Bloedcellen die werken tijdens de menstruatie
D
Bloedcellen die werken tijdens de ovulatie

Slide 15 - Quiz

Welke hormoonklier moeten jullie kennen voor het thema voortplanting?

Slide 16 - Open question

Een hormoonklier geeft hormonen af aan ...
A
de geslachtsorganen
B
het bloed
C
de zenuwen
D
de spieren

Slide 17 - Quiz

Na de overgang worden er geen hormonen meer geproduceerd.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 18 - Quiz

Hormonen zijn betrokken bij verschillende functies in je lichaam zoals:
Voortplanting.
Stofwisseling.
Groei en ontwikkeling.
Spijsvertering.
Water- en zouthuishouding.
Opslag en verbruik van reserve voedsel.
Gedrag, gevoel en emoties. 
Orgaanfuncties.

Slide 19 - Slide

Celdeling

Slide 20 - Slide

Wat is celdeling?
A
Vorming van nieuwe cellen
B
Vorming van nieuw DNA
C
Vorming van nieuwe erfelijke eigenschappen
D
Vorming van een nieuw leven

Slide 21 - Quiz

In de afbeelding zie je een celdeling plaatsvinden, welke celdeling is dat?
A
Mitose (normale celdeling)
B
Meiose (normale celdeling)
C
Mitose (reductiedeling)
D
Meiose (reductiedeling)

Slide 22 - Quiz

Er vindt celdeling plaats om zaadcellen te maken. Welke soort celdeling is dit?
A
gewone celdeling (mitose)
B
meiose

Slide 23 - Quiz

Tijdperk

Slide 24 - Slide

Een geologische tijdschaal is ingedeeld in tijdperken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Wat duurt langer een Periode of een Tijdperk?
A
Een Periode
B
Een Tijdperk

Slide 26 - Quiz

Het tijdperk
Mesosoïcum begon
A
251 miljard jaar geleden
B
251 miljoen jaar geleden
C
65 miljard jaar geleden
D
65 miljoen jaar geleden

Slide 27 - Quiz

Geologische tijdschaal 
(blz. 132)

  • De eerste dieren ontstonden zo'n 700 mjg.
  • Ongeveer 450 mjg ontstonden de eerste landdieren.
  • Ongeveer 251 mjg was er een enorme bloei van reptielen, ook de vogels en zoogdieren ontstonden toen.
  • 65 mjg stierven de sauriërs uit vanwege een meteoriet van 10 km breed, de temperatuur op aarde daalde toen enorm.
  • 3 mjg ontstonden de eerste primitieve mensachtigen.
  • Onze gezamenlijke voorouder leefde ongeveer 150.000 jaar geleden in Afrika.



(mjg = miljoen jaar geleden)
In deze kolom staat de periodes. 
In deze grijze balk staan de tijdperken.
Het precambrium ontstond op het moment dat de wereld ontstond, 4600 miljoen jaar geleden. 

Slide 28 - Slide

Verwantschap

Slide 29 - Slide

Verwantschap
Hoe langer geleden de gemeenschappelijke voorouder van twee soorten leefde, hoe minder de soorten verwant zijn. 

Slide 30 - Slide

De gordeldieren vertonen de meeste verwantschap met de ...
A
Buideldieren
B
Miereneters

Slide 31 - Quiz

Welke dieren hebben de minste verwantschap?
A
Slijmprik en vissen
B
Slijmprik en reptielen
C
Zoogdieren & reptielen
D
Zoogdieren en vogels

Slide 32 - Quiz

Met wie heeft soort B de meeste verwantschap?
A
A
B
C
C
D
D
E

Slide 33 - Quiz

Wie heeft de meeste verwantschap met de gorilla?
A
Apen van de nieuwe wereld
B
Chimpansees
C
Orang-oetans
D
Gibbons

Slide 34 - Quiz

Natuurlijke selectie

Slide 35 - Slide

2. Natuurlijke selectie
Organismen die het best zijn aangepast aan het milieu waar ze op dat moment in leven, leven langer en hebben meer kans op nakomelingen. 
Deze selectie leidt ertoe dat soorten voortdurend veranderen.

Slide 36 - Slide

Wat is natuurlijke selectie?
A
Het verschijnsel dat individuen met ongunstige eigenschappen meer nakomelingen krijgen.
B
Het verschijnsel dat individuen met bepaalde gunstige eigenschappen minder nakomelingen krijgen.
C
Het verschijnsel dat individuen met bepaalde gunstige eigenschappen meer nakomelingen krijgen.

Slide 37 - Quiz

Wat is een voorwaarde voor
natuurlijke selectie?
A
Variatie in eigenschappen
B
Mannelijke en vrouwelijke organismen
C
Recombinatie
D
Mutatie

Slide 38 - Quiz

Is er hier sprake van natuurlijke selectie?
A
ja
B
nee

Slide 39 - Quiz

Isolatie

Slide 40 - Slide

Is dit een voorbeeld van natuurlijke selectie of isolatie?
A
Natuurlijke selectie
B
Isolatie

Slide 41 - Quiz

Door isolatie kunnen nieuwe soorten ontstaan.
Wat is isolatie?
A
groepen organismen van dezelfde soort leven samen
B
groepen organismen van verschillende soorten leven samen
C
groepen organismen van dezelfde soort trekken naar elkaar toe
D
groepen organismen van dezelfde soort raken van elkaar gescheiden

Slide 42 - Quiz

3. Ontstaan van nieuwe soorten
E
Een groep organismen van een soort raakt langdurig van elkaar gescheiden.

Slide 43 - Slide

Dinsdag 5 juli, 2 + 3de lesuur, h2e 
1. Aanwezigheidscontrole  + hw-controle
2. Filmpje + vragen over extra basisstof 8, de bevalling
3. Filmpje evolutie
4. Enkele begrippen uitgelicht...
5. Thirty seconds of Quizizz 
6. Traktatie voor Milan D, Dinand en Dany







Veel succes tijdens de toetsweek!
Leren §5.1 + 5.2 + 5.4 + 5.5
 M. opd. 1 + 2 van §5.4 + opd. 2 + 3 + 5 + 6 + 7 van §5.5

Slide 44 - Slide

Dinsdag 5 juli, 2 + 3de lesuur, h2e 
1. Aanwezigheidscontrole  + hw-controle
2. Filmpje + vragen over extra basisstof 8, de bevalling
3. Filmpje evolutie
4. Enkele begrippen uitgelicht...
5. Thirty seconds of Quizizz 
6. Traktatie voor Milan D, Dinand en Dany







Veel succes tijdens de toetsweek!
Leren §5.1 + 5.2 + 5.4 + 5.5
 M. opd. 1 + 2 van §5.4 + opd. 2 + 3 + 5 + 6 + 7 van §5.5

Slide 45 - Slide