This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Taschengeld
Slide 1 - Slide
Was wissen wir noch?
Het persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Was machen wir heute?
Je kunt eenvoudige teksten over zakgeld gebruiken
Slide 6 - Slide
Taschengeld
Du lernst über Taschengeld und Geld verdienen. Was kaufst du von deinem Taschengeld? Gibst du es sofort aus, oder sparst du auch? Welchen Zweck haben Taschengeld und einen Nebenjob?
Slide 7 - Slide
Wie viel Taschengeld bekommst du pro Monat?
Slide 8 - Poll
Was kaufst du von deinem Taschengeld?
Slide 9 - Mind map
Gibst du es sofort aus oder sparst du auch?
ich spare ein bisschen, das andere gebe ich aus
ich gebe es gleich aus
ich spare für etwas großes
sparen, was ist das?
Slide 10 - Poll
Hast du auch einen Nebenjob?
ja
nein
nein, aber ich möchte schnell einen haben
Slide 11 - Poll
Bekommst du auch Kleidunggeld?
nein
ja
Slide 12 - Poll
Taschengeld
Hier siehst du wie viel Geld pro Alter empfohlen wird.
Slide 13 - Slide
We gaan kijken naar een video over Taschengeld
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
00:16
Wat is er gebeurd met het zakgeld van Duitse jongeren de laatste jaren?
A
het is meer geworden
B
het is minder geworden
Slide 16 - Quiz
00:45
Hoeveel geld krijgen de jongeren gemiddeld minder?
A
1
B
2
C
4
D
5
Slide 17 - Quiz
01:21
Het geld van het meisje komt op haar 'Konto' terecht. Wat betekent 'Konto'?
A
kont
B
bankrekening
C
bureau
D
portemonnee
Slide 18 - Quiz
01:48
Wat is het gevaar als ouders minder zakgeld geven maar wel allerlei andere dingen voor hun kinderen kopen?
A
kinderen worden lui
B
kinderen denken dat ze alles kunnen krijgen
C
kinderen hebben een slechter beeld vd waarde van geld
D
kinderen leren niet goed met hun geld omgaan
Slide 19 - Quiz
02:06
Deze mevrouw geeft als voorbeeld Handy, Netflix und Kinobesuch. Wat betekent 'Kino'?
A
dierentuin
B
snoepwinkel
C
lasergamen
D
bioscoop
Slide 20 - Quiz
02:38
Krijg jij meer zakgeld als je goede cijfers haalt?
ja
nein
ab und zu
Slide 21 - Poll
02:59
Waarom is het belangrijk om zakgeld contant te krijgen (bargeld) en niet via de bankrekening (Konto)?
Slide 22 - Open question
In elke zin ontbreekt een woord.
Sleep het juiste woord naar de juiste zin.
Nein, ich arbeite nicht, aber ich bekomme _____________ .