Les 5 Kunst Drama Theorie: speltechnieken, improvisatie en rolopbouw

Les 5 Kunst Drama Theorie: speltechnieken, improvisatie en rolopbouw
1 / 44
next
Slide 1: Slide
DramaMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Les 5 Kunst Drama Theorie: speltechnieken, improvisatie en rolopbouw

Slide 1 - Slide

Welkom M3
Les 5 

Kunst Drama Theorie: speltechnieken, improvisatie en rolopbouw

Slide 2 - Slide

STARTVRAAG: Wat is een voorbeeld van een cliffhanger in een film of serie?

Slide 3 - Open question

Programma P4/SE 1
Week 1: basisbegrippen; theatrale middelen; spelgegevens; functies drama
Week 2:tekst begrippen; spanningsopbouw
Week 3: denktekst; subtekst; karaktereigenschappen
Week 4: dramatische technieken
Week 5: rol; speltechnieken; improvisatietechnieken
Week 6: herhalen theatervormgeving
Week 7: oefentoets

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
  • Je herkent dramatische technieken in een nieuw voorbeeld
  • Je weet wat speltechnieken zijn
  • Je leert over wat rolopbouw is
  • Je oefent met examenvragen

Slide 5 - Slide

TERUGBLIK: Dramatische technieken?

Slide 6 - Mind map

Dramatische technieken om informatie vorm te geven

Andere plaatsen dan het theater zijn bijvoorbeeld: televisie, internet, op locatie.

Dramatische technieken die op deze plaatsen worden ingezet:  cliffhanger, dialoog, expositie, flashback, flash
forward, monoloog, motorisch moment en slow motion. 

Slide 7 - Slide

1. Kijkfragment: Tessa
Bekijk Tessa aflevering 1 tot 04:30 (introductie + eerste schoolmoment)

1. Zie je een motorisch moment?
2. Zijn er voorbeelden van een cliffhanger, spanningsopbouw of vooruitwijzing?
3. Hoe draagt muziek of camerawerk daaraan bij?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

1. Zie je een motorisch moment?
2. Zijn er voorbeelden van een cliffhanger, spanningsopbouw of vooruitwijzing?
3. Hoe draagt muziek of camerawerk daaraan bij?

Slide 10 - Open question

2. Opzoeken begrippen: speltechnieken
Zoek in de syllabus of internet de betekenis van de volgende begrippen:

– Reageren
– Incasseren
– Identificeren
– Schakelen
– Spiegelen
– Transformeren

Zoek bij elk begrip een voorbeeld in Tessa
timer
7:00

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Speltechniek: reageren
Acteren is reageren!
In een scene speel je met anderen samen. Als de ander wat zegt reageer je daar op. je vindt er wat van, het roept een emotie op, het zet je aan het denken.

Laat jouw reactie zien in je mimiek, je houding of je gebaren.

Slide 13 - Slide

Speltechniek: incasseren
Belangrijk bij improviseren is:
- Geef een spelimpuls als je de scène opent
- incasseren (even laten binnenkomen wat de spelimpuls is)
- accepteer de spelimpuls van de ander (dus niet blokkeren)
- reageren (geef een  terug)



Blokkeren is dus de spelimpuls niet accepteren. Het spel houdt dus op.

Slide 14 - Slide

Incasseren
Ga tegenover elkaar staan. 
Kies allebei een zin uit jullie tekst die je steeds herhaalt.
Maak je reactie steeds iets groter en/of varieer zoveel mogelijk.
timer
5:00

Slide 15 - Slide

Speltechniek: identificeren
Wat betekent het als een publiek zich met een personage kan identificeren?

Slide 16 - Slide

Speltechniek: schakelen

Hoe speel je emoties?

Je gebruikt bij spelen van emoties:
Houding
Stem
Techniek
Als je tussen verschillende emoties wisselt, dan heet dat schakelen


Slide 17 - Slide

Wat is de speltechniek: spiegelen?
A
bewegingen/emoties overnemen alsof je iemands spiegelbeeld bent
B
van de ene naar de andere emotie gaan
C
een onzintaal/fantasietaal gebruiken
D
ingaan op het spel van je medespeler

Slide 18 - Quiz

3. Wat is improvisatie?

Slide 19 - Mind map

Zoek de begrippen op
Improvisatietechnieken
– Accepteren
– Blokkeren
– Spelaanbod
– Associëren

Leg ze uit in eigen woorden
timer
5:00

Slide 20 - Slide

3. Begrippen improvisatie
Accepteren: Je gaat mee in wat de ander voorstelt.
Blokkeren: Je weigert het spelaanbod van de ander.
Spelaanbod: Een nieuw idee of richting in het spel geven.
Associëren: Je reageert spontaan op wat er komt, zonder vooraf te bedenken wat je gaat doen.

Slide 21 - Slide

Noem voorbeelden uit het fragment die bij de improvisatietechnieken passen.

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Video

Noem voorbeelden uit het fragment die bij twee van de vier improvisatietechnieken passen

Slide 24 - Open question

Verder bespreken fragment:
1. Hoe reageren de acteurs op elkaars uitspraken?
2. Welke nieuwe ideeën (spelaanbod) worden geïntroduceerd?
3. Zijn er momenten waarop een spelaanbod wordt geaccepteerd of geblokkeerd?

Slide 25 - Open question

Improvisatie-oefening
Vorm duo's of kleine groepjes.
1. Kies een situatie waarin een conflict kan ontstaan, bijvoorbeeld:
Twee vrienden hebben ruzie over een geheim dat is doorverteld.
Een leerling is boos op een docent vanwege een oneerlijke beoordeling.

2. Improviseer een scène van 1 minuut waarin:
  • Beide spelers minimaal één spelaanbod doen.
  • Er bewust momenten van accepteren en blokkeren worden ingebouwd.
  • Spelers proberen te associëren met onverwachte wendingen.
timer
5:00

Slide 26 - Slide

4. Rollen en Rolopbouw

Hoofdrol
Bijrol
Dubbelrol
Figurant

Slide 27 - Slide

Rolopbouw gaat over hoe je een rol leert vorm te geven. Er zijn 2 technieken:

Rolbiografie schrijven
Rolinterview houden

Slide 28 - Slide

Opdracht rolopbouw
Kies een personage uit Tessa aflevering 1 (bijv. Tessa, een leerling, een collega).

Schrijf een korte rolbiografie:
Naam, leeftijd
Situatie (school, privé?)
Doel
Grootste geheim
timer
6:00

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Opdracht rolopbouw
Kies een personage uit Tessa aflevering 1 (bijv. Tessa, een leerling, een collega).

Schrijf een korte rolbiografie:
Naam, leeftijd
Situatie (school, privé?)
Doel
Grootste geheim
timer
6:00

Slide 31 - Slide

5. Oefenvragen Tessa (1)
Vraag 1a. Noem één speltechniek die de actrice van Tessa hier gebruikt.
Kies uit: schakelen – spiegelen – incasseren – reageren

Vraag 1b. Wat doet het personage goed of opvallend qua lichaamstaal of stem?

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Vraag 1a. Noem één speltechniek die de actrice van Tessa hier gebruikt.
Kies uit: schakelen – spiegelen – incasseren – reageren

Slide 34 - Open question

Vraag 1b. Wat doet het personage goed of opvallend qua lichaamstaal of stem?

Slide 35 - Open question

5. Oefenvragen Tessa (2)
Vraag 2a. Wat is het doel van het personage Tessa in dit fragment?
Wat probeert ze te bereiken?

Vraag 2b. Noem iets over haar geheim of innerlijke conflict.

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Vraag 2a. Wat is het doel van het personage Tessa in dit fragment?
Wat probeert ze te bereiken?

Slide 38 - Open question

Vraag 3a. Stel jij speelt een personage zoals Tessa. Welke speltechniek zou jij gebruiken om te laten zien dat je je anders voordoet dan je je voelt?

Slide 39 - Open question

6. Examenvragen CE 2025
Blok 3 - Tessa
Vr 26, 28, 29, 31, 32, 34

https://vo-oefenomgeving.facet.onl/facet-openbaar-portaal/oefenen/VMBO-TL/drama
Drama > tijdvak 1 2025

Volgende les hiermee verder!

Slide 40 - Slide

Check: Noem vier dramatische technieken

Slide 41 - Open question

Check: Noem drie speltechnieken

Slide 42 - Open question

Check: Leg uit wat een rolbiografie is

Slide 43 - Open question

Volgende les
Herhalen theatervormgeving
Oefentoets maken

Slide 44 - Slide