LJ 1 2.1 Vocabulary / LJ2 - 2.1 Grammatica

Vak: Engels
Hoofdstuk: Lesson 2.1 Grammar / vocabulary
1.
Lesopening / Lesson opening
2.
Lesdoel / Goals 
3. 
Arrangement + mini-check
4.
Instructie / Instruction
5.
Begeleid inoefenen / Guided practice
6.
Zelfstandig werken / work independently 
7.
Evaluatie / Evaluation
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Vak: Engels
Hoofdstuk: Lesson 2.1 Grammar / vocabulary
1.
Lesopening / Lesson opening
2.
Lesdoel / Goals 
3. 
Arrangement + mini-check
4.
Instructie / Instruction
5.
Begeleid inoefenen / Guided practice
6.
Zelfstandig werken / work independently 
7.
Evaluatie / Evaluation

Slide 1 - Slide

1. Lesopening/lesson opening LJ1/LJ2
 LJ2: Take your English book and open it on page 53.


LJ1: Take your English book and open it on page 54. Make exercise 6 and 7.
Ready? Than open the app Quizlet and practise the words of paragraph 2.1


Slide 2 - Slide

2. Lesdoel/Goals LJ1
After this lesson/na deze les:
- know the grammer: comparisons
- know the grammar: much/many


Leergebiedoverstijgende doelen:
Plannen en organiseren
- Stel prioriteiten op je planner wanneer er meerdere dingen moeten gebeuren
- Houd jezelf aan de gestelde tijd bij een opdracht aan de hand van je planner

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen + mini-check
Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Bregje en Nick
Make Exercise 7 and 8 on page 53/54



De rest doet mee met de mini-check. 

Slide 4 - Slide

Welk rijtje is juist?
A
Big - bigger - biggest
B
Nice - Niceer - Niceest
C
Tall - Taler - Talest
D
Long - Longger - Longest

Slide 5 - Quiz

Do you think my hair looks ... (pretty) this way?
A
prettier
B
prettyer
C
more pretty
D
more prettyer

Slide 6 - Quiz

Much or many?
potatoes
A
much
B
many

Slide 7 - Quiz

Much or many?
children
A
much
B
many

Slide 8 - Quiz

Wie maakt wat? 
Had je 3 van de 4 vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Make Exercise 8, 9 and 10 on page 14, 15 and 16


De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Slide

4. Instuctie
In het Nederlands: trappen van vergelijkingen.

Gebruik: Om mensen of dingen te beschrijven/vergelijken

C
B
A
Box A is small.
Box B is smaller than box A.
Box C is the smallest of all.

Slide 10 - Slide

4. Instructie
Woorden van 1 lettergreep:
- Vergrotende trap: -er
- Overtreffende trap: -est
old
older
oldest

Slide 11 - Slide

4. Instructie
Spelling 1 lettergreep:
Woorden die eindigen op een -e 
Nice - Nicer - Nicest

Woorden die eindigen op een klinker + medeklinker
Fat - Fatter - Fattest 




Slide 12 - Slide

2+ lettergrepen
Woorden van 2 lettergrepen of meer:
- Vergrotende trap: more 
- Overtreffende trap: most
expensive
more expensive
most expensive

Slide 13 - Slide

Uitzondering 2 lettergrepen

Woorden die eindigen op een -y 
Lazy - Lazier - Laziest 
Happy - Happier - Happiest 

Slide 14 - Slide

Onregelmatig 
Good - Better - Best
Bad - Worse - Worst 

Deze leer je uit je hoofd! 

Slide 15 - Slide

Much or Many=veel

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

many
much

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

5. Begeleid inoefenen/guided practice
Exercise 8 and 10a.

Slide 20 - Slide

6. Zelfstandig werken/work independently

LJ 1- Make exercise 6 and 7 on page 54. 
LJ 2- Make Exercise 7 and 8 on page 53/54 



Ready?
check the assignments.
After that practice the words of 2.1 on Quizlet. 
timer
1:00

Slide 21 - Slide

7. Evaluatie/Evaluation
How was this lesson?
Do you have any questions about this lesson?


- Do you know the grammer: comparisons?
- Do you know the grammar: much/many?

Slide 22 - Slide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Vrijdag 4 november
2.1 Exercise 6 and 7

Huiswerk LJ2: 
Vrijdag 4 november
2.1 Exercise 7 and 8
Toetsen LJ1: 
Geen



Toetsen LJ2: 
Geen

Slide 23 - Slide