Blok 7, Wat nu?

Wat nu?
1 / 23
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat nu?

Slide 1 - Slide

Wat moet je doen als iemand een kleine wond heeft?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Hoe goed heb je opgelet?

Slide 12 - Slide

wat doe je als het een grotere wond is
A
Niets
B
belt je moeder
C
huisarts of 112
D
spoelen en desinfecteren

Slide 13 - Quiz

De huisarts bellen
Je hoeft niet de huisarts te bellen
Je krijgt de wond goed schoon
Je hebt een wond aan je gezicht
Je hebt je gestoken met een groot voorwerp
Je hebt een wond aan je knieën
Je bent gebeten
Je kunt botten of spieren zien
De wond geneest niet

Slide 14 - Drag question

Waarom spoel je een wond?
A
zodat het bloed weg is
B
zodat het vuil er uit spoelt
C
om de ontsteking weg te spoelen
D
anders plakt de pleister niet

Slide 15 - Quiz

Hoe heet het soort wond die ontstaat door bevriezing?
A
Chemische wond
B
Mechanische wond
C
Stralingswond
D
Thermische wond

Slide 16 - Quiz

Dit verband gebruik je om snel een ernstig bloedende wond te verbinden.
A
dekverband
B
snelverband
C
wonddrukverband
D
pleister

Slide 17 - Quiz

welke temperatuur heeft het water bij het spoelen van een wond
A
warm
B
koud
C
heet
D
lauwwarm

Slide 18 - Quiz

Wat voor wond zie je hier?
A
Brandwond
B
Schaafwond
C
Doorligwond
D
Snijwond

Slide 19 - Quiz

Noem vier verschillende wonden.
timer
0:30

Slide 20 - Open question

Wat is dit voor wond?
A
Snijwond
B
Brandwond
C
Schaafwond
D
Schuifwond

Slide 21 - Quiz

Een leerling heeft zich flink in haar hand gesneden met een flyer. Wat voor wond is dit?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide