Woordenschat keukenmaterialen
1 / 14
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
de maatbeker
de weegschaal
de blikopener
de afmachine
de theedoek
Slide 2 - Drag question
de kookpan
de koekenpan
de wokpan
de steelpan
Slide 3 - Drag question
dit kneed je met je handen
die bak je in de oven
dit snijd je op de groene snijplank
dit braad je in de braadpan
dit kook je in water
het deeg
het vlees
de komkommer
de koekjes
de rijst
Slide 4 - Drag question
de mixer
het bekken
de maatbeker
de ingrediënten
de zeef
Slide 5 - Drag question
Wat gebruik je om meel te wegen?
A
de garde
B
de theedoek
C
de weegschaal
D
het mes
Slide 6 - Quiz
Je klopt beslag met ...........
A
de mixer
B
het broodmes
C
de spatel
D
de airfryer
Slide 7 - Quiz
Vlees snijd je op de .......... snijplank
A
paarse
B
rode
C
houten
D
witte
Slide 8 - Quiz
Welke materialen heb je nodig voor bakken van kip?
Slide 9 - Open question
het schilmes
de afwasborstel
de handdoek
in de koelkast
Welk mes gebruik je om de prei te snijden?
Wat gebruik je voor het afwassen?
Waarmee droog je je handen?
Waar bewaar je de melk?
Slide 10 - Drag question
Uit welke 3 voorwerpen bestaat het bestek?
A
De vork, het mes, de maatbeker
B
De vork, het mes, de lepel
C
Het mes, de garde, de lepel
D
Het mes, de lepel, de soepkom
Slide 11 - Quiz
A
bereidingstijd
B
kookwekker
C
recept
D
oven
Slide 12 - Quiz
de magnetron
de combi steamer
de hotpot
de au bain marie
Slide 13 - Drag question
de snijmachine
de afzuigkap
de blender
de friteuse
