Nieuwsbegrip_week11_scheepswrak_endurance_dssv

Les 29/week11_scheepswrakgevonden
 - leesniveau B - VO DSSV
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Les 29/week11_scheepswrakgevonden
 - leesniveau B - VO DSSV

Slide 1 - Slide

We lezen gezamenlijk de tekst! 
Opdracht 3 maken we samen
opdracht 1 en 2 maak je zelf

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

We maken gezamenlijk de meerkeuze vragen

Slide 4 - Slide

1. In de inleiding wordt het verhaal van de Endurance verteld alsof het nu gebeurt. Waarom heeft de schrijver dit gedaan?
A
Om de lezer nieuwsgierig te maken
B
Om het doel van de tekst duidelijk te maken
C
Om duidelijk te maken wat het onderwerp van de tekst is
D
A en C zijn allebei goed

Slide 5 - Quiz

2. In regel 13 staat: Op de videobeelden is te zien dat het wrak nog redelijk intact is. Welk ander woord in dit stukje betekent ongeveer hetzelfde als intact?
A
afgelopen
B
glad
C
onaangedaan
D
fantastisch

Slide 6 - Quiz

3. Lees het stukje met het kopje Overlevingstocht nog eens. Welke bewering is waar?
A
Alle opvarenden van de Endurance overleefden de expeditie
B
De poolreis met de Endurance was een geslaagde expeditie
C
Shackleton en zijn bemanning konden zelf terugkomen naar het vasteland
D
Shackleton overleefde de expeditie niet.

Slide 7 - Quiz

4. Wat is een ander woord voor gewaagd (r. 18)?
A
beroemd
B
eenvoudig
C
gevaarlijk
D
moeilijk

Slide 8 - Quiz

5. In r. 35-36 staat: Het schip werd gevonden op zes kilometer afstand van de laatste positie die de kapitein van de Endurance had genoteerd in zijn logboek. Wat kun je hieruit afleiden? Kies het beste antwoord.
A
De kapitein van de Endurance had het logboek niet goed bijgehouden
B
Het Endurance22-team heeft het wrak bij toeval gevonden
C
Het Endurance22-team is gaan zoeken rond de plek die in het logboek stond
D
Shackleton heeft nooit verteld waar de Endurance precies is gezonken

Slide 9 - Quiz

Woordenschat

Slide 10 - Slide

Wat betekent 'inclusief'
A
zonder, iets niet meegerekend
B
apart neergezet
C
met...erbij, meegerekend
D
geen van allen

Slide 11 - Quiz

Wat betekent 'legendarisch'
A
iets wat leeg is
B
onbelangrijk detail
C
niet echt
D
zo beroemd dat er nog steeds over gesproken wordt

Slide 12 - Quiz

Wat betekent 'onherbergzaam'
A
woest, verlaten
B
niet gehoorzaam
C
in een herberg
D
heel saai

Slide 13 - Quiz

Wat betekent 'de mijlpaal'
A
een paaltje voor de afstand
B
een klein detail
C
de belangrijke gebeurtenis

Slide 14 - Quiz

Wat betekent 'verstoren'
A
onderbreken of hinderen
B
op z'n plek zetten
C
iets in orde brengen
D
een fout in de electriciteit

Slide 15 - Quiz

Dat was het Nieuwsbegrip van deze week.

  • Samen hebben we de tekst gelezen en opdracht 1 gemaakt 
  • Zelfstandig maken: Opdracht 1 en 2
  • DAARNA UPLOADEN IN DE CLASSROOM!

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide