Klinisch redeneren

Klinisch redeneren voor MVP beroepsbekwaam
LWP13157 
Les 1 7 februari 2022
MVP18blok
Diana Gunnink
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Klinisch redeneren voor MVP beroepsbekwaam
LWP13157 
Les 1 7 februari 2022
MVP18blok
Diana Gunnink

Slide 1 - Slide

Wat is de opdracht deze LWP?
Je legt een portfolio aan met daarin:
  • Een uitgewerkte casus 
  • Een artikel -> passend bij de casus
  • Een reflectie volgens Korthagen
  • Een ingevuld beoordelingsformulier van een medestudent ( m.b.t. tot jouw portfolio

Slide 2 - Slide

Vandaag
  • Theorie Klinisch redeneren -> opfrissen
  • Pluis/niet pluis gevoel
  • Planning maken
  • Bolletje 1 en 2 invullen

Slide 3 - Slide

Klinisch redeneren

Slide 4 - Slide

Lesdoelen

  • De student benoemt de 6 stappen van het  klinisch redeneren.
  • De student benoemt het belang van klinisch redeneren in relatie tot de werkpraktijk
  • De student legt de stappen van het klinisch redeneren uit
  • De student past de stappen van het klinisch redeneren toe in een casus
  • De student kan benoemen wat een pluis en niet-pluis gevoel is

Slide 5 - Slide

Klinisch redeneren

Slide 6 - Mind map

Waarom is klinisch redeneren zo belangrijk?

Slide 7 - Open question

Klinisch redeneren 
- Doe je continue als verpleegkundige 
- Theorie koppelen aan praktijk
- Volgens een methode gegevens analyseren en acties uitzetten op een systematische manier. 

Het doel van klinisch redeneren is om onderbouwd tot een beslissing te komen welke zorg voor een zorgvrager nodig is.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Stappen & redeneerhulpmiddelen
Stap 1: oriënteren op situatie (bijv. SBAR/MEWS/ABCDE)
Stap 1a: informatie verzamelen, stap 1b: risicoanalyse,  stap 1c: collega informeren indien nodig

Stap 2: mogelijke problemen in kaart brengen (Omaha/gordon)
Stap 2a: gegevens ordenen, stap 2b: hypothesen formuleren, stap 2c verbanden leggen.

Stap 3: Aanvullende observaties en onderzoeken (bijv. observatielijst of meting)
Stap 4: verpleegkundig beleid (PES/smart)
Stap 5: verloop monitoren (SOAP)
Stap 6: reflectie (STARRT)

Slide 10 - Slide

Stap 1. 
Orientatie op de situatie
Opdracht stap 1
  • Wat houd stap 1 in?
  • Welke redeneermiddelen kun je gebruiken in stap 1?
  • Wat is de SBAR, MEWS en ABCD methodiek?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Stap 2. 
Mogelijke problemen in kaart brengen
Opdracht stap 2
  • Wat houd stap 2 in?
  • Welke classificatiesystemen kunnen er worden gebruikt in stap 2?
  • Wat is een hypothese?
  • Geef 4 voorbeelden van een hypothese

Slide 16 - Slide

Stap 3.
Aanvullende onderzoeken en observaties
Opdracht stap 3
  • Wat houd stap 3 in?
  • Welke aanvullende onderzoeken kun je uitvoeren?
  • Welke observatielijsten gebruik jij in de praktijk? Geef 4 voorbeelden

Slide 17 - Slide

Stap 4.
Verpleegkundig beleid bepalen

Opdracht stap 4
  • Wat houd stap 4 in?
  • Beschrijf 'verpleegkundig beleid'.
  • Welke redeneerhulpmiddelen kun je gebruiken bij stap 4?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Stap 5.
Het verloop monitoren

  • Wat houd stap 5 in?
  •  Welke redeneerhulpmiddelen kun je gebruikten bij stap 5?
  • Gebruik je stap 5 al wel eens in de praktijk?

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Stap 6.
Reflectie
  • Wat houd stap 6 in?
  • Waarom is dit een hele belangrijke stap?
  • Welke reflectie hulpmiddelen kunt gebruiken? 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide

Pluis/niet-pluis

Slide 25 - Slide

Wie luistert naar een pluis/niet-pluis gevoel tijdens stage?

Slide 26 - Open question

Wat doe je als je naar dat gevoel luistert?

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide