Ned_woe_17mrt_Lezen_Boek2_h2

1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Terugblik 
Stillezen  of werken aan het boekverslag
Samen oefenen (kort)
Nakijken opdracht 3 (les dinsdag)
In tweetallen  aan de slag
Zelfstandig aan de slag
Evalueren
Vooruitblik 
Wisseling docent/pauze
Kahoot!

Slide 2 - Slide

Hoe was de les gegaan?
Goede werkhouding.

Wat heb je gedaan?
Begrijpend lezen










Slide 3 - Slide

Materiaal: methodeboek Nieuw Nederlands, laptop, leesboek, schrift en pen

Afwezigheid of te laat (huiswerk) noteren 

Respect (docent, klasgenoten)

Individueel aan de slag, maar ook in (vaste) tweetallen

Mobiele telefoon (Kahoot! en LessonUp)

Bij een online les mag de microfoon uitgezet worden.

Slide 4 - Slide


Week 15-19 maart 

Lesdag 1
Lezen hoofdstuk 2 blz 52-55, opdr 1-3 (havo)

Lesdag 2
Lezen hoofdstuk 2 blz 57, opdr 4 (havo)
Lezen hoofdstuk 2 blz 57-58, opdr 3 (vwo)

Lesdag 3
Lezen hoofdstuk 2 blz 58-60, opdr 4 (vwo)
Afmaken lezen hoofdstuk 2 havo/vwo
Kahoot!








Slide 5 - Slide

Week 22-26 maart


Lesdag 1
Lezen hoofdstuk 2 activiteitenboek blz 20-21 (havo, ongeveer aan het eind van het boek)

Lesdag 2
Herhaling na aanleiding van de toets. 
Onderdeel: lezen, spelling, grammatica of woordenschat
Hoofdstuk 1 activiteitenboek havo vanaf blz 11

Lesdag 3
Modules h1 grammatica/spelling & boekverslag & Kahoot!









Slide 6 - Slide


Week 15-19 maart 

Lesdag 1 Lezen hoofdstuk 2 
Lesdag 2 Lezen hoofdstuk 2 
Lesdag 3 Lezen hoofdstuk 2 + Kahoot!

Week 22-26 maart


Lesdag 1 Lezen hoofdstuk 2
Lesdag 2 Herhaling nav de toets (lezen, spelling, grammatica of woordenschat)
Lesdag 3 Modules h1 grammatica/spelling & boekverslag + Kahoot!

Let op: jouw boekverslag is ingeleverd op 25 maart








Slide 7 - Slide

stillezen of werken aan het boekverslag 
timer
15:00

Slide 8 - Slide

Lesdoel 
Onderdeel lezen
- Je weet dat je een standpunt/mening onderbouwt met argumenten
- Je weet dat je feitelijke argumenten kunt controleren
- Je weet dat je niet-feitelijke argumenten niet kunt controleren
- Je weet dat er verschillende manieren zijn om te argumenteren zoals een enkelvoudige argumentatie (één argument), meervoudige argumentatie (meer argumenten) en onderschikkende argumentatie (argumenten die onder elkaar staan en elkaar ondersteunen)


Slide 9 - Slide

Een onderschikkende argumentatie bestaat altijd maar uit één argument bij het standpunt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

'Immers, want, ook, omdat, namelijk, bovendien' zijn signaalwoorden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

De SvPO heeft kleine klassen. Er zitten maximaal 16 leerlingen in de klas.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie

Slide 12 - Quiz

Hij is geschikt voor deze baan als winkelmedewerker, want hij heeft al 5 jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij de Albert Heijn.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie

Slide 13 - Quiz

Wat hebben we behandeld?
Standpunt
Argumenten
Onderbouwen
Feitelijke/niet-feitelijke argumenten
enkelvoudige argumentatie
meervoudige argumentatie
Signaalwoorden

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide


Argumenten kun je herkennen aan signaalwoorden. Woorden als want, omdat, en immers geven aan dat er een argument volgt.

Of aan de woorden ik vind....., ik ben van mening...

Slide 16 - Slide

Nakijken opdr 3, blz 55 (havo)
Vraag 1 Wat is het onderwerp?
Vraag 2 Wat is het schrijfdoel?
Vraag 4 Welke signaalwoorden herken je voor een opsomming?
Vraag 8 Wat zijn feitelijke argumenten?
Vraag 11 Bij welke alinea begint het slot van deze tekst?

Slide 17 - Slide

Wat betekenen deze woorden?

Mijden = er niet komen
Faciliteren = mogelijk maken
Innovatieve = vernieuwende
Geraamde = geschatte
Monitoren = controleren

Slide 18 - Slide

Opdracht 4, blz 57 (havo)
Werk samen met jouw klasgenoot.

Zoek bij elk standpunt en argumenten welk blokjesschema past. Kleur of omcirkel de signaalwoorden.

LET OP: een blokjesschema mag meerdere keren ingezet worden.
timer
10:00

Slide 19 - Slide

Bladzijde 57 (havo) 'Wat hoort waar?'

Slide 20 - Slide

Antwoord (laat schema zien antwoorden Nieuw Nederlands)
1d
2c
3c
4b
5a
6c

Slide 21 - Slide

Nieuw Nederlands
Let op: boek VWO 3
Onderdeel lezen
De kip en het ei
Blz 57, 58
Onderdeel Lezen
Opdracht 3 (behalve vraag 8, 9)


Ben je klaar? Goed gedaan!  Laat je werk zien aan de docent.

Ga lekker stillezen (denk aan het boekverslag!)

Reminder docent: Kahoot!




timer
30:00

Slide 22 - Slide

Wat ging goed?
Wat kan er de volgende keer beter?

Slide 23 - Slide


Wat gaan we de volgende les doen?

Begrijpend lezen

Let op: je leesboek is uit op 23 maart.
Het boekverslag lever je 25 maart in.


Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

De smartphone is onmisbaar. Je kan er nu bijna overal geld mee overmaken.
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 26 - Quiz

Utrecht is een prettige stad om te wonen. Er wonen in Utrecht veel jonge gezellige mensen.
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 27 - Quiz

Onderwerp zoeken
Je leest de tekst oriënterend. 

Door naar de titel te kijken, tussenkopjes, plaatjes en de eerste of laatste zin (bij een korte tekst) of de eerste of laatste alinea (bij een lange tekst) kom je achter het onderwerp van de tekst.


Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link