Woordjes capítulo 3. adónde vas t/m claro
waarheen ga je
1 / 15
Items in this lesson
waarheen ga je
Slide 1 - Open question
ik ga naar huis
Slide 2 - Open question
kom je met mij mee?
Slide 3 - Open question
ja, oké/ afgesproken
oké!/ goed!
oké!/ goed!
Slide 4 - Open question
wij/jullie
Slide 5 - Open question
winkelen, boodschappen halen of doen
Slide 6 - Open question
te voet
Slide 7 - Open question
ik heb geen fiets
Slide 8 - Open question
wat jammer!
Slide 9 - Open question
tot een andere keer
Slide 10 - Open question
dag, doei!
tot ziens!
tot zien! tot over een tijdje
tot ziens!
tot zien! tot over een tijdje
Slide 11 - Open question
mijn moeder is thuis
Slide 12 - Open question
gaan we naar mijn huis met de fiets?
Slide 13 - Open question
heb je een fiets?
Slide 14 - Open question
natuurlijk
