mc1 p3 week 9 fysieke les

Week 9 p3 : qu'est-ce qu'on va faire?
  • Herkansing S.O. Indiquer le chemin, overige studenten gaan in stilte werken aan weektaak 9: opdrachten 3, 4, 5
  • werkwoorden invullen in de schema's in je werkwoordenreader/ enkele oefeningen met de grammatica van periode 3

Aan het einde van deze les:

  • kan ik  aller vervoegen en weet ik de uitgangen van de werkwoorden op -er
  • weet ik hoe en wanneer ik de futur proche gebruik
  • kan ik een Franse ontkennende zin maken en begrijpen
  • weet ik hoe een Franse woordvolgorde in de zin gaat

1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Week 9 p3 : qu'est-ce qu'on va faire?
  • Herkansing S.O. Indiquer le chemin, overige studenten gaan in stilte werken aan weektaak 9: opdrachten 3, 4, 5
  • werkwoorden invullen in de schema's in je werkwoordenreader/ enkele oefeningen met de grammatica van periode 3

Aan het einde van deze les:

  • kan ik  aller vervoegen en weet ik de uitgangen van de werkwoorden op -er
  • weet ik hoe en wanneer ik de futur proche gebruik
  • kan ik een Franse ontkennende zin maken en begrijpen
  • weet ik hoe een Franse woordvolgorde in de zin gaat

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

schrijf de présent van: aller en habiter op in je ww reader en geniet ondertussen van de traktatie!

Slide 3 - Slide

Ik ga een kamer reserveren voor de volgende week. Wat is de juiste vertaling?
A
Je réserve une chambre pour la semaine prochaine.
B
Je vais réserver une chambre pour la semaine prochaine.
C
Je vais réserve une chambre pour la semaine prochaine.
D
Je vais réserver pour la semaine prochaine une chambre.

Slide 4 - Quiz

Woordvolgorde in het Frans

Ik ga morgen een ijsje eten op het strand.               Je vais manger une glace á la plage demain. 
In het Frans zet je alle werkwoorden bij elkaar. ( en zo veel mogelijk aan het begin van de zin)

Tijdsbepaling (zoals, maintenent, demain, à midi) altijd vooraan gevolgd door komma of aan het einde van de zin. 

Slide 5 - Slide

Opdracht:
Zet de volgende woorden in de goede volgorde zodat er een Franse zin ontstaat:

Slide 6 - Slide

dans la classe - est - la fille - rentrée

Slide 7 - Open question

la fille - travailler -ne - à la boulangerie - pas -va

Slide 8 - Open question

Il ne regarde pas la télé.
NE / N'
PAS
Persoonsvorm
(1e werkwoord in de zin)
Onderwerp
Rest van de zin

Slide 9 - Slide

Stappenplan


1.   Zoek de persoonsvorm (eerste werkwoord in de zin).

2.  Zet ne voor de persoonsvorm

3. Zet pas achter de persoonsvorm


LET OP!: Begint de persoonsvorm met een klinker/h  -> n'



Slide 10 - Slide

  • woensdag weer in 2 groepen online les
  • we gaan dan weektaak 9 nakijken: maak in ieder geval opdracht 3 t/m 5 voor woensdag. 

Slide 11 - Slide