Klas 2 BBL Hoofdstuk 4.3

Hoofdstuk 4
4.3. Kan het sneller en beter?
1 / 31
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4
4.3. Kan het sneller en beter?

Slide 1 - Slide

Begin les
  • Ga naar: www.lessonup.app
  • Vul bij 'CODE INVOEREN' de code die op het bord staat in
  • Vul bij 'Hoe heet je?' je echte voornaam in

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Na afloop van deze les weet ik ...
  1. wat technologische ontwikkelingen zijn.
  2. wat mechanisatie en automatisering is.
  3. wat arbeidsproductiviteit is - en hoe het kan toenemen.

Slide 3 - Slide

Koop jij pas een nieuwe telefoon als je oude helemaal op is, of koop je er meteen een als er een nieuw model op de markt komt? Leg je keuze uit.

Slide 4 - Slide

Herhaling 4.1 en 4.2

Slide 5 - Slide

Gijs werkt elke dag van 15:00 uur tot 20:00 uur.
Gijs werkt
A
Deeltijd
B
Voltijd

Slide 6 - Quiz

De moeder van Joël werkt elke dag van 9:00 uur tot 17:00 uur.
De moeder van Joël werkt
A
Deeltijd
B
Voltijd

Slide 7 - Quiz

Welke taak heeft een manager?
A
Leidinggevend
B
Uitvoerend

Slide 8 - Quiz

Welke taak heeft een vakkenvuller?
A
Leidinggevend
B
Uitvoerend

Slide 9 - Quiz

Een bouwvakker werkt zonder helm op de bouw.
A
Fout
B
Goed

Slide 10 - Quiz

Een bouwvakker werkt met helm op de bouw.
A
Arbowet
B
Arbeidstijdenwet

Slide 11 - Quiz

Na 2 uur rijden neemt buschauffeur Mees een kwartier pauze.
A
Arbowet
B
Arbeidstijdenwet

Slide 12 - Quiz

Suzan is 15 jaar, ze gaat bij de Appie werken.
A
Arbowet
B
Arbeidstijden wet

Slide 13 - Quiz

Fiep is 20 en werkt bij de slager. Fiep moet altijd met handschoenen aan werken.
A
Arbowet
B
Arbeidstijdenwet

Slide 14 - Quiz

Uitleg par 4.3

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Bedenk een voorbeeld waaruit blijkt dat bedrijven technologische ontwikkelingen hebben toegepast

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Leerdoel 2:
Je kunt uitleggen wat mechanisatie en automatisering is.

Slide 19 - Slide

Mechanisatie= machines maken het werk van mensen lichter. 

Slide 20 - Slide

Automatisering= als computer de productie aansturen.

Slide 21 - Slide

Wat is voor een bedrijf een gevolg van mechanisatie en automatisering? Kies 2 antwoorden.
A
Er zijn minder werknemers nodig om te produceren.
B
Met evenveel werknemers kun je meer produceren.
C
Met evenveel werknemers kun je minder produceren.
D
Er zijn meer werknemers nodig om evenveel re produceren.

Slide 22 - Quiz

Waarom is produceren met de hand (=ambachtelijk) duurder dan vergelijkbare producten uit de fabriek.

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Waar is er op de
afbeelding sprake van?
A
Mechanisatie
B
Automatisering
C
Arbeidsproductiviteit
D
Afschrijving

Slide 26 - Quiz

Leerdoel 3:
 Je weet wat arbeidsproductiviteit is en hoe deze kan toenemen.

Slide 27 - Slide

Vroeger

Productie met de hand.
Kostte vaak veel tijd.
Nu
Door:
Mechanisatie en 
Automatisering kan meer meer producten maken in dezelfde tijd.

De arbeidsproductiviteit is gestegen.

Slide 28 - Slide

Arbeidsproductiviteit

  • de hoeveelheid producten die een werknemer in een bepaalde tijd kan maken
  • hoe hoger de arbeidsproductiviteit, hoe lager de productiekosten

Slide 29 - Slide

Bereken de productie per medewerker per maand uit.

Slide 30 - Open question

Maakwerk
Maak op Pincode:
4.3. opgaven 41 t/m 56

Keuze opdrachten:
Vond je het moeilijk → maak opdracht 17 t/m 22 op blz. 172

Vond je het makkelijk → maak opdracht 9 t/m 12 op blz. 175 



timer
10:00

Slide 31 - Slide