Klas 3 | 22 december (week 4)

Ga naar LessonUP :)
1 / 44
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Ga naar LessonUP :)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Link

Slide 7 - Slide

Aïe, j’ai fait UN MOUVEMENT trop rapide au tennis, j’ai mal au dos!
Waarom is dit het goede woord in de zin?

Slide 8 - Open question

Dans LA SOCIÉTÉ africaine, il y a beaucoup de gens pauvres.
Waarom is dit het goede woord in de zin?

Slide 9 - Open question

Pour GAGNER SA VIE , Momo travaille dans un café.

Waarom is dit het goede woord in de zin?

Slide 10 - Open question

Pour réserver une chambre, il faut S'ADRESSER À l’accueil de l’hôtel.
Waarom is dit het goede woord in de zin?

Slide 11 - Open question

Cet été, nous allons faire un voyage. On va DÉCOUVRIR le Maroc.
Waarom is dit het goede woord in de zin?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Quelle CHALEUR ! Il doit faire 38 degrés!

Waarom is dit het goede woord in de zin?

Slide 14 - Open question

Arrêtez de BAVARDER , le film commence!

Waarom is dit het goede woord in de zin?

Slide 15 - Open question

Harry était malade hier, on doit SUPPOSER qu’il ne vient pas à la fête.
Waarom is dit het goede woord in de zin?

Slide 16 - Open question

Mon grand-père est très ÂGÉ , il a 97 ans.

Waarom is dit het goede woord in de zin?

Slide 17 - Open question

Il faut MÉSURER ta chambre pour savoir si on peut mettre ton nouveau lit.
Waarom is dit het goede woord in de zin?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Hoe ziet Omar eruit?
Noem 2 dingen

Slide 21 - Open question

Wat is het beroep van Camille en Omar in Bamako?

Slide 22 - Open question

Wanneer draagt de oma van Mélina haar hoofdoek?

Slide 23 - Open question

Waarom draag je alleen een broekje in de hammam?

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

NU
VERLEDEN
TOEKOMST
FUTUR
PRÉSENT
IMPARFAIT
PASSÉ COMPOSÉ

Slide 27 - Drag question

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link

Slide 31 - Slide

Wat betekent:
Je jouais

Slide 32 - Open question

Wat betekent:
Tu jouais

Slide 33 - Open question

Wat betekent:
Il jouait

Slide 34 - Open question

Wat betekent:
Elle jouait

Slide 35 - Open question

Wat betekent:
On jouait

Slide 36 - Open question

Wat betekent:
Nous jouions

Slide 37 - Open question

Wat betekent:
Vous jouiez

Slide 38 - Open question

Wat betekent:
Ils jouaient

Slide 39 - Open question

Wat betekent:
Elles jouaient

Slide 40 - Open question

Slide 41 - Link

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

HUISWERK INLEVEREN GOFORMATIVE

Slide 44 - Slide