Staal groep 8 blok 5 week 3 les 1

Staal groep 8 blok 5 week 3 les 1
Welkom!
Vandaag gaan we eerst oude categorieën oefenen.
Vervolgens doen we een dictee en herhalen we ontleden.
We sluiten af met het oefenen van woorden met het koppelteken die je ook in het werkboek moet schrijven en een korte bespreking van de overige opdrachten in het werkboek.
1 / 38
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Staal groep 8 blok 5 week 3 les 1
Welkom!
Vandaag gaan we eerst oude categorieën oefenen.
Vervolgens doen we een dictee en herhalen we ontleden.
We sluiten af met het oefenen van woorden met het koppelteken die je ook in het werkboek moet schrijven en een korte bespreking van de overige opdrachten in het werkboek.

Slide 1 - Slide

klik op het speakertje

Welke categorie is de eerste klankgroep van het woord?
A
tremawoord
B
lollywoord
C
kilowoord
D
tropisch-woord

Slide 2 - Quiz

klik op het speakertje

Welke categorie is de tweede klankgroep van het woord?
A
tremawoord
B
lollywoord
C
kilowoord
D
tropisch-woord

Slide 3 - Quiz

klik op het speakertje

Welke categorie is de laatste klankgroep van het woord?
A
tremawoord
B
lollywoord
C
kilowoord
D
tropisch-woord

Slide 4 - Quiz

De goede antwoorden waren:
hygiënisch
lollywoord

hygiënisch
tremawoord

hygiënisch
tropisch-woord

Slide 5 - Slide

klik op het speakertje

Welke categorie is de eerste klankgroep van het woord?
A
chefwoord
B
luchtwoord
C
kilowoord
D
garagewoord

Slide 6 - Quiz

klik op het speakertje

Welke categorie is de tweede klankgroep van het woord?
A
chefwoord
B
tropisch-woord
C
kilowoord
D
lollywoord

Slide 7 - Quiz

De goede antwoorden waren:
chorizo
luchtwoord

chorizo
kilowoord

Slide 8 - Slide

klik op het speakertje

Welke categorie is de eerste klankgroep van het woord?
A
klankgroepenwoord met lange klank
B
klankgroepenwoord met korte klank
C
klankgroepenwoord met tweetekenklank
D
klankgroepenwoord met medeklinker

Slide 9 - Quiz

klik op het speakertje

Welke categorie is de tweede klankgroep van het woord?
A
chefwoord
B
klankgroepenwoord met korte klank
C
langermaakwoord
D
klankgroepenwoord met medeklinker

Slide 10 - Quiz

De goede antwoorden waren:
Blozend
klankgroepenwoord met lange klank aan het eind

Blozend
langermaakwoord

Slide 11 - Slide

klik op het speakertje

Welke categorie is de tweede klankgroep van het eerste woord?
A
tropisch-woord
B
kilowoord
C
komma-s meervoud
D
komma-s bij bezit

Slide 12 - Quiz

Het goede antwoord was D.
Evi's

komma-s bij bezit, want het bureau is van Evi

Slide 13 - Slide

klik op het speakertje

Welke categorie is de eerste klankgroep van het woord?
A
klankgroepenwoord met een korte klank aan het eind
B
klankgroepenwoord met een lange klank aan het eind
C
caféwoord
D
colawoord

Slide 14 - Quiz

Het goede antwoord was D.
spectaculair

colawoord

Slide 15 - Slide

klik op het speakertje

Welke categorie is de laatste klankgroep van het woord?
A
klankgroepenwoord met een korte klank aan het eind
B
klankgroepenwoord met een medeklinker aan het eind
C
militairwoord
D
trottoirwoord

Slide 16 - Quiz

Het goede antwoord was C.
spectaculair

militairwoord

Slide 17 - Slide

het dictee!
Klik op het speakertje om het woord of de zin te horen.

Slide 18 - Slide

het dictee
Klik op het speakertje.

Slide 19 - Open question

het dictee
Klik op het speakertje.

Slide 20 - Open question

het dictee
Klik op het speakertje.

Slide 21 - Open question

het dictee
Klik op het speakertje.

Slide 22 - Open question

het dictee
Klik op het speakertje.

Slide 23 - Open question

het dictee
Klik op het speakertje.

Slide 24 - Open question

Hoe zat het ook alweer met zinsdelen?

Slide 25 - Slide

Hoe zat het ook alweer met zinsdelen?

Slide 26 - Slide

Vorige week hebben we het meewerkend voorwerp behandeld.
Dat vond je door de vraag te stellen:
Aan of voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?
Voorbeeld:
De juf gaf haar een compliment.
gezegde: gaf
onderwerp: de juf    (Wie gaf?)
lijdend voorwerp: een compliment   (Wat gaf de juf?)
meewerkend voorwerp: haar   (Aan wie gaf de juf een compliment)

Slide 27 - Slide




Klik op het speakertje
A
persoonsvorm
B
onderwerp
C
persoonlijk voornaamwoord
D
lijdend voorwerp

Slide 28 - Quiz




Klik op het speakertje
A
persoonsvorm
B
onderwerp
C
persoonlijk voornaamwoord
D
lijdend voorwerp

Slide 29 - Quiz




Klik op het speakertje
A
persoonsvorm
B
onderwerp
C
persoonlijk voornaamwoord
D
lijdend voorwerp

Slide 30 - Quiz




Klik op het speakertje
A
gezegde
B
onderwerp
C
meewerkend voorwerp
D
lijdend voorwerp

Slide 31 - Quiz




Klik op het speakertje
A
gezegde
B
onderwerp
C
meewerkend voorwerp
D
lijdend voorwerp

Slide 32 - Quiz




Klik op het speakertje
A
gezegde
B
onderwerp
C
meewerkend voorwerp
D
lijdend voorwerp

Slide 33 - Quiz

het koppelteken
Wanneer gebruik je ook alweer een koppelteken?

Zie daarvoor het filmpje op de volgende slide.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Link

het werkboek
1
2

Slide 36 - Slide

het werkboek
1
2

Slide 37 - Slide

Dit was de les!
Succes met het maken van alle opdrachten.
Vergeet de lessen op Gynzy niet.

Slide 38 - Slide