Differentiatie samenstellingen tussenletter

Welkom bij Nederlands!
Pak je schrift, boek en pen.
Pak je mobieltje en log in op Lessonup.io

1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Pak je schrift, boek en pen.
Pak je mobieltje en log in op Lessonup.io

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Info
  • Quizvragen
  • Uitleg Spelling
  • ZS: H3, Spelling
  • ZF: H3, Spelling
  • Nabespreken les
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide



Info
Vandaag beginnen we met H3 Spelling.
Schrijven hoeft niet met dit hoofdstuk.

Woensdag hebben we het over samengestelde zinnen gehad. Eerst nog wat opfrisvragen hierover!!



Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide



Info
Volgende week maandag is het SO van H3.
Je moet dan leren:
- Lezen (oefenen ELO!)
- Woordenschat (woordenlijst & oefenen ELO!)


Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 4 - Slide

Is de zin een samengestelde zin?
Je kunt te allen tijde bij je mentor studieadvies vragen.
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Is de zin een samengestelde zin?
Ik kan het bedrag wel contant betalen, maar bij voorkeur pin ik even.
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Is de zin een samengestelde zin?
Jetta krijgt een bril, omdat ze in de verte niet goed kan zien.
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz



Herhaling Werkwijze
De drie groepen:
Paars - luistert naar extra uitleg
Blauw - luistert naar uitleg en werkt dan zelf
Groen - mag meteen zelf aan de slag.

Ik verwacht dat iedereen goed aan de slag gaat.


Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 8 - Slide



Doel

Je kunt tussenletters in samenstellingen goed spellen



Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 9 - Slide



Vind je spelling gemakkelijk?

Dan kun je nu vast aan het werk!

De paarse en blauwe groep luisteren  nog.

Huiswerk:
H3, Spelling, opdracht 1, 2, 3, opdracht 4 OF 5 & opdracht 6.

Klaar? Kijk je werk na.

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting
Groene groep

Slide 10 - Slide



Samenstelling

Fiets + kar

=

fietskar

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 11 - Slide



Samenstelling

Twee bestaande woorden aan elkaar =

samenstelling

Soms moet je tussenletters gebruiken om een goede samenstelling te maken.


fiets+kar=fietskar

paard+stal=paardENstal

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 12 - Slide



Tussenletters -en-

Het eerste deel heeft alléén een meervoud op -en.


krant+jongen=krantENjongen

eerste deel = krant(en)

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 13 - Slide



Tussenletters -e-

- Het eerste deel heeft een meervoud op -en EN op -s

seconde+wijzer=secondewijzer

Want: secondeS secondeN 

- Het eerste deel geen meervoud op -en

rijst+pap=rijstEpap

horloge+maker=horlogemaker

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 14 - Slide



Tussenletters -e-

- Het eerste deel heeft een versterkende betekenis

beer+sterk=berEsterk

- Het eerste deel is géén zelfstandig naamwoord

lach+bek=lachEbek (lachen = ww)

- Het eerste deel is er maar eentje van

zon+schijn=zonnEschijn

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 15 - Slide



Tussenletters -s-

-Deze kun je meestal horen

lieveling+dier=lievelingSdier


!! Twijfel je over de tussen-s?

Vervang het tweede deel!

station+chef=...??

station+plein=stationSplein

dus: stationSchef

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 16 - Slide



Aan de slag!

Nu kunnen  jullie aan de slag.


Huiswerk:
H3, Spelling, opdracht 1, 2, 3, opdracht 4 OF 5 & opdracht 6.

Klaar? Kijk je werk na.




Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 17 - Slide



ZS
  • Je werkt voor jezelf en in stilte.
  • Je weet wat je moet doen.


Je maakt H3 Spelling.

Klaar? Je kunt nakijken.

Huiswerk:
H3, Spelling, opdracht 1, 2, 3, opdracht 4 OF 5 & opdracht 6.




Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 18 - Slide



ZF
  • Je werkt voor jezelf. Je mag fluisterend overleggen.
  • Je weet wat je moet doen.



Je maakt H3 Spelling.

Klaar? Je kunt nakijken.


Huiswerk:
H3, Spelling, opdracht 1, 2, 3, opdracht 4 OF 5 & opdracht 6.





Vandaag
  • Info
  • DDU
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 19 - Slide



Doel

Je kunt tussenletters in samenstellingen goed spellen



Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 20 - Slide

Afsluiting

Leren voor je SO!!


Huiswerk:
H3, Spelling, opdracht 1, 2, 3, opdracht 4 OF 5 & opdracht 6.


Slide 21 - Slide

Oefenen

Slide 22 - Slide

Welke samenstelling heeft dit woord?

blindedarm
A
Het eerste deel gaat over iets waarvan er echt maar één is
B
Het eerste deel heeft behalve een meervoud op -en ook een meervoud op -s
C
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
D
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord

Slide 23 - Quiz

Welke samenstelling heeft dit woord?

huilebalk
A
Het eerste deel gaat over iets waarvan er echt maar één is
B
Het eerste deel heeft behalve een meervoud op -en ook een meervoud op -s
C
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
D
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord

Slide 24 - Quiz

Welke samenstelling heeft dit woord?

keuzevrijheid
A
Het eerste deel gaat over iets waarvan er echt maar één is
B
Het eerste deel heeft behalve een meervoud op -en ook een meervoud op -s
C
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
D
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord

Slide 25 - Quiz

Welke samenstelling heeft dit woord?

pikkedonker
A
Het eerste deel gaat over iets waarvan er echt maar één is
B
Het eerste deel heeft behalve een meervoud op -en ook een meervoud op -s
C
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
D
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord

Slide 26 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
reuzenmop
B
reuzemop

Slide 27 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
gedaanteverwisseling
B
gedaantenverwisseling

Slide 28 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
moederskind
B
moederkind

Slide 29 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
zondagrijder
B
zondagsrijder

Slide 30 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
bessesap
B
bessensap

Slide 31 - Quiz