9.1 Botten bewegen

Module 9.1 botten en bewegen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Module 9.1 botten en bewegen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kan een aantal botten benoemen bij naam en weet waar ze zitten
  • Je kent de drie  functies van het skelet
  • Je weet hoe je wervelkolom klappen opvangt
  • Je kent de drie verschillende gewrichten en kan uitleggen hoe ze werken
  • Je kent verschillende botverbindingen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Het skelet
  • Een skelet  bestaat uit 206 botten
  •  De botten in je hoofd vormen je schedel
  • Je langste botten zijn  de dijbeenderen
  • Aan de kant van de pink
  • Aan de kant  van  pink zit de ellepijp en aan de kant van de duim zit het spaakbeen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Welke functies heeft
het skelet?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Functies van het skelet
Vorm
Beweging
Stevigheid
Bescherming

Slide 5 - Slide

Eventueel nog de rol van been(merg) bij de vorming van bloedcellen noemen.
Waar bestaan botten uit
  • het skelet bestaat uit been
  • been bestaat uit kalk en lijmstof
  • kalk zorgt voor stevigheid
  • lijmstof zorgt voor buigzaamheid

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Kraakbeen en been

  • Kraakbeenweefsel bestaat uit kraakbeencellen. Tussencelstof met veel lijmstof en weinig kalk.

  • Beenweefsel bestaat uit beencellen. Tussencelstof met veel kalk en weinig lijmstof.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Verloop lijmstof en kalkzouten

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wervelkolom
  • Dubbele S-vorm
  • Tussenwervelschijven die bestaan vooral uit kraakbeen.
  • Deze twee eigenschappen zorgt als een  soort schokdemper. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Botverbinding
1. Vergroeiing

2.Naadverbinding

3. Kraakbeenverbinding

4 Gewricht
1
2
4
3
Het lijkt alsof je één bot ziet, maar in werkelijkheid zijn het meerdere botten. De afzonderlijke botten kunnen niet bewegen ten opzichte van elkaar. Een voorbeeld hiervan is het heiligbeen. Dit zijn eigenlijk 5 wervels die aan elkaar zijn vergroeid tot een bot.
De botten zitten aan elkaar vast. Tussen de botten zie je een naad. De botten kunnen niet bewegen. In de schedel zijn meerdere botten aan elkaar gegroeid maar blijf je de naden zien. Het blijven dus afzonderlijke botten.
Tussen de botten zit een laagje kraakbeen. Er kan beweging plaatsvinden tussen de botten. Denk aan het borstbeen en de ribben.
Tussen de botten zit een verbinding die voor een goede beweging zorgt. Een bekend gewricht is het kniegewricht. Er zijn verschillende soorten gewrichten. In de leertaak 'gewricht' komt dit verder aan bod.
Fontatellen (wit)
Wat is het nut van het hebben van fontanellen bij pasgeboren baby's? (meerdere antwoorden mogelijk)

Bij de ontwikkeling groeien de hersenen enorm snel. Door de fontanellen kan de schedel snel en goed meegroeien.

De schedeldelen kunnen dan nog bewegen waardoor het hoofdje wat kan krimpen. Handig bij de geboorte.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

3 Typen gewrichten

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Opbouw gewrichten

Slide 12 - Slide

This item has no instructions


Kennistest

Slide 13 - Slide

Er volgen nu drie vragen om de voorkennis van de leerling te testen.
Noem 2 functies van het skelet.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

1
2
3
4
vergroeiing
naadverbinding
gewrichten
 kraakbeen

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

In de botten van oudere
mensen zit...?
A
Veel lijmstof en weinig kalk
B
Weinig lijmstof en veel kalk
C
Weinig lijmstof en weinig kalk
D
Veel lijmstof en weinig kalk

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

rolgewricht 
scharnier gewricht
kogel gewricht

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

De wervelkolom werkt als schokdemper door:
A
Dubbele S-vorm
B
Tussenwervelschijven
C
Dubbele S-vorm en de tussenwervelschijven
D
Gewricht

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de woorden naar de juiste plek 
wervelkolom
staartbeentje
bekken

nekwervel
schedel
ribben

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Huiswerk
Maken opdracht 1 t/m 24 van 9.1

Slide 20 - Slide

This item has no instructions