Dag 3

• NT2
• ISK

Thema 4 - eten - dag 3

duur

• iets wat veel geld kost
• duur < > goedkoop
• zin: De jas is heel duur.
• zin: Deze dure schoenen vind ik heel mooi.

`15

de energiedrank

• drank die je energie geeft
• drank met veel suiker
• in een blikje
• de drank - de dranken
• zin: Als ik moe ben drink ik een energiedrank.

16

eten

• iets in je mond stoppen
• werkwoord
• ik eet - wij eten 
• zin: Ik eet graag een appel.
• zin: Wij eten altijd om 6 uur.

17

de euro

• het geld in Nederland / Europa 
• munten en briefjes
• €
• de euro - de euro's
• zin: Een brood kost 2 euro.
• zin: Ik moet 5 euro betalen.

18

flink

• zeer of hard
• heel erg
• zin: Een telefoon is flink duur.
• zin: Het waait en regent flink.

19

het fruit

• zachte vruchten van bomen en struiken die je kunt eten, zoals appels en peren. 
• zin: Op de fruitschaal liggen een paar stukken fruit. 
• zin: Fruit eten is gezond. 

20

het geld

• de munten en papieren waarmee je kunt betalen
• zin: Ze verdient veel geld met haar nieuwe baan.  
• zin: Het meisje krijgt geld van haar ouders. 

21

15

Welk eten is duur?

Welk woord staat hier?

ejknardeigrene

16

1. eigenaardig
2. energiedranken
3. energiedrank
4. energiedrankje

Hoe vaak hoor je het woord

eten?

17

1. 2 keer
2. 4 keer
3. 3 keer
4. 5 keer

21

euro

ander geld

Welke zin betekent hetzelfde?

Het regent en waait flink.

19

1. Het regent en waait heel erg.
2. Het regent en het waait niet.
3. Het regent en waait een beetje.
4. Het regent en het waait hard.

Maak een zin met het woord:
euro

18

Op welk plaatje zie je:
fruit?

20

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat zou jij doen als je heel veel geld had?

21