slavernij in de koloniën

1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Driehoeks handel en de WIC
  • 1667: kolonie Suriname op het Amerikaanse vasteland
  • koffie en suikerplantages 

Slide 2 - Slide

De suikerplantages van Suriname
  • Deze slaven uit Afrika werden aangevoerd door middel van de trans- Atlantische slavenhandel (driehoekshandel).
  • Suriname werd veroverd op de Engelsen door Zeeuwen en Hollanders. 
  • De Staten- Generaal zorgden voor soldaten die de belangen van de plantagehouders verdedigden.

Slide 3 - Slide

De suikerplantages van Suriname
  • Deze soldaten traden op bij opstanden en bij aanvallen op de plantages.
  • Door de jaren ontstond in Suriname een gemengde samenleving van Europeanen, slaven, vrije zwarten, mensen van gemengde afkomst (mulatten) en Indianen.
  • Ook vrije zwarten en mulatten kochten slaven, waardoor slavernij een wijdverbreid verschijnsel was.

Slide 4 - Slide

John Stedman en Boni
Boni: beroemde vrijheidsstrijder (marron)
Stedman: Schots-Nederlandse officier van de Republiek
Abolitionisme!
Komt uit de verlichte ideeën over gelijkheid en rechtvaardigheid
Slavenhandel werd eerst afgeschaft, later slavernij

Slide 5 - Slide

John Stedman en Boni
  • Eén van deze soldaten was John Stedman. Hij schreef een boek over zijn belevenissen in Suriname.
  • De Britse uitgever censureerde het boek, maar ondanks alle aanpassingen werd het boek van Stedman erg belangrijk in de strijd tegen slavernij.
  • Deze strijd begon eind 18e, begin 19e eeuw in de Verenigde Staten en in Europa.

Slide 6 - Slide

John Stedman en Boni
  • Boni was een vrijheidsstrijder in Suriname, kind van een slaveneigenaar en een slavin. De moeder van Boni werd verstoten en vluchtte het oerwoud in en sloot zich aan bij marrons. 
  • Dit waren gevluchte slaven die regelmatig plantages aanvielen om slaven te bevrijden.
  • Boni werd een leider van de marrons. Hij liet een sterk fort bouwen, in een moeras in het oerwoud. om van daaruit zijn aanvallen uit te voeren.
  • De Staten- Generaal stuurde extra troepen naar Suriname.

Slide 7 - Slide

Anti- slavernij beweging
  • In de westerse samenlevingen groeide de weerstand tegen slavernij en slavenhandel.
  • Het abolitionisme ontstond vanuit verlichte ideeën over gelijkheid en rechtvaardigheid.
  • Ook in religieuze kringen ontstond steeds meer verzet, omdat volgens christenen dit slecht samenging met naastenliefde en respect.
  • Aan het begin van de 19e eeuw besloten een aantal grootmachten dat er een einde moest komen aan de slavenhandel en de slavernij. 

Slide 8 - Slide

Anti- slavernij beweging
  • Slavenhandel werd verboden, maar voor de afschaffing van de slavernij waren de economische belangen te groot.
  • Groot- Brittannië besloot slavenhouders financieel te compenseren voor het afschaffen van de slavernij.
  • Hierdoor werd in 1833 de slavernij in Groot- Brittannië afgeschaft.
  • In Nederland werd op 1 juli 1863 de slavernij afgeschaft.

Slide 9 - Slide

maken: 3 t/m 5 & 7                                                                                                                                                                                                                                              

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide