H5 par 5.1.2 Handel en nijverheid in de Republiek

Memo hm 2
H5. De tijd van regenten en vorsten
De Gouden Eeuw
par. 5.1 Handel en nijverheid in de Republiek
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Memo hm 2
H5. De tijd van regenten en vorsten
De Gouden Eeuw
par. 5.1 Handel en nijverheid in de Republiek

Slide 1 - Slide

Programma

  • Terugblik vorige les
  • Uitleg 5.1.2-5.1.3
  • Huiswerk bespreken
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting les
1600-1700 Tijdvak 6 
Tijd van regenten en vorsten 
Periode: Vroegmoderne tijd

Slide 2 - Slide

1) Wat is nijverheid?
A
Het kopen en verkopen van grondstoffen of producten.
B
Het (handmatig) maken van producten of onderdelen daarvan met behulp van grondstoffen.
C
Het verbouwen van gewassen op akkers en het houden van dieren.
D
Met machines van grondstoffen producten of onderdelen daarvan maken.

Slide 3 - Quiz

2) Welke twee oorzaken zorgden voor een enorme bloei in de handel en nijverheid in de Republiek in de zeventiende eeuw?
A
Handel met Azië
B
Handel met Oostzeegebied
C
Verschuiving van de handel van Aken naar Amsterdam
D
Verschuiving van de handel van Antwerpen naar Amsterdam

Slide 4 - Quiz

3) Hoe werd Amsterdam het centrum van de wereldhandel? Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.

I Vlaamse protestantse kooplieden en ambachtslieden kooplieden namen geld, kennis en handelscontacten mee en verplaatsten bedrijven.
II Vlaamse protestantse kooplieden en ambachtslieden vluchtten.
III) Val van Antwerpen. IV) De Schelde werd afgesloten.

A
III, II, I, IV
B
III, IV, II, I
C
IV, II, III, I
D
IV, III, I, II

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen
3) Ik kan uitleggen hoe kooplieden en ambachtslieden in de Republiek hun geld verdienden.
4) Ik kan uitleggen welk gevolg de Val van Antwerpen had voor de Amsterdamse stapelmarkt. 
5) Ik kan in eigen woorden uitleggen wat handelskapitalisme is.
6) Ik kan met behulp van een voorbeeld uitleggen dat rijke mensen in de 17e eeuw ook op nieuwe manieren geld probeerden te verdienen.

Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

De Amsterdamse stapelmarkt
  • In de 17e eeuw was Amsterdam de belangrijkste stapelmarkt van Europa.
  • Gekochte producten werden eerst opgeslagen in pakhuizen en pas verkocht wanneer de prijzen hoog genoeg waren.

  • Vóór 1585 vooral handel in grondstoffen zoals hout en graan. 
  • Na de Val van Antwerpen ook handel in luxeproducten zoals bont, dure stoffen en specerijen.

Slide 8 - Slide

De Amsterdamse stapelmarkt
  • Door de toenemende handel groeide ook de nijverheid. 

  • Ambachtslieden uit Antwerpen verplaatsten hun bedrijven naar Amsterdam (lakenindustrie). Zij maakten luxeproducten.

  • Ambachtslieden verdienden geld met bijvoorbeeld scheepsbouw of het maken van prachtige stoffen van wol (laken).

Slide 9 - Slide

Hoe noemen we een plaats waar goederen worden verzameld en bewaard vóór ze worden doorverkocht?
A
Stapelmarkt

Slide 10 - Quiz

Voor 1585 werd in Amsterdam veel gehandeld in luxeproducten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

De Amsterdamse stapelmarkt
Handelskapitalisme = Een manier van geld verdienen waarbij kooplieden proberen met handel zoveel mogelijk winst te maken.

Handelaren lieten grondstoffen uit verre landen bewerken door arbeiders/ nijverheid om ze vervolgens met winst te verkopen.

Winsten (kapitaal) werden geïnvesteerd in nieuwe schepen,  producten of uitproberen van nieuwe vaarroutes.

Slide 13 - Slide

Handelskapitalisme is een manier van geld verdienen waarbij kooplieden proberen met nijverheid zoveel mogelijk winst te maken.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

De Amsterdamse stapelmarkt
  • Een groeiende groep mensen in de Republiek werd rijk (bijvoorbeeld kooplieden).

  • Probeerden op nieuwe manieren geld te verdienen.

  • Droogleggen van meren met windmolens. Hierdoor ontstonden polders, waarvan ze de nieuwe landbouwgrond konden verpachten.

Slide 15 - Slide

Wat helpt bij het leren?
  • Leerdoelen gebruiken
  • Oefenen met begrijpend lezen 
  • Bijblijven dus huiswerk maken en leren
  • Herhalen van leerstof (stapelen)
  • Nieuwsgierig zijn: vragen stellen
  • Veel historische filmfragmenten over de onderwerpen bekijken

Slide 16 - Slide

Leerdoelen
3) Ik kan uitleggen hoe kooplieden en ambachtslieden in de Republiek hun geld verdienden.
4) Ik kan uitleggen welk gevolg de Val van Antwerpen had voor de Amsterdamse stapelmarkt. 
5) Ik kan in eigen woorden uitleggen wat handelskapitalisme is.
6) Ik kan met behulp van een voorbeeld uitleggen dat rijke mensen in de 17e eeuw ook op nieuwe manieren geld probeerden te verdienen.

Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 17 - Slide

Aan de slag
Wat? Zie whiteboard.
Hoe? Alleen 
Hulp? Bij je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit? Dan bij je docent. 
Tijd? Tot het einde van de les. 
Klaar? Leer begrippen en jaartallen. Vraag docent. 

Slide 18 - Slide