5.2 herhaling

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

5.2

Leerdoelen:

Ik kan uitleggen waar de brutowinstopslag voor is.

Ik kan de verkoopprijs uitrekenen.

Ik kan de consumentenprijs uitrekenen.

Hoe bereken je de verkoopprijs uit?

1. Inkoopprijs + btw
2. Inkoopprijs - brutowinstopslag
3. Brutowinstopslag + btw
4. Inkoopprijs + brutowinstopslag

Inkoopprijs €120
Brutowinstopslag 190%
Bereken de verkooprijs.

Hoe bereken je de consumentenprijs?

1. verkoopprijs - btw
2. verkoopprijs + btw
3. inkoopprijs + verkoopprijs
4. inkoopprijs x verkooprijs

Verkooprijs is € 300 Btw is 21%
Bereken de consumentenprijs.

Inkoopprijs is €15
Brutowinstopslag is 85%
Btw is 21 %
Bereken de consumentenprijs.

5.3

5.3 Leerdoelen

Ik kan het verschil tussen omzet en afzet opschrijven.

Ik kan de omzet berekenen.

Ik kan de brutowinst berekenen.

Ik kan het nettoresultaat berekenen en ik weet of dit netto winst of verlies is.

Het aantal producten dat je verkoopt noem je....

1. omzet
2. afzet
3. winst
4. verkoopprijs

Omzet =

1. afzet + verkooprijs
2. afzet : verkooprijs
3. afzet x verkooprijs
4. verkoopprijs - afzet

Een ander woord voor omzet is

1. Winst
2. verkoopopbrengst
3. Nettowinst
4. Brutowinst

Brutowinst =

1. Inkoopwaarde - Omzet
2. Omzet - bedrijfskosten
3. Omzet + Winst
4. Omzet - Inkoopwaarde

Met de verkoop van T-shirts behaal je een omzet van €12.600.
Je hebt de T-shirts ingekocht voor in totaal €6500. Bereken de brutowinst.