EHBO les 1

EHBO

1 / 38
next
Slide 1: Slide
VerzorgingEHBOMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

EHBO

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

les 1

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

planning komende weken:
ala 4: reageren op onverziende- en crisissituaties (EHBO)
week 1: introductie EHBO, aftekenlijst,  protocollen, wettelijke richtlijnen, uitleg digibieb opdracht. voorbereiden presentatie
week 2: hemelvaart.
week 3:presentatie, eerst hulp bij pob, vagale reactie etc.., ABCDEF uitleg en uitdeelkaartje, oefenen mitella en brede das
week 4: theorie verbanden, oefenen verschillende verbanden ( dek, steun/druk)
week 5: het bewegingsapparaat, steunverband aanleggen, ondersteuning botbreuk.
week 7: brandwonden, vergiftiging, teek.
Week 8: mobilisatie noodsituatie, Reanimatie.
Week 9: Reanimatie

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Doel van deze les:

* ik kan uitleggen wat EHBO betekent.

*ik kan vertellen wat de 5 stappen van EHBO zijn.

* Ik weet hoe ik hulp kan regelen.

* ik kan 5 accesoires vertellen die in een EHBO koffer zitten


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is EHBO?
En wanneer gebruiken we het?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat doe je als iemand
gewond is?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

EHBO

Eerste

Hulp

Bij

Ongevallen / Ongelukken

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

EHBO basis regels
  1. Let op gevaar
  2. Ga na wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert
  3. Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting
  4. Zorg voor professionele hulp
  5. Help het slachtoffer op de plaats waar hij zit of ligt

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Centrale
  • Wie heb je nodig?
  • Waar ben je?
  • Wat is er gebeurd?
  • Wie is er gewond?


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

De inhoud van de koffer

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

EHBO koffer

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

AED???
AED???

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is een AED?

Een Automatische Externe Defibrillator (AED)


een draagbaar apparaat dat het hartritme weer kan herstellen bij een hartstilstand. Dit gebeurt door het geven van een elektrische schok.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Even herhalen...... (deel 2)
 Paragraaf 2.2

Pak je telefoon, het is quiz-tijd.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Waar staat de afkorting EHBO voor?
A
Eerst helpen, blijf kalm.
B
Eerste hulp bij onder uitgaan.
C
Eerste hulp bij oproepen.
D
Eerste hulp bij ongevallen.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Er zijn vier stappen in de ehbo:
a. alarmeren, b. ehbo verlenen,
c. veiligheid, d. slachtoffer.
Wat is de juiste volgorde?
A
a - b - c - d
B
a - b - d - c
C
c - d - a - b
D
c - d - b - a

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wie verleent EHBO?
A
Iedereen
B
De dokters in het ziekenhuis
C
Politie, brandweer en ambulance
D
Alleen mensen met een EHBO-diploma

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel belangrijke punten zijn er bij EHBO?
A
6
B
5
C
4
D
3

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

welke basisregel van de EHBO is juist
A
verplaats het slachtoffer
B
let op gevaar
C
bel de conciërge
D
zorg voor de omstanders

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welk punt is 1 van de basisregels van EHBO
A
Koel het slachtoffer door koud water op zijn gezicht te deppen
B
verwijder kleding en sieraden van het slachtoffer
C
stel het slachtoffer gerust
D
blijf het slachtoffer aanspreken totdat hij bij bewustzijn komt

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Iemand is gewond en je bent in Frankrijk. Welk nummer moet je bellen?
A
119
B
999
C
211
D
112

Slide 22 - Quiz

In heel Europa kun je naar 112 bellen!
Kan je altijd 112 bellen?
A
Nee, ik moet beltegoed hebben.
B
Nee, ik moet een SIM-kaart hebben
C
Nee, ik moet beltegoed + een SIM-kaart hebben
D
Ja, ik kan ALTIJD 112 bellen (met batterij)

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Er is een ongeluk gebeurd. De airbags zijn niet open gegaan. Wat is goed?
A
Pas op, de airbags kunnen nog open gaan!
B
De airbags kunnen nu niet meer open gaan.

Slide 24 - Quiz

Pas op, de airbags kunnen altijd later nog bij een auto open gaan! Dit gebeurt niet altijd meteen tijdens het ongeluk.
Een man is van zijn ladder afgevallen. Hij ligt met pijn en een beetje bloed op de grond. De ladder kan om gaan vallen. Wat doe je eerst?
A
112 bellen
B
Het bloed weg vegen
C
De ladder pakken en veilig weg zetten
D
De man laten zitten op een stoel

Slide 25 - Quiz

Als eerste moet je zorgen voor de veiligheid. De ladder is niet veilig en daarom moet je die eerst weg zetten. Anders kan deze op de man of op jou vallen tijdens het geven van de hulp. Kijk daarna of het nodig is om 112 te bellen. Als dat niet hoeft, dan verzorg je de man zelf.
Je gaat naar binnen bij jouw buurvrouw en zij ligt stil op de grond. Je schudt aan haar schouders, je roept maar ze reageert nergens op. Wat doe je als eerst?
A
Ademhaling controleren
B
112 (laten) bellen
C
Starten met reanimatie
D
Een kussen onder het hoofd leggen

Slide 26 - Quiz

Als iemand niet reageert, dan moet je meteen 112 (laten) bellen! Roep ook hard om hulp, zodat mensen je mogelijk horen en kunnen komen helpen. Controleer nu de ademhaling. Ademt ze niet, start dan zelf met de reanimatie. Dat zullen de mensen van 112 ook stap voor stap vertellen. 
Een man ligt stil op de grond, hij is gevallen. Hij ligt op zijn buik en beweegt niet. Zijn hoofd en arm zijn kapot. Wat doe je als eerst?
A
Je kijkt of hij bewusteloos is (reageert hij op jou?)
B
Je draait de man op zijn rug.
C
Je verzorgt zijn hoofd en arm.
D
Je legt jouw jas onder zijn hoofd.

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Kijk naar het plaatje. Iemand ligt bewusteloos op de grond. Wat moet je doen?
A
op veilige afstand wachten en kijken
B
112 bellen
C
mijn handen wassen met zeep
D
de persoon naar binnen tillen/verplaatsen

Slide 28 - Quiz

Je ziet dat iemand niet reageert en je ziet dat het een ongeluk is. Dan moet je meteen 112 bellen! Verplaatsen mag niet, de situatie is niet onveilig want de auto staat stil. Je hebt geen tijd om je handen te wassen en je moet meteen helpen/iets doen, dus wachten en kijken heeft ook geen zin.
Iemand ligt op de grond en is bewusteloos. Wat hoef je NIET te doen?
A
Luister naar de dokter die je hebt gebeld (112)
B
Probeer zelf rustig te blijven (geen paniek)
C
Kijk of iemand "wakker" wordt en controleer de ademhaling
D
Kijk of iemand kan eten of drinken

Slide 29 - Quiz

Als iemand bewusteloos is, is het belangrijk dat diegene weer "wakker" wordt en ook dat diegene blijft ademen. Je moet altijd zelf rustig blijven. Als je 112 hebt gebeld, dan helpt de assistent/dokter jou, hij/zij zegt precies wat je moet doen. Als er iets verandert, bijvoorbeeld de persoon stopt met ademen, dan moet je dat meteen zeggen!
Mark is met de fiets gevallen op de grond. Hij heeft een schaafwond. Wat moet je eerst doen?
A
een pleister op de wond plakken
B
De wond onder lauw stromend water houden
C
Jodium/dettol/... erop doen
D
Een verband er omheen

Slide 30 - Quiz

Altijd eerst de wond schoon spoelen. Daarna maak je de omgeving van de wond voorzichtig droog en als het nodig is, dan kan er een verbande op met een gaas eronder zodat het niet vast plakt. Het is beter om de wond aan de lucht te laten drogen. Let erop dat je werkt met handschoenen i.v.m. infecties.
Karin heeft haar hand verbrand aan een stuk brandend hout. Wat voor brandwond is dit?
A
eerste graads brandwond
B
tweede graads brandwond
C
derde graads brandwond
D
vierde graad brandwond

Slide 31 - Quiz

  • eerste graads = rode, pijnlijke huid. 
  • tweede graads = rode, erg pijnlijke huid met blaren.
  • derde graads = wit/beige/bruine huid, beetje leerachtig.  Weinig pijn. 
  • vierde graads = dit komt zelden voor, dit is verkoling van de huid. De huid is dan echt weg.
  • Je koelt de huid met lauw water!
Wat is NIET WAAR over brandwonden?
A
Je moet 10-20 minuten koelen met lauw water.
B
Een plastic zakje op de wond helpt voor de pijn
C
Je moet de sieraden afdoen als dat kan
D
Je moet 10-20 minuten koelen met ijs.

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Ben is gevallen in de tuin. Hij kan niet opstaan en zijn been ziet er raar uit (de verkeerde kant op). Wat zal het zijn?
A
Gebroken
B
Gekneusd
C
Geschaafd (kapotte huid)
D
Een bloeding (bloed van binnen)

Slide 33 - Quiz

Als iets een verkeerde kant op staat en iemand kan het niet bewegen of er op leunen, dan is het vaak gebroken. Beweeg iemand niet! Bel eerst naar de huisarts/huisartsenpost en vraag wat je moet doen.
Wat moet je NIET DOEN als een voet misschien gekneusd of gebroken is?
A
De pijnlijke voet van de ander bewegen
B
Koelen met ijs (met een doek er tussen)
C
De schoen aan de voet laten zitten (niet uit doen!)
D
Zelf proberen om de voet te bewegen

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Kijk naar het plaatje. Iemand verslikt zich. Hoesten helpt niet. Zet de plaatjes in de goede volgorde.
A
4-3-1-2
B
4-1-2-3
C
4-2-3-1
D
1-2-3-4

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Mohammad verslikt zich in een nootje. Zijn vriend probeert hem te laten hoesten, maar dat lukt niet. Wat doe je dan?
A
112 bellen
B
5 stoten op de rug geven
C
5 buikstoten geven
D
water laten drinken

Slide 36 - Quiz

Als hoesten niet helpt, geef dan eerst 5 stoten (slaande beweging van onder naar boven tussen de schouderbladen) op de rug. Werkt dat ook niet, dan doe je buikstoten (ook wel bekend als de greep van Heimlich). Als het dan nog steeds niet werkt, dan moet je meteen 112 bellen. 
Einde quiz!

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

opdracht:
presentatie:
Bloeding: veneus/arterieel.
Breuken
Epilepsie
CVA
Hyperventilatie
POB
Brandwonden
Vergiftiging
Vasovagale reactie


6-10 min
Stukje theorie over ziektebeeld
Stukje over de handeling.
Iedereen aan de beurt.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions