• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
‹Return to search

meervoud

1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolPraktijkonderwijsGroep 6Leerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

doel van deze les
Ik kan meervoud maken met - en en -s 
(MEERVOUD = niet 1, maar 2 of meer )
Ik kan ook meervoud maken met 's en ik ken nog meer uitzonderingen.

Slide 2 - Slide

eerst een paar vragen.....
wat weet je al?

Slide 3 - Slide

Wat is het meervoud van plant?
1 plant, 2.........
A
plants
B
plantes
C
planten
D
plantens

Slide 4 - Quiz

Wat is het meervoud van tijd?
1 tijd, 2 ........
A
tijdens
B
tijds
C
tijds
D
tijden

Slide 5 - Quiz

Wat is het meervoud van boek?
1 boek, 2.........
A
boeks
B
boeken
C
boekes
D
boekt

Slide 6 - Quiz

regel1:Dus: boeken, tijden, planten.....
Wat is dus de regel voor meervoud?

Slide 7 - Open question

Wat is het meervoud van 'boom'?
A
boomen
B
bomen

Slide 8 - Quiz

Wat is het meervoud van 'roos'?
A
roosen
B
rosen
C
roozen
D
rozen

Slide 9 - Quiz

Wat is het meervoud van 'bos'?
A
bosen
B
bossen

Slide 10 - Quiz

Wat is het meervoud van 'golf'?
A
golfen
B
golven

Slide 11 - Quiz

de regel(1):
Meestal komt er: - en achter het woord als je meervoud maakt.
Dat is simpel!
Let wel op de spelling van lange en korte klank - woorden : boom - bomen/ roos - rozen/ bos - bossen/ golf - golven!!!

Slide 12 - Slide

de tweede regel....
weer eerst een paar vragen:

Slide 13 - Slide

meervoud van jongen?

Slide 14 - Open question

meervoud van meisje?

Slide 15 - Open question

meervoud van vinger?

Slide 16 - Open question

meervoud van tafel?

Slide 17 - Open question

regel 2:meervoud -s : meisjes/ tafels/jongens/vingers....de regel is?

Slide 18 - Open question

de regel (2):
Na  - je/ - el / -en / -er/ maar ook -ie
zet je een -s achter het woord om meervoud te maken

Slide 19 - Slide

Wat is het meervoud van 'lepel'?

Slide 20 - Open question

Wat is het meervoud van 'bed'?

Slide 21 - Open question

Wat is het meervoud van 'kast'?

Slide 22 - Open question

Wat is het meervoud van 'brief'?

Slide 23 - Open question

Wat is het meervoud van broer?

Slide 24 - Open question

Wat is het meervoud van 'kamer'?

Slide 25 - Open question

Wat is het meervoud van 'kleed'?

Slide 26 - Open question

Wat is het meervoud van 'gang'?

Slide 27 - Open question

meervoud op -s
meervoud op -en
lepel
kleur
tekst
bloem
beest
broer
emmer
pasje
gang
kamer
bed
zaal
kleed
brief
jongen

Slide 28 - Drag question

Onthouden:
Meervoud:
1) Meestal   - en achter het woord 
2) Na -e, -el, -er, -en -s achter het woord
en 3)  de onregelmatige meervouden leer je uit je hoofd.
Je moet ook letten op de spelling!
Het LIDWOORD bij meervoud is altijd 'DE'

Slide 29 - Slide

uitzonderingen

Slide 30 - Mind map

uitzonderingen
glas - glazen
dak-   daken
weg - wegen
stad - steden

kind - kinderen
ei -       eieren

Slide 31 - Slide

More lessons like this

meervoud

October 2023 - Lesson with 37 slides
NederlandsBasisschoolPraktijkonderwijsGroep 6Leerjaar 2

meervoud

5 days ago - Lesson with 26 slides
NederlandsBasisschoolPraktijkonderwijsGroep 6Leerjaar 2

meervoud

September 2024 - Lesson with 24 slides
NederlandsBasisschoolPraktijkonderwijsGroep 6Leerjaar 2

Meervoud

January 2024 - Lesson with 24 slides
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Meervoud

September 2023 - Lesson with 21 slides
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

meervoud

June 2023 - Lesson with 27 slides
NederlandsBasisschoolPraktijkonderwijsGroep 6Leerjaar 2

meervoud (4 oktober)

October 2022 - Lesson with 31 slides
NederlandsBasisschoolPraktijkonderwijsGroep 6Leerjaar 2

meervoud zelfstandig naamwoorden

April 2021 - Lesson with 23 slides
NederlandsMBOStudiejaar 1
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings