3. Getalen tot duizend

1 / 21
next
Slide 1: Slide
RekenenISK

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, potlood, gum 
timer
3:00

Slide 2 - Slide

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

OEFENBLAD

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

veertien
A
14
B
23
C
4
D
8

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

negen
A
14
B
9
C
4
D
8

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

tien
A
10
B
9
C
4
D
8

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

negentien
A
9
B
19
C
90
D
45

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

negentig
A
9
B
19
C
90
D
45

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

achtentachtig
A
88
B
19
C
90
D
45

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

achttien
A
88
B
8
C
18
D
45

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

acht
A
88
B
8
C
18
D
45

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf de volgende woordgetallen in cijfers:
duizend


A
1000
B
1200
C
1234
D
1500

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf de volgende woordgetallen in cijfers:
vierhonderd =

A
345
B
3500
C
400
D
2090

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf de volgende woordgetallen in cijfers:
tweeduizend =

A
2300
B
2000
C
230
D
23

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf de volgende woordgetallen in cijfers:
drieduizend
A
3000
B
3450
C
345
D
38

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf de volgende woordgetallen in cijfers:
drieentachtig
A
83
B
3450
C
345
D
38

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf de volgende woordgetallen in cijfers:
tweeduizend vierhonderd
A
24
B
2400
C
240
D
2401

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Slide 20 - Link

This item has no instructions

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

This item has no instructions