Hoofdstuk 4 een eigen bedrijf (les 2)

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 4: een eigen bedrijf (les 2)

Doelstellingen

• Berekeningen maken met de begrippen nettowinst, brutowinst, omzet, inkoopwaarde van de omzet en bedrijfskosten

Jans verkoopt 50 kilo appels à € 0,90 / kg. Wat is de afzet?

1. 50 kilo appels
2. 45 euro

Sleep de begrippen naar de juiste plaats

-

-

Inkoopwaarde omzet

Brutowinst

Nettoresultaat

Omzet

Bedrijfskosten

Van omzet naar nettowinst

Omzet                                              = verkoopprijs x afzet  

Inkoopwaarde                              = inkoopprijs x afzet

-----------------    -

Brutowinst

Bedrijfskosten                              (Bijvoorbeeld: loon, huur, etc.)

-----------------     -

Nettowinst                                      (voor belasting)

bedrijfskosten

Paul maakte met zijn bedrijf in 2020 een brutowinst van € 123.000. De bedrijfskosten zijn € 68.000. Wat is zijn nettowinst?

Inkoopwaarde bereken je door.....

1. verkoopprijs - inkoopprijs
2. omzet - inkoopwaarde
3. afzet x verkoopprijs
4. afzet x inkoopprijs

Zelf aan de slag!   

Iedereen:

Maken: 4.9 , 4.10 , 4.11 , 4.12 , 

Klaar?:

Nakijken: vraag 4.9 t/m 4.14

rood = Iedereen is stil

  

oranje = Je de docent een vraag stellen

groen = Je mag met elkaar fluisterend 

overleggen

Financieel plan

brutowinstmarge= brutowinst/ omzet x 100%

nettowinstmarge = nettowinst/ omzet x 100%

oftewel

hoeveel (bruto/netto) eurocent winst verdien ik 

per euro omzet? 

www.kvk.nl

Zelf aan de slag!   

Iedereen:

Lezen: paragraaf 4.3

Maken: 4.15 , 4.16 , 4.17

Klaar?:

Nakijken: vraag 4.15 t/m 4.17

Lezen paragraaf 4.3.2

rood = Iedereen is stil

  

oranje = Je de docent een vraag stellen

groen = Je mag met elkaar fluisterend 

overleggen