1HV Lezen H4: Tekstverbanden en signaalwoorden (3)

Welkom!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Deze les...
- Opening
- Stil lezen
- Huiswerk & toets in agenda noteren
- Doelen doornemen
- Oefenen
- Aan de slag
- Afsluiting

Slide 2 - Slide

Stil lezen
Pak je boek
en kruip
in het verhaal!
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Voor in de agenda!
Dinsdag 8 maart:
- MNV Lezen H4, opdr. 4 en 5, blz. 106-107

Dinsdag 14 maart: 
Repetitie Lezen H1-H4
- Lezen H1: blz. 12 (onderwerp en oriënterend lezen)
- Lezen H2: blz. 42-43 (deelonderwerpen en globaal lezen)
- Lezen H3: blz. 72 (inleiding, slot en hoofdgedachte)
- Lezen H4: blz. 102 (tekstverbanden en signaalwoorden)


Slide 4 - Slide

Doelen
- Ik kan tekstverbanden herkennen aan de hand van 
   signaalwoorden.
- Ik kan chronologische, opsommende, tegenstellende en 
   toelichtende verbanden in een tekst herkennen.
- Ik kan vragen over een tekst beantwoorden.

Slide 5 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden
De verbanden die je moet kunnen (her)kennen:
1. chronologisch verband
2. opsommend verband
3. tegenstellend verband
4. toelichtend verband

Slide 6 - Slide

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden?

en, ook, bovendien, daarnaast
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend

Slide 7 - Quiz

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden?

bijvoorbeeld, zoals, denk aan, neem nou
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend

Slide 8 - Quiz

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden?

maar, toch, echter, daarentegen
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend

Slide 9 - Quiz

Welke signaalwoorden horen bij
een chronologisch verband?
A
ten eerste, ook, daarnaast, en
B
vroeger, eerst, daarna, vervolgens
C
bijvoorbeeld, zoals, denk aan, neem nou
D
maar, echter, toch, daarentegen

Slide 10 - Quiz

Welke signaalwoorden horen bij
een tegenstellend verband?
A
ten eerste, ook, daarnaast, en
B
vroeger, eerst, daarna, vervolgens
C
bijvoorbeeld, zoals, denk aan, neem nou
D
maar, echter, toch, daarentegen

Slide 11 - Quiz

Welke signaalwoorden horen bij
een opsommend verband?
A
ten eerste, ook, daarnaast, en
B
vroeger, eerst, daarna, vervolgens
C
bijvoorbeeld, zoals, denk aan, neem nou
D
maar, echter, toch, daarentegen

Slide 12 - Quiz

Welk tekstverband herken je in de volgende zin?

Monique is gek op voorjaarsbloemen zoals tulpen.
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend

Slide 13 - Quiz

Welk tekstverband herken je in de volgende zin?

Rodney had beloofd om naar het feest te komen, maar uiteindelijk bleef hij toch thuis.
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend

Slide 14 - Quiz

Welk tekstverband herken je in de volgende zin?

Vroeger bewerkten boeren hun land met paard en wagen, tegenwoordig hebben ze daar landbouwmachines voor.
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend

Slide 15 - Quiz

Aan de slag!

MNV Lezen H4, opdr. 4 en 5, blz. 106-107

Kijk ook andere gemaakte opdrachten na, 
mocht je dat nog niet hebben gedaan!

Slide 16 - Slide