LJ1: 6.2 Grammar + Phrases - LJ2: 6.2 Grammar + Phrases

Vak: Engels
Hoofdstuk: 6 Holidays, lesson 2
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen 
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 39
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Engels
Hoofdstuk: 6 Holidays, lesson 2
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen 
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
LJ1 - Pak je boek van Engels en open deze op blz 103.

LJ2- Pak je boek van Engels en open deze op blz. 111. Maak alvast opdracht 20 en 21. 

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel
Aan het einde van de les:
- kun je de grammar van 'to be going to' toepassen. 


Leergebiedoverstijgend doel:
Plannen en organiseren
- Neem in je agenda op wat je de komende week moet leren
- Pas je planning aan (indien nodig) voor de andere helft van de week

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen
Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger): Krystian, Jessica, Gijs, Jochem & Jamie. 
Je maakt opdracht 24 t/m 29 op blz. 103 t/m 106. 



Iedereen doet mee met de mini-check!

Slide 4 - Slide

Jacob ... work out at the gym.
A
am going to
B
is going to
C
are going to
D
will

Slide 5 - Quiz

The doctor ... give us the results.
A
am going to
B
are going to
C
will
D
is going to

Slide 6 - Quiz

Lisa and I ... play outside today.
A
am not going to
B
is not going to
C
are not going to
D
will not

Slide 7 - Quiz

Maak de zin bevestigend.
My cat .... eat all the food.

Slide 8 - Open question

Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 24 t/m 29 op blz. 103 t/m 106

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Slide

Welke persoonlijke voornaamwoorden horen bij welke vorm van 'to be'?
Am
Are
Is
I
You
He
She
It
We
They

Slide 10 - Drag question

Wanneer gebruik je 'to be going to'?
  • als je een plan hebt voor de toekomst;
  • er een duidelijke aanwijzing is dat iets gaat gebeuren.

Slide 11 - Slide

Plan voor de toekomst voorbeeld

I am going to throw spiders at children tomorrow.
Duidelijke aanwijzing dat er iets gaat gebeuren voorbeeld

Look at the clouds. It is going to rain!


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

De vorm (bevestigend).
I
am 
going to
hele werkwoord
He/she/it
is 
going to
hele werkwoord
we/you/they
are 
going to
hele werkwoord

Slide 14 - Slide

De vorm (ontkennend)
I
am not
going to
hele werkwoord
He/she/it
is not
going to
hele werkwoord
We/you/
they
are not
going to
hele werkwoord

Slide 15 - Slide

De vorm (vragend)
Am
I
going to
hele werkwoord
Is
he/she/it
going to
hele werkwoord
Are
we/you/they
going to
hele werkwoord

Slide 16 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 24 t/m 29 op blz. 103 t/m 106


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna kun een woordzoeker van 6.1/6.2 maken of de woordjes oefenen via Quizlet. 

timer
1:00

Slide 17 - Slide

1. Lesopening
Open je boek op blz. 153. 

Slide 18 - Slide

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het einde van de les:
- ken je de grammatica van who/which.
- ken je de grammatica van de past simple 
- ken je de grammatica van will + hele werkwoord

Leergebied overstijgende doelen:
Plannen en organiseren
- Neem in je agenda op wat je de komende week moet leren
- Pas je planning aan (indien nodig) voor de andere helft van de week




Slide 19 - Slide

3. Arrangementen + mini-check
Verdiept -> 8 of hoger: Bregje & Nick
Je maakt opdracht 17 t/m 21 op blz. 108 t/m 112

De rest doet mee met de mini-check.

Slide 20 - Slide

who or which?

This is the bank ____ was robbed.

A
who
B
which

Slide 21 - Quiz

who or which

Is he the man ... found your wallet?
A
who
B
which

Slide 22 - Quiz

who of which:

The book ..... is on the table belongs to me.
A
who
B
which

Slide 23 - Quiz

Past Simple:

Wat is de regel van de past simple?
A
hele ww+ ed of irregular verb
B
shit = hele ww + s
C
vorm van to be + hele ww + ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 24 - Quiz

Noteer de juiste vorm van de past simple:

I ... (forget) to give it back.

Slide 25 - Open question

Wanneer gebruik je will + werkwoord?
A
Verleden tijd
B
Tegenwoordige tijd
C
Toekomst

Slide 26 - Quiz

Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan maak je opdracht 17 t/m 21 op blz. 108 t/m 112

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 27 - Slide

Who? Which? That?

Slide 28 - Slide

Who: personen

Do you know someone who has time to do some work for me? 

The girl who stole my phone is in jail.

Which: dingen

There's a film on this evening which you'll like. 

She missed the meeting which the drama teacher held last week. 

Slide 29 - Slide

It was Madison ... was so nice to me
A
who
B
which

Slide 30 - Quiz

She sent me a reply ... simply said: 'OK'.
A
who
B
which

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Video

Past Simple
Wat?
Past simple
Wanneer?
Om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd.
Hoe?
Werkwoord + ed OF een onregelmatig werkwoord
Signaal woorden
Yesterday, last week, last month, two days ago, four days ago, months ago, a second ago, etc.
Voorbeelden
He walked her home last night.
I talked to him on the phone yesterday.
She tried to close her book but a fly got caught in between the pages.

Slide 33 - Slide

Will + hele werkwoord

Slide 34 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Geen of 1 vraag goed bij de mini-check -->
Dan maken we samen de opdrachten waar je moeite mee hebt. 


Slide 35 - Slide

6. Zelfstandig werken
LJ1: Je maakt zelfstandig opdracht 24 t/m 29 op blz. 103 t/m 106
LJ2: Je maakt zelfstandig opdracht 17 t/m 21 op blz. 108 t/m 112
 

Ben je klaar? 
Dan kijk je het werk na
Hierna ga leren voor de woordjes 6.1 of 6.2 op Quizlet of 
via een woordzoeker.

timer
1:00

Slide 36 - Slide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

- kun je de grammar van 'to be going to' toepassen. 

Slide 37 - Slide

7. Evaluatie/Evaluation 
How was this lesson?
Do you have any questions about this lesson?

Evaluatie leerdoelen: 
- ken je de grammatica van who/which?
- ken je de grammatica van de past simple?
- ken je de grammatica van will + hele werkwoord?

Slide 38 - Slide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Vrijdag 30 juni
6.2 opdracht 24 t/m 29

Huiswerk LJ2: 
Vrijdag 30 juni
6.2 opdracht 17 t/m 21
Toetsen LJ1: 



Toetsen LJ2: 




Slide 39 - Slide