Ma 6 nov Apostrof en Trema

 Apostrof en Trema
1 / 40
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

 Apostrof en Trema

Slide 1 - Slide

Regels apostrof

Slide 2 - Slide

Apostrof (')
  • Als weglatingsteken: 's avonds, Lars' scooter, 's-Hertogenbosch
  • Om uitspraakproblemen te voorkomen als je een -s schrijft achter woorden op -a, -i, -o, -u en -y: Hanna's fiets, kiwi's, baby's; er is dus geen apostrof nodig in: cadeaus, cowboys, Annes fiets.
  • In afleidingen en meervoud van afkortingen+cijfers: cc'en, dvd'tje, pc's, A4'tje 
  •  In verkleinwoorden op -y voorafgegaan door een medeklinker: baby'tje (maar displaytje).

Slide 3 - Slide

Apostrof
Bij de bezitsvorm van zelfstandig naamwoorden. Bij een sis-klank schrijf je alleen een apostrof.
  • Rene's auto
  • Suus' puzzel

Slide 4 - Slide

Trema
  • Wat is een trema? 

Slide 5 - Slide

Trema
Als je het woord verkeerd kunt uitspreken, dan gebruik je een trema.
geëist, beïnvloed, poëzie, zeeën, coördinatie, financiën

In cijfers en getallen gebruik je een trema.
tweeënvijftig, drieëntachtig

Latijnse en Franse woorden die eindigen op -ei, -eus, -eum, en -ien krijgen geen trema.
museum, opticien, petroleum

Slide 6 - Slide

Geen trema!
Als er geen letterverwarring mogelijk is, zet je geen trema.

financieel
gekopieerd
begroeiing
opticien

Slide 7 - Slide

Trema
Als je het woord verkeerd kunt uitspreken, dan gebruik je een trema.
geëist, beïnvloed, poëzie, zeeën, coördinatie, financiën,
kopiëren, egoïsme, geïnspireerd 

In cijfers en getallen gebruik je een trema.
tweeënvijftig, drieëntachtig


Slide 8 - Slide

Wanneer een koppelteken?
Bij cijfers, letters en andere tekens
50-plusser, T-shirt, $-teken, 112-melding

Bij dubbele achternamen
Mevrouw Van der Wal-De Vries

Bij een functie, rang of titel
minister-president Rutte, assistent-trainer

Bij een combinatie met niet-, ex-, non-, oud (voorbepaling)
Non-alcohol, ex-vriendin, niet-roken

Bij afkortingen, klinkerbotsingen en tussen gelijkwaardige delen in een samenstelling
cd-speler, EU-landen, gala-avond, diploma-uitreiking, woon-werkverkeer

Slide 9 - Slide

koppelteken of trema
  •  klinkerbotsing in samenstelling -> koppelteken
  •  radio-omroep

  • klinkerbotsing in getallen -> trema
  • tweeëntwintig
  • drieëndertig

 

Slide 10 - Slide

met koppelteken
zonder koppelteken
(aan elkaar)
NAVO landen
aids vaccin
Amsterdam West
X benen
Frans man
oud voetballer
vwo diploma
amateur speler
non stop
niet roker
© teken
Zuid Afrikaans
pvda politicus
semi prof
mee eten
maandag ochtend
stage uren
stage plaats
niet officieel
CL loting

Slide 11 - Drag question

timer
1:00
Apostrof
Liggend streepje
Trema
patient
officiele
ponys
vwoers
zomer en wintervakantie
autoongeluk

Slide 12 - Drag question

Welke namen hebben, als ze een bezitsaanduiding zijn, een apostrof nodig?
WEL
Jordy
Naomi
Dennis
Maaike

Slide 13 - Drag question

Bij welke woorden schrijf je een apostrof?
WEL
s middags
s zomers
s avonds
s maandags

Slide 14 - Drag question

met apostrof 
zonder apostrof
met trema
zonder trema
Beatrix hoed
elektricien
olien
Wims dagboek
naief
Frits fiets
A4 tje
s Gravenhage

Slide 15 - Drag question

Waar is de apostrof juist geplaatst?
JUIST
s'woensdags
's winters
A'4tje
M&Ms'

Slide 16 - Drag question

Kies de juiste vorm:
A
coordinatie
B
coördinatie

Slide 17 - Quiz

Kies de juiste vorm:
A
discussieren
B
discussiëren

Slide 18 - Quiz

Kies de juiste vorm:
A
draaiing
B
draaiïng

Slide 19 - Quiz

Kies de juiste vorm:
A
egoisme
B
egoïsme

Slide 20 - Quiz

Kies de juiste vorm:
A
financieel
B
financïeel

Slide 21 - Quiz

Kies de juiste vorm:
A
fohn
B
föhn

Slide 22 - Quiz

Kies de juiste vorm:
A
geautomatiseerd
B
geäutomatiseerd

Slide 23 - Quiz

Kies de juiste vorm:
A
reunie
B
reünie

Slide 24 - Quiz

Kies de juiste vorm:
A
buggytje
B
buggy'tje

Slide 25 - Quiz

Kies de juiste vorm:
A
bureautje
B
bureau'tje

Slide 26 - Quiz

Kies de juiste vorm:
A
chimpansees
B
chimpansee's

Slide 27 - Quiz

Kies de juiste vorm:
A
cafees
B
cafés

Slide 28 - Quiz

Kies de juiste vorm:
A
Hans fiets
B
Han's fiets

Slide 29 - Quiz

Kies de juiste vorm:
A
lentes
B
lente's

Slide 30 - Quiz

Kies de juiste vorm:
A
programmas
B
programma's

Slide 31 - Quiz

Kies de juiste vorm:
A
s' morgens
B
's morgens

Slide 32 - Quiz

Kies de juiste vorm:
A
tv-s
B
tv's

Slide 33 - Quiz

Koppelteken
welk woord moet niet met een koppelteken
A
ex-voetballer
B
ijsco-man
C
tosti-ijzer
D
make-up

Slide 34 - Quiz

Koppelteken of geen koppelteken?
A
havo leerling
B
havo-leerling
C
havoleerling

Slide 35 - Quiz

Koppelteken of geen koppelteken?
A
hbo student
B
hbo-student
C
hbostudent

Slide 36 - Quiz

Koppelteken of geen koppelteken?
A
Ski-instructeur
B
Skiinstructeur

Slide 37 - Quiz

Koppelteken of geen koppelteken?
A
Astma-aanval
B
Astmaaanval

Slide 38 - Quiz

Koppelteken of geen koppelteken?
A
minijurk
B
mini-jurk

Slide 39 - Quiz

Koppelteken of geen koppelteken?
A
80 jarige
B
80-jarige

Slide 40 - Quiz