Sociale en economische gevolgen van de veroveringen

Eeuwenlange strijd om de macht tussen patriciërs en plebejers
Eeuwen van constante oorlogspanningen
1 / 32
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisSecundair onderwijs

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Eeuwenlange strijd om de macht tussen patriciërs en plebejers
Eeuwen van constante oorlogspanningen

Slide 1 - Slide

WAT VOORAFGING…
Eeuwenlange strijd om de macht tussen patriciërs en plebejers:
- Patriciërs waren rijk (grondadel) en hadden alle macht.
- Plebejers mochten vanaf de republiek mee aan politiek doen, maar de meesten hadden in de praktijk onvoldoende geld noch aanzien en dus weinig macht.
Eeuwen van constante oorlogsinspanningen:
- Romeinse leger was oorspronkelijk leger van dienstplichtigen (plicht van de burgers).
- In het begin waren soldaten maar enkele maanden van huis, maar door steeds grotere veroveringen waren ze uiteindelijk jaren weg.

Sociale en economische gevolgen van de veroveringen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Sommigen worden Armer!

-  Wie?       Kleine boeren 

Konden niet profiteren van de overwinningen in de oorlog

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Verklaringen voor hun problemen?

- Landeigenaars moesten mee vechten (dienstplicht)
- Boerderij wordt verwaarloost/ soms verwoest door oorlog
- Verhoogde belastingen om oorlog te betalen 
- Invoer van goedkoop graan om toenemende bevolking te voeden (= geen winst meer voor kleine boeren) 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Boerderijen verkopen.
Naar de stad Rome trekken en het plattenland verlaten. Ze waren toch alles kwijt: grond, boerderij, vaak ook familie.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wie kon er dan wel profiteren van de overwinningen in de oorlog?
A
Slaven
B
Grootgrondbezitters (Patriciërs)
C
Handelaars, bankiers, ondernemers (plebejers)
D
Migranten

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Grootgrondbezitters (patriciërs)
Handelaars, bankiers, ondernemers, ... (plebejers)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoe werden de grootgrondbezitters, ... rijker? 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hoe werden de handelaars, bankiers, ondernemers, ... rijker? 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

SOCIALE veranderingen beïnvloeden de POLITIEK

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

De situatie...
  • Veel boeren leefden in armoede en trokken naar de stad Rome
  • Armen konden geen eigen wapenuitrusting komen en waren niet inzetbaar voor het leger => gebrek aan soldaten voor veroveringen !
  • Sociale spanningen tussen arm en rijk, tussen plebejers en patriciërs
  • Invoer van zeer veel slaven => slavenopstand  (bv. Spartacus) 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hervorming 1: De gebroeders Gracchus (VOLKSTRIBUNEN)



  • AKKERWET
  • KORENWET 

Slide 13 - Slide

Al vroeg in de republiek kon de volksvergadering jaarlijks twee volkstribunen kiezen.
Die moesten de belangen van het volk bewaken, vaak tegen de elite in. 
De volkstribunen hadden een vetorecht waarmee ze alle beslissingen van de Senaat en van de magistraten konden tegenhouden. 
Mettertijd dieneden ze ook zelf wetvoorstellen in en brachten die voor de volksvergadering. 
Korenwet

Goedkoop graan voor de arme bevolking

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Akkerwet

Elke boer moest voortaan kunnen rekenen op 7,5 ha grond.
Grootgrondbezit zou voortaan beperkt worden tot 250 ha per familiae.
Wie meer bezat, moest dat tegen een vergoeding afstaan.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wie zal voor stemmen voor de akkerwet?
Volksvergadering
Senaat

Slide 16 - Poll

This item has no instructions

Wat is de verklaring dat de volksvergadering voor stemt en de senaat tegen?
A
In de volksvergadering zijn de plebejers in de meerderheid en in de Senaat zijn de patriciërs in de meerderheid.
B
In de Volksvergadering zitten alleen maar grootgrondbezitters en deze hebben de meeste macht.
C
In de volksvergadering zijn de plebejers in de minderheid en in de Senaat zijn ze met meer plebejers.
D
Omdat de Senaat nog meer grond wilt afstaan.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Senaat is tegen de akkerwet


  • Patriciërs zijn grootgrondbezitters 
  • Op deze manier verliezen ze hun macht aan volkstribunen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Oplossing van de senaat: Politiek geweld!




Tiberius Gracchus werd gedood.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Hervorming 2: Gaius Marius

  • HOMO NOVUS: 'nieuwe man'
  • Grootste militaire prestaties
  • Veel macht en aanzien
  • Man van het volk! 

Slide 21 - Slide

Was een homo novus want was rijk geworden als handelaar en belastingsinner (plebejer). 
Hij had zijn macht niet te danken aan zijn afkomst hij kon immers niet rekenen op het ondersteunend netwerk van oude patriciërsfamilies en moest veel harder werken om de top te bereiken. Uitendelijk werd hij tussen 107 en 99 v.C. zesmaal consul.
Hervorming 2: Gaius Marius

LEGERHERVORMING
Aangezien de Romeinse grenzen door invallen van vreemde volkeren bedreigd werden en er een gebrek was aan nieuwe soldaten door de armoede onder de bevolking, hervormde Marius het leger: Rome kreeg een beroepsleger!

Slide 22 - Slide

Marius bouwde het eerste Romeinse beroepsleger uit. IN 107 v.C. maakte hij een begin met het rekruteren, trainen en uitrusten van vrijwilligers die te arm waren om normaal gesproken voor militaire dienst in aanmerking te komen. Heel belangrijk was dat die soldaten in eerste instrantie trouw waren aan hun leider Marius, en in veel mindere maten aan Rome. 

Omdat soldaten voortaan na een militaire campagne niet meer naar huis werdern gestuurd, moesten ze worden beziggehouden in vredestijd. Marius zette hen in voor de aanleg van wegen en bruggen. Zijn soldaten kregen de bijnaam 'Marius' muilezels', vanwege de bepakking die ze moesten meezeulen.
Aan wie ben jij trouw?
👉 Stel je bent een Romeinse soldaat in het nieuwe beroepsleger van Gaius Marius. Je bent arm, je hebt geen eigen grond, maar dankzij Marius krijg je nu soldij (loon), wapens en de belofte van een stuk land na je diensttijd. Wie zou jij trouw zijn?
De senaat en de Romeinse republiek, want ik vecht voor het vaderland.
Mijn generaal, Marius, want híj betaalt mij en zorgt voor mijn toekomst.
Niemand, ik vecht alleen maar omdat ik moet.

Slide 23 - Poll

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

Voordelen:
- Goed getrainde en gemotiveerde soldaten, die een uitrusting kregen van de staat.
- Ze kregen soldij (= betaald worden) + verdienden door oorlogsbuit te maken.
- Ze konden lange tijd van huis wegblijven: soldaten bleven 16 tot zelfs 25 jaar in dienst.
Na hun pensioen kregen ze een stuk land in veroverd gebied.
Nadelen:
- Soldaten vochten voor het geld, niet voor het vaderland en zijn dus minder trouw aan
Rome! Daardoor trok het leger ook veel armere mensen aan.
- Het leger werd een grote kost voor de republiek.
Gevaar: 
De soldaten volgden hun generaal blindelings
vb: Marius werd mede door zijn militaire reputatie 6x tot consul verkozen (< 10 jaar)
vb: Julius Caesar stak de Rubicon over, een rivier waar een Romeinse generaal nooit over mocht met zijn leger ter bescherming van Rome
⇒ De regels van de Republiek werden steeds minder gerespecteerd!
=> Dit leidde tot burgeroorlogen!
BURGEROORLOG = oorlog binnen je eigen land/volk bv. Romeinen tegen Romeinen.
⇒ Zo werd de overgang van de republiek naar een keizerrijk ingezet!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wat was een belangrijk gevolg voor kleine boeren na de Romeinse veroveringen?
A
Ze werden rijk door hun eigen grondbezit
B
Ze werden armer omdat hun boerderijen werden verwaarloost en kapotgemaakt werden
C
Ze werden allemaal soldaten in het beroepsleger
D
Ze kochten land van de omliggende patriciërs.

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wie profiteerden wél van de Romeinse veroveringen?
A
Kleine boeren
B
Grote landeigenaars en handelaars
C
Alleen de senaat
D
Alleen de soldaten

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Waarom hervormde Marius het leger naar een beroepsleger?
A
Omdat hij de burgers niet meer vertrouwde
B
Omdat hij alleen slaven wilde inzetten als soldaat
C
Omdat de senaat hem dat opdroeg
D
Omdat er door armoede onder de bevolking te weinig soldaten waren

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat was een groot gevaar van het beroepsleger van Marius?
A
Soldaten vochten vooral voor hun generaal, niet voor Rome
B
Soldaten weigerden oorlogsbuit te maken
C
Soldaten bleven maar enkele maanden in dienst
D
Soldaten werden allemaal lid van de senaat

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

👉 Sleep de juiste verklaringen naar de juiste groep mensen.
Kleine boeren 
Grote grondbezitters 
Handelaars en bankiers
 Boerderijen verwaarloosd of verwoest door oorlog, moesten belasting betalen, maakten geen winst door goedkoop graan
Profiteerden van groeiende afzetmarkt; veel vraag naar graan, slaven, luxeproducten; brachten goederen uit veroverde gebieden naar Rome
Maakten winst met olijven, druiven, vee; kochten land van kleine boeren; gebruikten slaven als goedkope arbeidskrachten

Slide 31 - Drag question

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions