Ik kan twee soorten lenzen benoemen en herkennen in een afbeelding
Ik kan tekenen hoe lichtstralen door deze twee soorten lenzen gaan
Ik kan uitleggen wat de woorden convergeren en divergeren betekenen.
Ik kan in een afbeelding van lichtstralen door een lens aanwijzen waar het brandpunt, de brandsafstand, de voorwerpsafstand en de beeldafstand zitten
Ik kan tekenen hoe een beeld ontstaat door een lens.