Excel basis

Excel
Excel
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Digitale vaardighedenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Excel
Excel

Slide 1 - Slide

Welke cel is geselecteerd?
A
H1
B
G1
C
H2
D
G2

Slide 2 - Quiz

Is hier een rij of een kolom geselecteerd?
A
Rij
B
Kolom

Slide 3 - Quiz

Hoe heet het zwarte kruisje als je je muis linksonder op de cel houd?
A
Vulgreep, filler
B
Het kruisje
C
Sommenmaker
D
Brulgreep

Slide 4 - Quiz

Is hier een rij of een kolom geselecteerd?
A
Rij
B
Kolom

Slide 5 - Quiz

Welk teken moet je gebruiken als je wilt vermenigvuldigen (keer)?
A
*
B
/
C
-
D
+

Slide 6 - Quiz

Welk teken moet je gebruiken als je wilt aftrekken (min)?
A
*
B
/
C
-
D
+

Slide 7 - Quiz

Welk teken moet je gebruiken als je wilt optellen (plus)?
A
*
B
/
C
-
D
+

Slide 8 - Quiz

Welk teken moet je gebruiken als je wilt delen?
A
*
B
/
C
-
D
+

Slide 9 - Quiz

Als je in Excel een formule (som) wilt aangeven dan begin je altijd met een bepaald teken. Welk teken is dat?
A
=
B
#
C
&
D
@

Slide 10 - Quiz

Welk dataformaat heeft het Excel-bestand?
P. Mol ICT 
A
.jpg
B
.xlsx
C
.pptx
D
.docx

Slide 11 - Quiz

Hoe schrijf je deze formule in Excel?
A
=3x3
B
=A8xC8
C
=A8*C8
D
=SOM(A8*C8)

Slide 12 - Quiz

Hoe stel je een euroteken in Excel in?
A
Celeigenschappen instellen als getal
B
Celeigenschappen instellen als tekst
C
Celeigenschappen instellen als financieel
D
Celeigenschappen instellen als datum

Slide 13 - Quiz

Hoe zet je namen op alfabetische volgorde in Excel
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

Welke onderstaande (excel) formule is juist geschreven?
A
VERT.ZOEKEN(A1;Blad2!A:E;5;ONWAAR)
B
ALS(A1=A2;1)
C
SOMMEN.ALS(A:A;B:B)
D
Geen van bovenstaande

Slide 15 - Quiz

Kun je in Excel grafieken maken?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

welke formule gebruiken we in Excel om cijfers met elkaar te vermenigvuldigen
A
=A1xA2
B
= A1/A2
C
=A1*A2

Slide 17 - Quiz

welke formule gebruiken we in Excel om te cijfers met elkaar te delen
A
=A1>A2
B
=A1xA1
C
=A1/A2

Slide 18 - Quiz

Welk van de volgende formules is juist om te vermenigvuldigen in Excel
A
=2x4
B
C2*D4=
C
=C2*D4
D
=C2xD4

Slide 19 - Quiz

Een kolom in Excel staat...
A
Verticaal
B
Horizontaal

Slide 20 - Quiz

In je Excel-bestand kun je rijen en kolommen niet invoegen
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

6. Stel: in het examen moet je in Excel iets uitreken. Je gebruikt geen formule, maar hebt het antwoord goed. Wordt dit goed gerekend?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Waar kan ik de functie van de grafieken vinden in Excel?
A
Start
B
Gegevens
C
Pagina-indeling
D
Invoegen

Slide 23 - Quiz

Kun je in Excel ook grafieken maken?
A
Ja
B
Nee
C
Geen idee

Slide 24 - Quiz

Welk Google programma werkt bijna hetzelfde als Microsoft Excel?
A
Google Documents
B
Google Spreadsheets
C
Google Presentations

Slide 25 - Quiz