Toetsopgave H1-3

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Voorbeeld toets opgave

Hoofdstuk 1 - opgave 3

Economische crisis

leerdoelen

• Je kunt een pijlen schema lezen en interpreteren
• Je begrijpt het verschil tussen diepte- en breedte investeringen
• Je begrijpt de relatie tussen investeringen en overbesteding
• Je begrijpt wat het multiplier effect is 
• Je begrijpt de relatie tussen innovatie en internationale concurrentiepositie

I: Investeringen kunnen leiden tot een bestedingseffect doordat het doen van een investering ook een besteding is
II: Investeringen kunnen leiden tot een capaciteitseffect doordat het doen van een investering leidt tot een uitbreiding van de productiecapaciteit

1. beiden zijn juist
2. beiden zijn onjuist
3. I: juist, II: onjuist
4. I: onjuist, II: juist

I: Er is sprake van een breedte investering als na de investering de verhouding kapitaal-arbeid hetzelfde blijft
II: Er is sprake van een diepte investering als na de investering de productie meer kapitaal intensief wordt.

1. beiden juist
2. beiden onjuist
3. I: juist, II: onjuist
4. II: juist, I: onjuist

I: Door toename investeringen is er een kans op oververhitting van de economie.
II: Een toename van investeringen veroorzaakt via bestedingen een directe toename van de productie. Dit wordt een multiplier effect genoemd.

1. beiden juist
2. beiden onjuist
3. I: juist, II: onjuist
4. I: onjuist, II: juist

Innovatieve investeringen door bedrijven zorgen voor een betere internationale concurrentiepositie en daarmee voor een toename van de export.
Is dit een visie volgens de Klassieken of de Keynesianen?

1. Keynesianen
2. Beiden
3. Klassieken
4. Geen van beiden

Diepte investering

Voorkomen overbesteding

Multiplier effect

Beschrijf de klassieke visie over de arbeidsmarkt uitgaande van hoge werkloosheid. Maak gebruik van de begrippen: werkgelegenheid, werkloosheid, aanbod van arbeid en loon.

uitwerking

Bij hoge werkloosheid is het aanbod van arbeid groter dan de werkgelegenheid. Hierdoor daalt het loon. Daardoor stijgt de vraag en daalt het aanbod net zolang tot er geen werkloosheid meer is. 

Samenvatting (I)

• diepte-investeringen zorgen voor vervanging arbeid door machines dus een vermindering werkgelegenheid
• investeringen zorgen voor grotere productiecapaciteit en daardoor daling bezettingsgraad en daardoor minder kans tot oververhitting
• multiplier effect: productie stijging leidt tot meer consumptie en daardoor weer tot meer productie 

Samenvatting (II)

• Innovatieve investeringen leiden tot een betere internationale concurrentiepositie en daardoor tot meer export
• Klassieke visie gaat over de aanbodkant: betere concurrentiepositie 

Ik kan nu een pijlen schema lezen en interpreteren

😒🙁😐🙂😃

Ik begrijp de relatie tussen breedte en diepte investeringen en de werkgelegenheid

😒🙁😐🙂😃

Ik begrijp wat het multiplier effect is

😒🙁😐🙂😃

Ik kan de visie van de Klassieken over de arbeidsmarkt uitleggen

😒🙁😐🙂😃