T3B3

Thema 3 - Erfelijkheid en evolutie

B3: Genenparen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 3 - Erfelijkheid en evolutie

B3: Genenparen

Slide 1 - Slide

Sleep het aantal chromosomen naar de juiste cellen (rode vakje)
46 chromosomen
46 chromosomen
46 chromosomen
  23 chromosomen
23 chromosomen

Slide 2 - Drag question

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
  • kan je het verschil tussen homozygoot en heterozygoot uitleggen
  • kan je het verschil tussen een dominant en recessief gen uitleggen
  • kan je uitleggen wanneer er sprake is van een intermediar genotype

Slide 3 - Slide

Homozygoot of Heterozygoot
Homo betekent 'gelijk'
--> de genen zijn hetzelfde

Hetero betekent 'verschillend'
--> de genen zijn verschillend

Slide 4 - Slide

Homozygoot en heterozygoot

Slide 5 - Slide

Homozygoot en heterozygoot
De moeder is:........?
De vader is: .........?

En het kind is: .........?


Slide 6 - Slide

Homozygoot/
heterozygoot
Homozygoot => twee dezelfde genen
  •  => AA --> homozygoot dominant
  •   => aa -->  homozygoot recessief

Heterozygoot => twee verschillende genen
  • => Aa   => je ziet de dominante eigenschap

Slide 7 - Slide

Dominant en recessief
Het gen voor bruine ogen is 'dominant'
Een dominant gen komt.
      altijd tot uiting. 

Het gen voor blauwe ogen is 'recessief'
Een recessief gen komt alleen.
      tot uiting als het dominante gen
      niet aanwezig is. 

Slide 8 - Slide

Symbolen voor genen
Voor elke erfelijke eigenschap gebruik je een letter
  • Bij het dominante gen gebruik je een 'Hoofdletter' (A)
  • Bij het recessieve gen gebruik je een 'kleine letter' (a)

genotypen: AA / Aa / aa
Genotypen  a        A       -      A       A     -    a        a

Slide 9 - Slide

Intermediair
Bij intermediaire fenotypes wordt geen onderscheid gemaakt tussen dominante en recessieve eigenschappen.
  • Beide genen zijn even sterk.
  • De schrijfwijze veranderd ook voor deze genen.

ROOD → Ar + Ar
 WIT → Aw + Aw

Slide 10 - Slide

Opdrachten
Maken 3.3 opdracht 18 t/m 28

Slide 11 - Slide

        ArAr                             AwAw                     ArAw

Slide 12 - Slide

Kruisingsschema 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide