22. Na proefexamen schirjven

Welkom!
Gebruik je deze uitdrukken weleens? Wat betekenen ze?
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Welkom!
Gebruik je deze uitdrukken weleens? Wat betekenen ze?

Slide 1 - Slide

2. Terugblik
De vorige les:
  • Proefexamen schrijven


Slide 2 - Slide

Lesprogramma vandaag:
  1. Schrijfexamens bekijken/ bespreken
  2. Pauze
  3. Bijvoeglijk naamwoord 
  4. Afsluiting

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Vandaag
  • weet ik mijn score op mijn gemaakte schrijfexamen
  • weet ik wat ik kan doen om mijn schrijfvaardigheid te verbeteren
  • weet ik  meer informatie over het bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Slide

1. Het gemaakte schrijfexamen:

Algemene feedback: 
  • Ik was zwaar onder de indruk van het geleverde werk!
  • Werken aan woordvolgorde in verschillende soorten zinnen
  • Werken aan verwijzingen 
  • Soms nog te weinig woordenschat


Hier werken we in de toekomst nog aan!

Slide 5 - Slide

1. Het gemaakte schrijfexamen:

  1. Je krijgt je examen terug. 
  2. Ben je geslaagd?
  3. Bekijk goed de feedback. Begrijp je de feedback?
  4. Bekijk goed de opbouw van je scores. Begrijp je de score? Op welk onderdeel valt voor jou het meeste te halen?
  5. Schrijf op wat jij gaat doen om jezelf te verbeteren
  6. Schrijf op voor de docent, waar je graag extra uitleg over wilt hebben

timer
20:00

Slide 6 - Slide

1. Het gemaakte schrijfexamen:

  1. Klassikaal bespreken
  2. Ben je tevreden over je score?
  3. Feedback: Waar ga jij aan werken?
  4. Scores: Welk onderdeel kun jij het meeste verbeteren? Hoeveel punten levert je dat extra op?
  5. Waar wil je in de komende lessen graag uitleg over?

Slide 7 - Slide

Pauze
Pauze  

Slide 8 - Slide

Het  bijvoeglijk naamwoord
Geeft informatie over dingen, mensen of dieren (znw) 


Bijvoorbeeld: 
De groene jas. Groen zegt iets over de jas.
De rode auto. Rood zegt iets over de auto.
Het mooie huis. Mooi zegt iets over het huis.


Slide 9 - Slide

Staat het woord aan het eind van een zin? 

Gebruik de korte vorm:


  • De stoelen zijn wit.
  • De kast is groot.
  • Het meisje is lief.
Staat het voor het zelfstandig naamwoord?

 Dan krijgt het een -e:


  • De witte stoelen.
  • De grote kast.
  • Het lieve meisje.

Slide 10 - Slide

Let op!
Woorden met één klinker met daarna één medeklinker aan het einde:
wit - witte
dik - dikke

Woorden met twee dezelfde klinkers en één medeklinker aan het einde:
groot - grote
laag - lage
andere voorbeelden?

Slide 11 - Slide

Let op!
Woorden met twee klinkers of een ij, met daarna een s of een f:
grijs - grijze
lief - lieve


Woorden voor materialen krijgen geen -e, maar -en:
hout -houten
wol - wollen
andere voorbeelden?

Slide 12 - Slide

Spellingsregels:
de-woorden 
het-woorden
meervoud
met de of het 
De mooie stad
De leuke kamer
Het kleine meisje
Het grote huis
De mooie steden
De leuke kamers
De kleine meisjes
De grote huizen 
met 'een' 
Een mooie stad
Een leuke kamer 
Een klein meisje
Een groot huis 
Mooie steden
Leuke kamers
Kleine meisjes
Grote huizen 

Slide 13 - Slide

Opdracht:
Je krijgt 2 teksten van je docent. 
  1. Lees de tekst en onderstreep alle bijvoeglijk naamwoorden. 
  2. Zoek de betekenis van de woorden die je niet kent op.
  3. (Extra: Bespreek de overeenkomsten en verschillen tussen de twee teksten)
  4. We bespreken samen de bijvoeglijke naamwoorden na
timer
15:00

Slide 14 - Slide

Leerdoelen
Vandaag
  • weet ik mijn score op mijn gemaakte schrijfexamen
  • weet ik wat ik kan doen om mijn schrijfvaardigheid te verbeteren
  • weet ik meer informatie over het bijvoeglijk naamwoord

Slide 15 - Slide

4. Afsluiting & vooruitblik
1. Wat willen jullie leren in de volgende les?
2. Bedenk wat je zelf gaat doen om je Nederlands te oefenen


Voorstel: 
  1. Volgende week luister examen: B1 bij ...
                                                                          B2 bij ...



Slide 16 - Slide

Welkom!
Hoe waren deze 2 vrije weken voor jou?
Ben je nog ergens geweest?
Heb je nog iets leuks gedaan?

Slide 17 - Slide