H4.2 Arbeidsproductiviteit

Arbeidsproductiviteit
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Arbeidsproductiviteit

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Lesdoelen

  • Hoe bereken je de productie per werknemer?
  • Hoe kunnen bedrijven meer gaan produceren?
  • Wat levert de productie voor de samenleving op?

Slide 3 - Slide

Productiecapaciteit
De productiecapaciteit is hoeveel een bedrijf maximaal kan produceren. Dit is afhankelijk van alle beschikbare kapitaalgoederen en arbeidskrachten.

Slide 4 - Slide

Arbeidsproductiviteit
Berekenen arbeidsproductiviteit:
Totale productie in een periode/ aantal werkenden

Slide 5 - Slide

Noem een paar voorbeelden
van kapitaalgoederen

Slide 6 - Mind map

Technologische ontwikkelingen
Technologische ontwikkelingen hebben invloed op de productiecapaciteit. 

Productietechnieken en en machines worden steeds beter, het productieproces wordt steeds kapitaalintensiever.

Slide 7 - Slide

Onder- en overbezetting

Onderbezetting: Als machines niet gebruikt worden of er is niet voldoende werk voor het personeel.

Overbezetting: Als er meer vraag is naar producten dan het bedrijf met zijn machines en personeel aan kan.

Slide 8 - Slide

Arbeidsproductiviteit is afhankelijk van:
  • Toepassing moderne technieken;
  • Opleidingsniveau van werkende bevolking;
  • Arbeidsverdeling en specialisatie;
  • Beloning (salaris en eventuele bonus);
  • Arbeidsomstandigheden & werksfeer.

Slide 9 - Slide

Arbeidsproductiviteit
Er werken veel mensen aan een bepaald product gedurende het productieproces. In een kledingfabriek werken bijvoorbeeld veel naaisters. 

De ene persoon kan sneller/meer naaien dan een ander en heeft daarom een hogere arbeidsproductiviteit. 
= De productie per persoon, in een bepaalde tijd.

Slide 10 - Slide

Arbeids-productiviteit

Productie per persoon in een bepaalde tijd

Als arbeidsproductiviteit stijgt -> dalen loonkosten PER PRODUCT-> verkoopprijs kan omlaag -> afzet neemt toe

Slide 11 - Slide

Maatschappelijke kosten

Maatschappelijke kosten zijn de kosten van milieuvervuiling die door ons allemaal worden betaald.

Slide 12 - Slide

Als de arbeidsproductiviteit toeneemt, kunnen de productiekosten ...
A
dalen.
B
stijgen.
C
gelijk blijven.
D
verdwijnen.

Slide 13 - Quiz

Een bedrijf produceert 30.000 frikadellen. Er werken 25 mensen in de fabriek en 5 op kantoor. Bereken de arbeidsproductiviteit.
A
1.200
B
750
C
1.000
D
6.000

Slide 14 - Quiz

Wat is NIET van invloed op de arbeidsproductiviteit?
A
scholing
B
arbeidsvoorwaarden
C
arbeidsverdeling
D
openingstijden

Slide 15 - Quiz

Er is meer vraag is naar producten dan het bedrijf met zijn machines en personeel aan kan, dit noem je:
A
onderbezetting
B
overbezetting

Slide 16 - Quiz

Hoe beïnvloedt concurrentie de arbeidsproductiviteit?
A
doordat je sneller en beter gaat produceren neemt de arbeidsproductiviteit af
B
doordat je beter wil zijn dan je concurrenten, gaat dat vanzelf
C
doordat je beter wil zijn dan je concurrent blijft de arbeidsproductiviteit gelijk
D
doordat je de concurrentie voor wilt blijven, ga je sneller en beter produceren en neemt de arbeidsproductiviteit toe

Slide 17 - Quiz

De winkels zijn in december elke avond open. Wordt hierdoor de arbeidsproductiviteit groter?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz