4H: geboorteregeling herh

GEBOORTEREGELING
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

GEBOORTEREGELING

Slide 1 - Slide

Doelstelling
  • Je moet noodmaatregelen tegen ongewenste zwangerschap kunnen noemen;
  • Je kent verschillende manieren van geboorte regeling;
  • Benoemen wat het verschil is tussen een embryo en een foetus
    ;
  • Uitleggen hoe een bevalling gaat aan de hand van de volgende begrippen: ontsluiting, uitdrijving en nageboorte. 

Slide 2 - Slide

VOORBEHOEDSMIDDELEN

ANTICONCEPTIEMIDDELEN


=

GEBOORTE REGELING

Slide 3 - Slide

Onbetrouwbare methodes

Periodieke onthouding


Coïtus interuptus

Slide 4 - Slide

Bepaling eisprong, voor periodieke onthouding

Slide 5 - Slide

CONDOOM

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Vrouwencondoom

Slide 8 - Slide

DE PIL

Slide 9 - Slide

Prikpil is een hormooninjectie

Slide 10 - Slide

NuvaRing

Slide 11 - Slide

Spiraaltje

Slide 12 - Slide

Koperspiraal en hormoonspiraal

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Sterilisatie

Slide 15 - Slide

Sterilisatie

Slide 16 - Slide

DE NOODMAATREGELEN

Slide 17 - Slide

Morningafterpil
Abortus

Slide 18 - Slide

Verschil embryo en foetus......
In de zwangerschap spreek je van een embryonale fase en een foetus fase. Wat het verschil is tussen een embryo en een foetus zie je in de afbeelding hiernaast. Bestudeer deze en beantwoordt de vragen op de volgende slides.

Slide 19 - Slide

Vanaf welke week heet een ongeboren kind een foetus i.p.v. embryo?
A
Week 7
B
Week 8
C
Week 12
D
Week 14

Slide 20 - Quiz

Wat voor verschillen zie jij tussen de embryo en de foetus? 

Slide 21 - Slide

Welke organen worden tijdens de embryonale fase volledig ontwikkeld? Kijk weer naar de afbeelding van een paar slides terug. Let op: meerdere antwoorden kunnen goed zijn.
A
Hart
B
Tanden
C
Armen
D
Oren

Slide 22 - Quiz

De bevalling......
Aan het einde van de zwangerschap is een foetus volledig ontwikkeld. De bevalling kan nu plaatsvinden. Na de bevalling heet het kind een baby en geen foetus meer. Kijk het filmpje op de volgende slide en beantwoord daarna de vragen.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Welke 3 fasen van de bevalling werden in het filmpje genoemd?
  • ontsluiting, 
  • uitdrijving 
  • nageboorte

Slide 25 - Slide

Wat gebeurt er tijdens de ontsluiting?
A
De baby komt naar buiten
B
De baby gaat goed liggen
C
De baarmoedermond gaat open staan
D
De vruchtvliezen, navelstreng en placenta komen naar buiten

Slide 26 - Quiz

Wat gebeurt er tijdens de uitdrijving?
A
De baby komt naar buiten
B
De baby gaat goed liggen
C
De baarmoedermond gaat open staan
D
De vruchtvliezen, navelstreng en placenta komen naar buiten

Slide 27 - Quiz

Wat gebeurt er tijdens de nageboorte?
A
De baby komt naar buiten
B
De baby gaat goed liggen
C
De baarmoedermond gaat open staan
D
De vruchtvliezen, navelstreng en placenta komen naar buiten

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Video

Kindje
Na innesteling -> ontstaan alle organen
Na 8 wk-> al een klein mensje
Alleen nog maar groeien
Heet nu foetus ipv embryo

Slide 30 - Slide

Verplaatsen van de organen

Slide 31 - Slide

In de baarmoeder
• Vruchtwater-> beschermt het embryo(stoten)
• Vruchtvliezen-> zitten om het vruchtwater
• Plaats van innesteling-> moederkoek/placenta
• Moederkoek-> weefsel met veel bloedvaten
• Navelstreng -> met moederkoek verbonden, Bloedvaten lopen erdoor, Van moeder naar kind voedingsstoffen en zuurstof en van kind naar moeder afvalstoffen en koolstofdioxide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Ziekteverwekkers en schadelijke stoffen
Via de moederkoek kunnen ook de ziekteverwekkers en schadelijke stoffen binnen komen
Zoals: rode hond, nicotine, alcohol, medicijnen en drugs

Baby's kunnen hierdoor: afwijkingen krijgen, slechter gaan groeien, zelfs doodgaan(miskraam)

Slide 34 - Slide

Bevalling
3 fases

- ontsluiting
- uitdrijving
- nageboorte

Slide 35 - Slide

Ontsluiting
• Door weeën gaat de baarmoedermond open
• Vruchtvliezen breken

Slide 36 - Slide

Uitdrijving
• Als de baarmoedermond ver genoeg open is
• Pers weeën duwen de baby naar buiten

Slide 37 - Slide

Nageboorte
Wee duwt de moederkoek, vruchtvliezen en de rest van de navelstreng naar buiten

Slide 38 - Slide

Geboorte
Verloskundige maakt mondje schoon
Baby begint te huilen
Navelstreng dicht met de klemmetjes
Navelstreng doorknippen
Stompje van de navelstreng valt er naar een paar dagen af
Navel: litteken navelstreng

Slide 39 - Slide