H5.4 het zenuwstelsel

§5.4 ZENUWSTELSEL
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§5.4 ZENUWSTELSEL

Slide 1 - Slide

Planning
- Terugblik proefjes
- Uitleg zenuwstelsel
- Lezen en maken van twee opdrachten
- Uitleg zenuwcellen en zenuwen
- Lezen en maken van twee opdrachten
- Afsluiting

Slide 2 - Slide

Terugblik proefjes
Ga allemaal maar even staan

Slide 3 - Slide

Proefje met de wc rol en spiegel

Slide 4 - Slide

Nieuwe Leerdoelen
Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven
Je kunt de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven
Je kunt een reflexboog beschrijven
Afgerond:
Test Jezelf §5.1, §5.2 en §5.3 moeten nu af zijn.

Slide 5 - Slide

We beginnen met leerdoel 5.4.8
Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven

Slide 6 - Slide

Centrale zenuwstelsel

Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg


Slide 7 - Slide

Het ruggenmerg
Zenuwen zijn verbonden met het ruggenmerg. 

Het ruggenmerg begint bij de hersenen en eindigt in de lendenwervels.

Slide 8 - Slide

De werking van het zenuwstelsel

Slide 9 - Slide

Lees en leer
Lees nu pagina 111 en 112.

Maak opdrachten 1 en 2.

Die bespreken we over ongeveer 10 minuten.

Werk zonder geluid te maken.

Slide 10 - Slide

Opdracht 1

Slide 11 - Slide

Mevrouw Lee ging naar een ziekenhuis in China met vreselijke jeuk in haar oor. De kno-arts keek in haar oor en zag vier ogen terugkijken. Met een zoutoplossing werd de spin uit het oor verdreven. Toen de arts vertelde wat er in haar oor zat, schrok mevrouw Lee zo dat de tranen over haar wangen liepen.

Slide 12 - Slide

We gaan verder met leerdoel 5.4.9

Je kunt de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven

Slide 13 - Slide

Zenuwcellen
Het zenuwstelsel bevat miljoenen zenuwcellen

Zenuwcel = cellichaam + uitlopers
  • Cellichaam: met de kern
  • Uitlopers: geleiden de impulsen

Slide 14 - Slide

Meerdere uitlopers van zenuwcellen liggen bij elkaar: vormt een zenuw.
Elke uitloper is omringd door een isolerend laagje.
Om een zenuw zit bindweefsel
Meerdere uitlopers van zenuwcellen liggen bij elkaar en vormen een zenuw.
Elke uitloper is omringd door een isolerend laagje.
Om een zenuw zit bindweefsel: een stevige laag voor bescherming.

Slide 15 - Slide

Lees en leer
Lees nu pagina 113.

Maak opdrachten 3 en 7.

Die bespreken we over ongeveer 10 minuten of tijdens de volgende les.
Werk zonder geluid te maken.

Slide 16 - Slide

Opdracht 3

Slide 17 - Slide

Opdracht 7

Slide 18 - Slide

Volgende keer:
- Reflexen en reflexboog
- Afronden §5.4

Neem je brein dus mee naar de les!!

§5.4 ZENUWSTELSEL

Slide 19 - Slide

Reflexen



Reflex = snelle onbewuste reactie op een bepaalde prikkel

Reflexboog = de weg die de impulsen afleggen





Slide 20 - Slide

Reflex (en reflexboog)
Reflexboog


Zenuwcellen

Slide 21 - Slide

Wat is een prikkel?
A
Iets wat je voelt als je iets scherps aanraakt.
B
Een signaaltje dat van buitenaf komt.
C
Een signaaltje dat vervoert wordt door je lichaam.
D
Een onderdeel van het centraal zenuwstelsel.

Slide 22 - Quiz

Waaruit bestaat je centraal zenuwstelsel?
A
Hersenen
B
Hersenen en ruggenmerg
C
Hersenen en zenuwen
D
Ruggenmerg en zenuwen

Slide 23 - Quiz

Wat is een reflex?
A
Iets oppakken
B
Je nagels bijten
C
Hoesten

Slide 24 - Quiz